...sprak hij, refererend aan een voortgaande discussie bij een heel andere plaat uit de (late) jaren tachtig.
Ik kan me wel vinden in de mening van
ABDrums (al heb je er toch nog best veel woorden voor nodig

). Ik ben zelf wat milder aangaande het algemene geluid van de jaren tachtig, maar feit is dat veel iconen uit de jaren zeventig slecht uit de voeten konden met de nieuwe tijd, en de aanpassingen die die tijd van hen vergde: kortere songs, productietechnische fratsen en synth-invloeden die aan het eind van het decennium al gedateerd klonken.
Ik moet zeggen dat ik destijds als Yes-fan helemaal niet zo ongelukkig was met 90125: de band paste zich prima aan aan de ontwikkelingen, kwam met een vernieuwd eigen geluid, dat eigenlijk voortborduurde op dat van voorganger Drama, ook zo'n plaat die ik prima kon en kan hebben, ondanks de vernietigende recensies destijds. Natuurlijk stond het nieuwe geluid mijlenver af van de hoogtijdagen van The Yes album, Fragile en Close to the edge, maar de groep leek een nieuw en jonger publiek te hebben aangeboord.
Toch leert opvolger Big Generator ons dat het een stap in de verkeerde richting was. Zodra de sterke composities opdrogen, wordt ook een Yes-album een plaat die past in het kille doorsnee-geluid van pop-acts in de jaren tachtig. Prog kun je het nauwelijks meer noemen, op de toch wel fraaie uitschieter Shoot high, aim low na. Verder vind ik Final eyes en I'm running best genietbaar, en de reden dat er bij mij toch nog drie sterren vanaf kunnen. Rhythm of love en Love will find a way zijn duidelijk bedoeld om de MTV-generatie aan te spreken. Het overige materiaal is niet echt slecht, maar voor Yes-begrippen toch wat ondermaats.
Maar het is vooral het geluid dat Big Generator de das omdoet: 90125 had nog wel een mooie ruimtelijke productie, met dank aan Trevor Horn. Maar die verliet halverwege de opnamen het schip, waardoor dit album vooral een volgepropte indruk maakt. En de tijd is niet vriendelijk geweest voor rock-albums als deze.
Mijn persoonlijke indruk is wel dat dit de meest 'eighties' klinkende plaat van Yes is. Het hangt er een beetje vanaf hoezeer je open staan voor een ander geluid dan dat van de toppers uit de jaren zeventig, maar ondanks enkele misperen vind ik dat Yes in latere jaren toch nog wel een aantal aanrdige platen heeft afgeleverd. Zoals Magnification, Talk, The ladder en vooral het tweeluik Keys to ascension. Al helpt het natuurlijk dat die laatste voor de helft is gevuld met uitstekende live-registraties van hun topnummers.