Middenin mijn tienerjaren begon ik in de fonotheek van mijn dorp een fanatieke zoektocht naar de platen die ik al zo lang wilde horen. Ouder worden opende nieuwe deuren.
On the Level van Quo stond hoog op dit lijstje en hoera, ik viste ‘m eruit! Snel naar huis, de plaat op mijn eerste platenspeler met een stofkap die niet dicht kon als er een elpee op lag.
Bij platenlabel Vertigo zat een slimme marketeer, die op iedere plaat de icoontjes van de albums daarvoor zette. Smachtend had ik die talloze malen zitten bekijken, om ze in de winkel in het echt te zien. Maar ja, geen geld hè? Na de late jaren '70 Quoplaten die ik hiervoor had ontdekt, zou ik eindelijk
Down Down op hoog volume kunnen draaien!
Blikvanger is de iconische cover, een bandfoto in een kamer vol optisch bedrog. Die kamer was kennelijk zo magisch dat ie niet alleen de juiste verhoudingen verborg, ook de snor van Alan Lancaster is foetsie! Op de binnenzijde van de klaphoes is de snor er weer. Tientallen zelfgemaakte fotootjes die de band onderweg maakte worden getoond, soms voorzien van droog commentaar. Vooral de foto van Francis Rossi met scheerschuim op zijn edele delen vond ik grappig… De muziek was puur pubergeluk, ook al was de plaat in 1980 alweer vijf jaar oud. De energie spatte uit de groeven, de band speelt ongeremd met alle kracht.
Sinds 10 (?) jaar heb ook ik de plaat op vinyl. De Polaroids vertellen me nu meer: ik zie foto’s die overduidelijk in Amerika zijn gemaakt en gezien het commentaar bij één van deze ook in Canada. Daar was de band tevergeefs druk doende geweest door te breken. Ook ontwaar ik Rory Gallagher, hoe leuk!
De muziek klinkt alsof de band in een kring staat, met mij als luisteraar middenin. Bas en drums vooraan in de mix, waarbij ook de bekkens knállen. Gitaren zijn vrij clean, maar omdat er méér dan fanatiek wordt gespeeld, walst de band over je heen.
Na het heerlijke
Little Lady is er blues met
Most of the Time, met een fraaie gitaarsolo van Rossi. Hij is misschien geen snarenracer, maar zijn noten zijn ráák. Omdat de band zo energiek speelt is dit één van de zwaarste bluestracks die ik ken. Nog altijd. Net als toen vind ik
I Saw the Light een topcompositie, wat ook geldt voor
Over and Done. Het midtempo
Nightride is dik okay.
Kant B opent met
Down Down, die ik in ’80 voor het eerst in de lange versie hoorde. Vond ik toen hartstikke lekker, alleen had het einde meer mogen knallen. In 2021 valt me op dat dit waarschijnlijk een jam was, één van de takes van het nummer. Ik hoor ze zoeken naar hoe er zal worden geëindigd.
Vervolgens nog vier heerlijke tracks, allemaal even lekker met genoeg variatie in die orkaan van energie. Na de slotsong, de bekende Chuck Berryklassieker, klinkt massale zang van publiek, wellicht mede bedoeld om de fans voor te bereiden op de naderende liveplaat.
Zoals eerder andere MuMe-auteurs vermeldden, verscheen in 2015 een special edition, dezelfde die je op streaming kunt vinden. Behalve de singleversie van
Down Down hoor je ook de EP
Live!, in de zomer van datzelfde 1975 uitgebracht. Hoogtepunten daarvan zijn
Roll Over Lay Down, de klassieker in de singleversie die je jaarlijks in de Top 2000 van NPO Radio 2 hoort; ook fijn is de heropname van
Gerdundula, deze keer mét basgitaar.
In 1976 barstte punk los en werd Quo door de Britse pers neergezet als dinorock. ‘En we waren nog twintigers,’ beklaagt Parfitt zich terecht in een biografie. Herfst 1976 verscheen de eerste punksingle,
New Rose van The Damned. Die vond ik erg goed, mede omdat je hier datzelfde slaggitaargeluid hoort als op
On The Level. Vergelijk maar eens, de muziekpers zat er echt naast: de grenzen tussen de generaties en genres liepen behoorlijk in elkaar over. Bovendien was menige punker net zo oud of zelfs ouder: de Stranglersdrummer bijvoorbeeld, tien jaar ouder dan de Quomannen.
Tot slot: als mijn theorie klopt dat ze
On The Level in takes opnamen, zou er dan nog niet-uitgebracht materiaal van deze sessies in de kluis liggen? Zou dat ooit worden uitgebracht?