Nog maar eens een poging na Abbey Road en Let it be.
Back in the USSR: The Beatles zijn grote Chuck Berry fans dat is me nu wel duidelijk. Met een flinke dosis Beach Boys. Vernieuwd indertijd? Misschien. Aardig idee om Back in the USA om te draaien zo. Het rockt wel fijn en klinkt gepeperd. Prima.
Dear Prudence. Begint vervelend. Dat typische zijige Beatles geluid is niet aan mij besteed. Ik zal nooit een John Lennon fan worden, een nummer als dit (wederom Beach Boys invloeden, maar dat is niet gek gezien de betrokkenheid van Mike Love) zaagt wat door, een ode of niet.
Glass onion: We nemen onze fans en eigen lyrics op de hak. Vind het eerlijk gezegd wat ongepast, heeft iets onsympathieks. Zoals eerder gesteld, John en ik klikken niet. Na Dear Prudence wederom twee nummers die ik op lp niet kan doorzetten, maar waar ik geen enkele behoefte voel die nogmaals te willen beluisteren.
Ob-La-Di: Zo'n titel kan je zonder voorkennis op het verkeerde been zetten; een kinderliedje? Maar nee. Een aanstekelijk lied, een klassiekertje, en terecht. Paul en ik klikken toch stukken beter.
Wild honey pie; oninteressant, filler en hier hebben The Beatles te vaak last van. Nietszeggende, flauwe stukjes toevoegen die een luisterbeleving via lp danig ontregelen.
Bungalow Bill. Arg, het begin klinkt veelbelovend, de eerste paar seconden. Maar helaas, verzandt weer in zijige meuk met een flauwe muzikale ondertoon. De boodschap is wellicht niet verkeerd, goed bedoeld, maar de uitvoering is vrijwel niet te beluisteren.
While my guitar gently sleeps: Voor mij net iets te zijig, maar toch een fijne compositie met een boodschap die heden ten dage overeind staat, misschien nu meer dan ooit. Als ze toch in staat waren geweest meer van deze topnummers op lp te zetten ipv het te grote aantal zwakke broeders. George ligt mij in ieder geval ook beter dan John. Heerlijke bijdrage van Eric Clapton.
Happiness is a warm gun: Een John nummer. Prima, een volwassen nummer met ironische tekst. Lekker gitaartje. Had iets meer melodie in gemogen.
Martha my dear: De circusinstrumentatie helpt dit niet echt, maar verkeerd is het ook niet. Al vind ik dit trio; deze en de voorgaande twee wat zwaar op de maag liggen.
I'm so tired: Duurt gelukkig niet te lang.
Blackbird: Ook kort, maar oh, wat een schoonheid. Zonder twijfel een van mijn favoriete Beatles nummers, misschien wel een van mijn favoriete jaren zestig liedjes. Fenomenaal in zijn eenvoud die geen echte eenvoud is.
Piggies: Je houdt je hart vast met zo'n titel. Blijkt een George nummer te zijn met een stevige Animal Farm referentie. Goedbedoeld. Als liedje heb je het na een keer wel gehoord. Dat getingeltangel werkt op de zenuwen.
Rocky Racoon: Weer een titel die weinig vertrouwen geeft. Opent met een vet Amerikaans accent. Een parodie? Nee, gebaseerd op een verhalend gedicht uit 1907. Tja, op zijn best is dit verrassend, op zijn slechtst: wat voegt het toe? Een dubbelalbum vullen vereist dus vullers.
Don't pass me by: Een wat meer alledaagse titel. Krijgen weer die typische Beatles hoempa muziek. Nee, sorry.
Why don't we do it in the road? Paul, lekker. Een voorbode van het geluid van de volgende twee albums. Soms hoeft het niet ingewikkelder te zijn dan dit. Lekker vuig gezongen, lekker dreunend ritme. Te kort.
I will: Terug naar hun begintijd? Een Paul lied. Het is aardig, maar ook niet meer dan dat.
Julia: Ook goedbedoeld, maar John heeft dat zijige waar ik niet goed naar kan luisteren, zeker niet in herhaling. Het is ook niet verkeerd hoor, de emotie voelt oprecht en is tien keer beter dan een Rocky Racoon.
Birthday: Opent lekker. Goeie rock and roll en een voorbeeld waarom The Beatles als de eerste echte rockband beschouwd mogen worden. Ook waardevol; The Beatles klinken hier als een geheel, wat op de volgende twee albums ontbreekt.
Yer blues: Een vuige blues en je hoopt dat voor dit deel van The White Album de verdere toon is gezet met het eerdere Birthday; een rockalbum zonder meligheid, zijigheid, hoempa. Zo hoor ik John het liefst.
Mother nature's son: Ook een geweldig nummer. Hier werkt de countryinvloed uitstekend; een mooie tekst, geen gekkigheid, een opvolger van Blackbird (speel ze maar eens na elkaar). De blazers weten het nummer net niet te verpesten, zonder zou veel mooier zijn, de John Denver versie laat horen hoe deze nog beter had kunnen klinken.
Everybody's got something...: Goede rock, John is verontwaardigd. Vuig, prima!
Sexie Sadie: Net aan de goede kant, mede door de boodschap, al is het Beach Boys geluid wat vervelend. Maar toch ook volwassen met een zekere elegantie.
Helter skelter: Ah, weer zo'n klasbak. Dit deel van het album bevalt me beter. Wat kan je hier over zeggen; vroege metal? Het scheelt niet veel.
Long, long, long: Begint vervelend, net als I'm tired dreint dit door. Nope.
Revolution 1: Prima, wat traag, maar fijn bluesritme.
Honey pie: Nogmaals, maar zonder 'wild'? Nee, Beatles, nee. Weer die vreselijke circusachtige muzikale omlijsting.
Savoy truffle: Een niet-onaardige rock, maar de tekst is onzinnig en een absolute vuller dit, had nooit op een album gehoeven.
Cry baby cry: Het goede deel is nu wel definitief afgelopen.
Revolution no 9: Ik weet niet waar 2 t/m 8 zijn gebleven, misschien dat die wel een substantie hadden...
Good night: The Beatles doen Frank Sinatra, maar niet echt. Wat moet je ermee?
Al met al consistenter dan de twee albums waar ze hun carrière mee afsloten, bovendien klinkt dit White album meer als een geheel. Er staat een aantal regelrechte klassiekers op en een paar sterke albumtracks. Als geheel overtuigt dit weer niet. De muzikale omlijsting laat hier en daar te wensen over, de altijd aanwezige noodzaak tot meligheid en de soms zijige liedjes maken dit tot een typisch Beatles album dat als geheel niet lekker weg luistert.
Ik zou hier drie sterren voor geven, maar Blackbird trekt dit iets op.