Midlake vervolmaakt folky sound
"Deze plaat blijf ik maar draaien. Ik vrees dat ik verslaafd ben." Met
deze woorden deed ik een kleine vier jaar geleden verslag van mijn eerste luisterervaring met Midlake. Hun tweede album, The trials of Van Occupanther, was mijn introductie tot deze wonderschone muziek. Nu, vier jaar later, heeft Midlake een derde plaat uitgebracht en opnieuw is het raak. Ook The courage of others kan ik blijven draaien en draaien zonder dat die gaat vervelen.
Midlake heeft een opvallende ontwikkeling doorgemaakt. Hun debuut, Bamnan and slivercork, was een echte lofi-plaat, in de trant van Sparklehorse en Grandaddy. De zang deed denken aan die van Rufus Wainwright en verder werd redelijk experimenteel gemusiceerd. Opvolger The trials of Van Occupanter gaf een meer solide Americana-geluid te horen. De referentie was duidelijk jaren zeventig folkrock, denk aan Crosby, Stills & Nash. Maar ook deze plaat was nog behoorlijk verrassend en afwisselend.
Dat laatste kan van nummer drie niet gezegd worden. Op The courage of others heeft Midlake die folkrock-kant consequent vastgehouden. Maar ook, en dat is het belangrijkste, vervolmaakt. Het eindresultaat is een plaat die bijna eentonig is, maar - bestaat dat? - in de goede zin van het woord. Deze plaat staat vol perfecte popliedjes, waarbij het moeilijk favorieten kiezen is. De nummers zijn over het algemeen iets trager en rustiger dan het prijsnummer Roscoe op het vorige album. Maar ze zijn wel stuk voor stuk wonderschoon.
Daardoor is de plaat een lange trip, zeker als hij op repeat staat en het op den duur niet meer duidelijk is waar je op de plaat bent. The courage of others is absoluut niet meer alternatief en ook niet erg vernieuwend. Maar waarom zou je iets veranderen als je in staat bent ronduit hemelse liedjes te maken? Wat dat betreft doet de muziek denken aan Johan (RIP), die andere band die geroemd werd om de perfectie van zijn liedjes.
De zang, soms meerstemmig, is prachtig, beheerst en gepolijst. De begeleiding is meestal subtiel, heel soms met een uitgesproken gitaar, maar vaker met zachte fluit en rustig tokkelende akoestische gitaar. Sloom of saai wordt de plaat nergens, daarvoor zit er toch net te veel pit in. Maar het resultaat is een lieflijke sound met zachtaardige liedjes. Eén hoogtepunt aanwijzen is niet mogelijk. Maar inmiddels is Bring down mij dierbaar geworden. Hierop is ook een vrouwenstem te horen en de opbouw van dit nummer is anders dan van de anderen. Hier wordt repeterend naar een mooi en intens hoogtepunt toegewerkt. Daardoor blijf ik dit nummer in het bijzonder maar steeds draaien. Maar uiteindelijk geldt dat voor de hele plaat. Voor toppers als deze is de repeat-knop uitgevonden.