Op 9 september verscheen
Patient Number 9 en reeds vanaf diezelfde dag las ik verhalen op diverse sites waarin de nieuwe Ozzy Osbourne werd afgeschreven als "wederom slappe hap". De voorbije weken heb ik de plaat regelmatig gedraaid (vanaf streaming), de laatste dagen bijna non-stop.
Mijn voornaamste conclusie: dit is geen album dat je na één of twee keer draaien kunt doorgronden. Het is een groeiplaatje, waarvoor je de tijd moet nemen en moeite moet doen. Wie dat niet doet, mist zowel nuances als diepgang. Hoe ik dat weet? De afschrijvers noemen die zaken niet. Ofwel ze hebben die niet gehoord, ofwel ze vinden het te onbelangrijk om te noemen. Mijn inschatting is dat ze veel te vlug waren met hun oordeel.
Niet dat ik over alles even enthousiast ben, daarover aan het einde meer. Eerst een uitleg van wat ik bedoel. Terwijl
Patient Number 9 gisteren luid opstond, belde een vriend mij met slecht nieuws: hij heeft te horen gekregen dat hij ernstig ziek is. Vervolgonderzoeken moeten uitwijzen hoe ernstig, waarna hij waarschijnlijk een traject van behandelingen zal ingaan, maar zelfs dat is nu nog onduidelijk. Ik hoorde schrik, ontzetting en enige paniek. Gelukkig deed het delen van zijn verhaal hem hoorbaar goed, aan het einde van ons gesprek was hij kalmer dan aan het begin. Uiteraard laten zijn bericht en emoties mij niet onberoerd. Tijdens zijn verhaal dacht ik vanzelf aan deze nieuwe Osbourne, die dezelfde thematiek behandelt.
In de loop van dit jaar werd duidelijk dat Ozzy een zware operatie moest ondergaan, waarbij onduidelijk was of hij dit zou overleven. Inmiddels weten we dat het goed is gegaan, maar toen hij in juni het ziekenhuis verliet, zag ik een
breekbare man. Eentje die de dood in de ogen had gekeken, worstelend met zijn sterfelijkheid. Ofschoon de hoes niet expliciet vertelt wie de teksten schreef, staat John Osbourne (hij vermeldt steeds zijn echte naam) bij ieder nummer vermeld als co-componist, naar ik aanneem voor tenminste de teksten. En die gaan diep. Ik beperk me tot de acht nummers die ik inmiddels muzikaal ver boven de middelmaat vind, maar ook in de overige zit de nodige pijn en verwarring.
In de opener, het titellied, beschrijft hij het ziekenhuis en het personeel:
“Every hallway’s painted white as the light, That will guide you to your hell. Making friends with strangers inside my mind, Cause they seem to know me well.” Dan drie regels over het inslikken en uitspugen van medicatie, plus over tegengestelde emoties, om te eindigen met
"No tomorrow”.
In
No Escape from Now constateert hij dat het verleden passé is en de toekomst ook:
“Gone are the yesterdays, Tomorrow’s getting cold (…) There’s no escape from now. (…) Storm is raging in my head, everybody wants me dead.". John (niet de showbizzman Ozzy!) hoort hoe de dood hem toebijt:
“You’re drowning in the mud. Reach for the sun, but I’ll pull you under.”
Wie Osbourne de voorbije decennia volgde, weet dat hij in zijn teksten regelmatig worstelt met God en daarbij Jezus in het bijzonder: is Hij daar en zo ja, hoort Hij mij? In
One of Those Days verwoordt hij een dag dat hij daar niet meer in gelooft:
“Have I lost control, drinking my sins, never drown my soul. One of those days that I don’t believe in Jesus.”
