De Engelse progressieve rock band Yes hoort bij de dinosaurussen van de stroming waar zij, zeker in de jaren zeventig, één van de vaandeldragers van was. Als ik goed geteld heb, hebben sinds de oprichting van Yes in 1968 19 muzikanten deel uitgemaakt van deze band. Het is soms letterlijk een “komen en gaan” geweest, want van de huidige vijfkoppige bezetting hebben 3 al eerder in Yes gezeten. Voor gitarist Steve Howe is dit de derde periode dat hij erbij zit, van 1970 tot begin jaren tachtig, van 1990 tot 1992 en vanaf 1995 tot heden. Toetsenist Geoff Downes, voorheen Asia en The Buggles, zat begin jaren tachtig kort bij de band en vanaf 2011 vast. Tenslotte multi-instrumentalist en bij Yes voornamelijk bassist en zanger Billly Sherwood, hij maakte in de tweede helft van de jaren negentig enkele jaren deel uit van de band en nam de opengevallen plaats van bassist en mede-oprichter Chris Squire, die in 2015 is overleden. Zanger van Yes is sinds 2012 Jon Davison, die mede-oprichter Jon Anderson moet doen vergeten. Zowel Trevor Horn en Benoit David waren ooit ook leadzanger van de band. Drummer Alan White is sinds “TALES FROM TOPOGRAPHIC OCEAN” uit 1973 op elk album te horen en is daarmee de enige constante factor. Tot zover de afdeling personeelszaken.
“THE QUEST” is het 22e studio-album en de tweede met Davison als zanger. Het debuutalbum “YES” verscheen in 1969, albums als “THE YES ALBUM”, “FRAGILE” en “CLOSE TO THE EDGE” groeiden uit tot klassiekers in het genre. In de jaren tachtig maakte de band een transitie door aan de hand van producer Trevor Horn, die als zanger te horen was op het in 1980 verschenen album “DRAMA”, en de Zuid-Afrikaanse gitarist, zanger en componist Trevor Rabin. Het album “90125” uit 1983 heeft een meer toegankelijker geluid en is een millionseller geworden. De single “OWNER OF A LONELY HEART” werd zelfs een Amerikaanse nummer 1 hit. Na het min of meer gedwongen vertrek van Jon Anderson in de tweede helft van de “zero’s”, was het eerst Benoit David die de overstap maakte van de Canadese band Mystery naar Yes. Hij kreeg stemproblemen en werd aan de kant gezet en Jon Davison volgde hem op. Met hem maakte Yes het album ”HEAVEN AND EARTH’, dat in 2014 verscheen. Een grote teleurstelling als je het mij vraagt. Zoutloos, zonder inspiratie, een album dat slechts als vulling in min cd-kast staat.
Met enig argwaan keek ik dan ook uit naar het nieuwe album, dat 7 jaar op zich heeft laten wachten. “THE QUEST” is absoluut beter, gevarieerder en meer geïnspireerder. Het is een dubbelalbum geworden en dat is meteen mijn eerste kritische noot die ik wil kraken. Cd1 duurt nog geen 48 minuten en de 3 nummers op cd2 klokken nog geen 14 minuten, dus het geheel had gemakkelijk op 1 cd gezet kunnen worden.
Opener van het eerste album is meteen een feest, “THE ICE BRIGDE” laat een Yes horen waar ik van houd, stuwend ritme, solo’s op gitaar en toetsen, heerlijk begin. “DARE TO KNOW” begint rustiger dan het begin, subtiel gitaarwerk in dit door Steve Howe geschreven nummer. Samenzang van Davison en Howe, orkestraal tussenstukken en het herkenbare gitaargeluid van de componist geeft het nummer een echt Yes karakter, het is pakkend en boeiend. In “MINUS THE MAN” is ook weer het orkestrale een belangrijk onderdeel, het tempo is weer rustig, midtempo en de drums van Alan White zitten goed in de mix. In dit nummer heb ik voor het eerst, dat op bepaalde momenten de stem van Davison mij iets begint te irriteren, alsof hij net te hoog zingt. Het langste liedje op “THE QUEST” is “LEAVE WELL ALONE”, ook weer door Steve Howe geschreven, die het album ook geproduceerd heeft. Mooi instrumentaal intro, ingetogen prachtige samenzang en het tweede deel is instrumentaal en daar is genoeg te genieten.
“THE WESTERN EDGE”, geschreven door Davison en Billy Sherwood en hierin horen we beiden ook de leadzang voor hun rekening nemen. Het tempo van het nummer is typerend voor liedjes die gecomponeerd zijn door Sherwood, uptempo en pakkend. Mooi gitaarwerk van Howe, klasse spel op synthesizers door Geoff Downes, heerlijk! Het alleen door Davison geschreven “FUTURE MEMORIES” is een ballad, heeft subtiel gitaarwerk en mooie samenzang. Opnieuw een Howe compositie, “MUSIC TO MY EARS”. Piano in het eerste deel, midtempo, weer die samenzang en dat prachtige gitaarwerk. Mooi liedje, misschien had het in het tweede deel een versnelling door kunnen maken, nu blijft het een beetje gezapig. Ook in het bijna 7 minuten durende “A LIVING ISLAND” blijft het tempo net iets te laag om het echt interessant te maken. Het gitaarwerk van Howe in deel 2 maakt dat wel voor een deel goed.
Cd2 opent met “SISTER SLEEPING SOUL”, geschreven door Davison en Howe en het gitaarwerk is mooi, tempo laag, melodie is liefelijk. “MYSTERY TOUR” is de hommage van de band en schrijver Steve Howe aan de Beatles, hun werk en betekenis voor de ontwikkeling van de muziek. Leuk gedaan. In ”DAMAGED WORLD” mag Howe als leadzanger optreden, dat klinkt niet verkeerd, maar gelukkig horen we Davison ook. Een aardige afsluiter van een album dat veel beter is dan “HEAVEN AND EARTH”, maar dat qua tempo iets meer peper mocht hebben. Het is af en toe iets te gezapig, maar gelukkig is er qua solo’s op gitaar en toetsen wel genoeg te genieten.
Yes zal naar aanleiding van dit album weer gaan touren en een aantal liedjes kunnen zonder probleem op de setlist. Het album zal in het oeuvre van de band een plaats in de middenmoot gaan innemen, maar het is volgens mij ook een illusie om te verwachten dat het vijftal een topper kan maken zoals dat in de jaren zeventig regelmatig het geval was. Desondanks vind ik "THE QUEST" een aangename luisterervaring en dat is toch waar het in de muziek om gaat.