De verering die Slayer soms ten deel valt heb ik nooit zo goed begrepen. Hoewel ik de heren zeker niet tekort wil doen zijn er een aantal punten die mij altijd wat hebben tegengestaan aan de band; Tom Araya heb ik nooit zo'n geweldige zanger gevonden (hoewel hij in het trash- en metalgenre daar zeker geen uitzondering in vormt) de beste man komt altijd wat geforceerd over, hoewel zijn zang op zich ook weer niet misstaat bij de grofkorrelige sound. Ten tweede vind ik het jammer dat de band bijna altijd de snelheid opzoekt. De heren weten vaak met spannende intro's een mooi verwachtingspatroon neer te leggen om na enige tijd weer het snelheidspedaal in te drukken wat voor mij afbreuk doet aan de songs. Op South of Heaven weten de heren mij langer geboeid te houden dan op vele andere worpen van de band. De jaren 90 zijn aangebroken en er is wat meer ruimte voor 'groove' Read Between the Lies vormt daar een mooi voorbeeld van, afwisselend, een door merg en been gaande gitaarsolo en prima tempowisselingen, dit werkt goed. Dissident Agressor en Mandatory Suicide zelfde laken het pak, zo hoor ik Slayer het liefst, helaas is dat vaak maar bij vlagen het geval. Het zal niet geheel toevallig zijn dat ik Skeletons of Society (wellicht de meest 'groovende' en tevens meest langzame song van de band op opvolger Seasons of the Abyss) het beste nummer vindt van Araya en consorten. Desalniettemin is South of Heaven een redelijke plaat van de heren en zelfs 1 van de van beteren in het oeuvre van de band.