A Thousand Shades verhaalt over een diepe eenzaamheid, gescheiden van zijn geliefden:
“Sitting in yesterday, watching it slip away today, isolation. Fading like photographs, reminding us, nothing ever lasts. Desolation.” Oef, hij realiseert zich keihard dat zijn leven spoedig voorbij kan zijn…
Naderhand vertelde Osbourne over zijn splijtende
rugpijnen. In
Mr. Darkness beschrijft hij het zo:
“Most days I wake up just wanting to die, but I still try.” Hij schreef het lied onder andere met de inmiddels overleden Taylor Hawkins van Foo Fighters, die dit lied ook drumt. Zou deze zich hebben herkend in de teksten?
Ik kan doorgaan met voorbeelden, maar houd het erop dat Osbourne ook in
Nothing Feels Right,
Degradation Rules en
Dead and Gone worstelt met de scheiding van zijn geliefden, de maalstromen in zijn hoofd en de lange reis naar huis (echtgenote Sharon of Thuis Boven?).
Iemand kan betogen dat Ozzy wel vaker duistere teksten had. Nogal wiedes, maar deze keer is het menens. Afgaande op hetgeen ik van en over hem heb gelezen en gehoord, van zijn vroege jaren tot de berichten die ons dit jaar bereikten, denk ik oprecht dat hier John aan het woord is en niet de showman en grappenmaker Ozzy.
Die laatste is het typetje achter wie hij zich van jongs af aan verschuilde, om zo vechtersbazen te vermijden en zijn schaamte over zijn slechte schoolprestaties te maskeren (de diagnose dyslexie bestond nog niet). Anno Domini 2022 laat John Osbourne zich in zijn ziel kijken.
Over de muziek: de gastgitaristen kregen veel aandacht in de media, maar ze schreven niet mee aan de muziek; afgezien van Tony Iommi, wiens hand ik herken in de riffs en de tempowisselingen van
No Escape from Now. Hij en de andere gasten spelen prachtig: Jeff Beck met zijn eigenzinnige solo in de titelsong, Eric Clapton soleert heerlijk Creameaans in
One of those Days. Dat Zakk Wylde een klasse apart is, staat buiten kijf: shredden met gevoel, dat kunnen maar weinigen. Hij speelt met producer Andrew Watt op bijna alle nummers slaggitaar.
Ook warm word ik van de mondharmonica die Osbourne in
Degradation Rules en uitsmijter
Darkside Blues hanteert. In
A Thousand Shades en
Dead and Gone is bovendien een strijkersorkest te horen: fraai.
De negen nummers die ik noemde zijn mijn favorieten. Laat de overige vier nummers weg (track 2, 3, 9 en 12) en je hebt een consistent sterk album. Het bekende manco van menig cd geldt ook hier: de artiest is te weinig kritisch, waardoor het album te lang duurt.
Over de productie: deze is zo vol, dat zelfs zachtere passages met bijvoorbeeld akoestische gitaar of violen heel massief klinken. Ik ben sowieso niet zo van die dichtgesmeerde (gitaar)sound, die slechts een tikkeltje afwijkt op de twee nummers met Iommi's gitaarmuur. Hier en daar wat blauwe lucht tussen alle beton had wel gemogen.
Een (andere) vriend van me vroeg zich af of er met autotune aan de zang is gesleuteld, een indruk die ik echter niet deel: al in de jaren ’80 werd zijn galmende sound in Oor door Hans van den Heuvel omschreven als “zingend in een vuilnisbak”. Dat ie minimaal is gedubbeld met een chorusachtig effect, hoor ik wel. Een techniek die al vanaf zijn solodebuut (1980) wordt gebruikt en sindsdien is geperfectioneerd.
Mag ik met een boude bewering afsluiten? Dit is een album over een naderende dood. Johnny Cash deed hetzelfde op
American IV: The Man Comes around, David Bowie op
Blackstar, Leonard Cohen op
You Want It Darker. Aan dit rijtje klassiekers kunnen we Osbourne toevoegen. Al is er één verschil. Hij streed weliswaar een doodsstrijd, maar het lijkt erop dat hij extra jaren heeft gekregen. Hij
trad zelfs alweer op, ons "God bless you all" toewensend. Naar ik vurig hoop hebben we hem nog lááááng bij ons, net als de vriend die mij gisteren belde.