Deze plaat heb ik om de een of andere dwaze reden altijd links laten liggen – ik geloof dat het iets te maken had met het achterlijke vooroordeel dat Richard Ashcroft een druggy warhoofd met onvoldragen muzikale ideeën zou zijn, terwijl, als deze plaat íéts duidelijk maakt is het wel dat hij c.q. The Verve zeer gestructureerde en zorgvuldig gearrangeerde muziek aflevert. Met de psychedelische en soms te lang doorzeurende gitaarjams op het einde van op zich interessante nummers als The rolling people, Catching the butterfly, This time en Come on heb ik niet zo veel (bij Oasis en het tweede album van de Stone Roses vond ik dat ook al de minst interessante passages), maar van nummers als Space and time, Weeping willow, Lucky man, One day en Velvet morning lust ik wel pap, steeds met dat mooi volle en gedetailleerde maar tegelijkertijd heldere en warme geluid. De opvallendste nummers staan echter aan het begin van de plaat, met de beruchte opener en de fantastische single The drugs don't work – die laatste track zou voor mij het hoogtepunt van het album zijn, ware het niet dat het nog afgetroefd wordt door Sonnet, een nummer waarvan ik letterlijk tranen in mijn ogen krijg elke keer dat ik het hoor. Onversneden schoonheid, melancholie die nergens sentimenteel wordt, een melodie om een moord voor te plegen, prachtig gezongen, me dunkt dat je je leven al als half geslaagd mag beschouwen wanneer je één zo'n nummer uit je pen krijgt.