Dit is toch wel een prima en typisch staaltje van pompeuze en bombastische muziek wat zo onderhand één van de belangrijkste handelsmerken van Vangelis is. Echter is het best stevige kost. Dit komt door de vele muzikale stijlen die op een zeer bijzondere manier in de muziek is verweven. Voeg hierbij de aanwezigheid van het koor toe, en er zou bijna sprake kunnen zijn van een soort van space-opera.
De plaat bestaat uit 2 delen, echter zijn de 2 stukken onderverdeeld in een aantal 'movements'. Zo begint Part 1 met "Bacchanale", een stuk wat al meteen een enorme stempel op het muzikale karakter van de plaat drukt. Dit heftige en allesomvattende stuk muziek is een bizar festijn voor het oor, om het zo maar te noemen. Grillige synth-klanken, bombastische koor-uithalen, de Fender Rhodes-piano die alle kanten opvliegt. Niet voor iedereen, lijkt me, maar wel een ongelooflijk heftig en origineel stuk muziek. En hier blijft het niet bij.....
Hierna volgt namelijk Part 1 movement 2: "Symphony to the Powers B". Een bijna naar klassiek neigend stuk van ruim 8 minuten waarop Vangelis bewijst ook een maestro op de grand piano te wezen. Ook valt er hier bijna niet stil te zitten als het ene na het andere heftige stuk zich opvolgt. Het valt dan ook niet mee voor mij om als een dirigent de muziek als het ware te 'bespelen'
.
Daarna volgt er het eerste rustpuntje in de vorm van "Movement 3", ook wel bekend als "Cosmos", het thema die gebruikt is voor de gelijknamige documentaire-serie van Carl Sagan.
Part 1 wordt afgesloten met het i.m.o. iets te mierzoete "So Long Ago, So Clear". Maar man, dit nummer weet ondanks dit lichtelijke puntje van kritiek, altijd zoveel kippenvel bij mij los te kweken, dat het er al niet meer toe doet. En de 'engelenstem' van Jon Anderson past natuurlijk perfect bij de muziek.
In tegenstelling tot dat prachtige gezongen slotnummer van Part 1, begint Part 2 in één keer vrij luguber, met klanken die mij doen denken alsof ik voor de poorten van de hel sta....(joh!!!
). Na ruim 3 minuten komt daar spontaan verandering in en wordt ik getrakteerd op een soort van bizar dansritueel, althans zo zie ik dat dus voor me, als de muziek aan mij voorbij dendert.
Vervolgens begint er vanuit het niets een rustig koor te neuriën, maar echt vreedzaam klinkt het niet, als er plotseling naargeestige klopgeluiden en huilerige stemmen hun intrede doen. Om de één of andere reden flitsen er altijd schetsen van Gustave Doré's "Dantes Inferno" aan me voorbij, elke keer als dit stuk voorbij komt. Uiteindelijk wordt alles dan toch weer rustig en wordt ik getrakteerd op het beste stukje muziek die het album bevat, nl. "12 O'Clock", een beeldschoon stuk muziek wat schitterend opgebouwd wordt door het begeleidende koor en de hemelse vocalen van Vana Veroutis.
Wederom wordt ik wakker geschudt, met een soort van pompeuze militante mars, alsof een compleet engelenleger aan mij voorbij trekt, totdat de bestemming uiteindelijk bereikt is, en ik rustig in slaap kan vallen bij de rustgevende klanken van "A Way". Eenmaal ontwaakt, realiseer ik me, na al die tijd dat ik deze plaat heb: MAN, wat een goed album!!!!