In de jaren rond de brugklas ontdekte ik de charme van de scheurende gitaar, mede door Boston dat in die dagen furore maakte met hun eerste twee albums. Als nummer drie acht jaar later verschijnt, is mijn smaak via Saxons en Maidens en vervolgens Metallica’s ontwikkeld naar heftiger genres. Ik was inmiddels een twintiger toen Boston terugkeerde; hun stijl was onveranderd, maar ik was geen twaalf meer...
Die acht jaar wachten op
Third Stage waren ook enkele Bostonleden teveel. Interessant zijn hun albums
Barry Goudreau (1980) en
Orion the Hunter (1984).
De weelderig klinkende Bostonsound keerde echter pas volop terug met
Third Stage, laat dat maar aan geluidsknutselaar Tom Scholz over. Maar
Amanda (begin december 1986 #22 in de Nationale Hitparade) vond ik qua compositie saai, dan hoorde ik veel liever de hitsingles van de vorige albums terug. Desondanks erg leuk om de
bijdrage van
lullaby1987 hierover te lezen!
Op
Third Stage komt de boel qua tempo maar moeilijk op gang en als dat gebeurt, wordt nogal eens snel teruggeschakeld. De vlottere liedjes komen daarbij vaak moeizaam op gang, getuige
We’re Ready, of de riffs ervan zijn gemakzuchtig, getuige de coupletten van
I Think I Like It.
Waar ik kriegel van word, zijn de toetsenintro’s met aanslag op de hele tel; alsof je naar Whitney Houston luistert. Zeker als een spanningsopwekkend instrumentaaltje de B-kant aftrapt, om te worden gevolgd door een anticlimax van het intro van
To Be a Man! Nee, veel liever dan dit plink-plink op elke tel hoor ik de akoestische gitaren van de vorige twee Bostonalbums.
Vier nummers stijgen boven de middelmaat uit: de twee korte instrumentale nummers
The Launch (waarom opent die de plaat niet?) en
A New World hadden van mij veel langer mogen duren; gezongen wordt op
Cool the Engines en
Can’tcha Say, dat na een pianointro heerlijk uitwaaiert met die brede gitaarsound en geïnspireerd gitaarwerk.
Tegelijk realiseer ik me dat ik zeur. Waar ik de B-kant van voorganger
Don’t Look Back te eenvormig vond met teveel uptempo songs, is het me hier juist te langzaam. Live mixten ze up- en downtempo: in maart 1987 stond de band voor het eerst in vijf jaar weer op het podium. De
setlist van die tournee laat zien hoe ze oud en nieuw werk combineerden tot een gevarieerde set.
Duco van Deugen
vroeg zich af bij
Don’t Look Back of ik ook acht jaar zou wachten met mijn mening; ik wilde hem bij deze melden dat ik dat sneller heb gedaan, maar zie dat hij geen MuMens meer is.
Hopelijk gaat het hem goed en leest hij dit…