Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #205
Ik realiseer me dat ik onderbewust altijd genoegen heb genomen met grofweg 1 Tom Waits-album per decennium. Het makkelijke, toegankelijke maar telkens in-de-roos-schietende
Closing Time voor de ‘70s. Het complete en Waits-samenvattende
Rain Dogs, dat momenteel opnieuw in mijn top-10 bivakkeert, voor de ‘80s. Het krankzinnige
Bone Machine, dat in deze lijst eerder de revue passeerde, voor de ‘90s. En tot slot het berustende
Alice voor de ‘00s. Tom Waits kan ik niet elke dag draaien, en dus bevatten die vier albums reeds alles wat ik van de beste man had kunnen wensen. Evengoed heb ik nog 6 andere albums van hem in de kast staan, echter draai ik die allen minder dan 1 keer per jaar.
Swordfishtrombones is daar een van. Een plaat uit de “Rain Dogs era” die ik altijd heb gezien als het genietbare maar mindere broertje van laatstgenoemde. En waar ik als gevolg daarvan zelden naar teruggrijp, terwijl ik
Rain Dogs regelmatig draai. Eens zien wat verschillende beluisteringen in de context van deze lijst daarmee doen!
Welk Waits album je er ook bijpakt: de muziek is tijdloos. Zo ook
Swordfishtrombones. Oké, het klinkt af en toe als iets 17de eeuws en bij vlagen zelfs als klanken uit het holbewonertijdperk, maar het staat zo vrij van hypes en mode dat de aandacht als vanzelf vloeit naar de vele details die de muziek rijk is. De koptelefoon kan helpen om de subtiliteit en kleur van nummers als ‘Shore Leave’ ten volle te ervaren. Subtiliteit die in een grotere ruimte zonder volledige aandacht het risico heeft onder het tapijt te belanden. Ik heb in het RYM-topic al eens gezeurd over de gitaar - met name wanneer die er ‘by default’ bij wordt gepakt, ‘omdat dit nu eenmaal zo hoort’. Nee, dan ‘Shore Leave’! Hier krijgt het geluid de ruimte, met een open productie die lijnrecht staat tegenover het generieke en dichtgesmeerde geluid dat je met name in de 90s regelmatig tegenkomt.
Er gebeurt hier ontzettend veel, waar dan ook nog de absurdisme-multiplier overheen gaat: je wordt zoveel vervreemdende straatjes en steegjes ingestuurd dat het bijna niet te geloven is dat deze plaat slechts 40 minuten duurt. En het is niet langdradigheid, maar juist rijkdom die daarvoor zorgt. Een track als ’Swordfishtrombone’ (met wat is het, een marimba?) is een minifilm op zichzelf. Wat me nu pas goed opvalt is hoe Waits geen klankkleur schuwt, noch in instrumentatie, noch in zijn stemgebruik, hoe hij haast overdreven varieert, en toch zo’n onmiskenbare sound weet neer te zetten. Als een soort Kendrick Lamar avant la lettre speelt hij met verschillende persona’s, variatie aan stemmetjes, ironische achterbuurtretoriek en speelse ondeugendheid. Zeker voor de ‘80s is dit daarmee een zwaar vooruitstrevende plaat - iets wat al snel miskend wordt omdat Tom Waits zichzelf regelmatig als een soort holbewoner in het geheel positioneert en terloops teruggrijpt naar traditionelere tunes. Dat getuigt evengoed van durf en onafhankelijkheid, twee eigenschappen die gecombineerd met het ruwe talent van Waits om liedjes te schrijven, als vanzelf tot zijn pracht-discografie leiden. Mijn enige bezwaar is dat het af en toe net te kolderiek wordt. Zo ben ik niet zo’n fan van ‘Down, Down, Down’ en ook ‘Gin Soaked Boy’ kan ik wat minder mee.
Tom Waits durft de klankenverkleedkist in tegenstelling tot de meeste artiesten volledig open te gooien. Met bij elke klank een bijpassend verhaal, consistent bijeengehouden door zijn niet aflatende schuurpapiermelancholiek. Men zoekt vaak aanknopingspunten, muziek die ergens op lijkt om daar aan te kunnen refereren, structuren waarvan 90% elders en eerder al geland is. Die krijg je hier dus niet. Je moet je voor een plaat als deze even over jezelf heenzetten. Omdat ik zoals eerder beschreven mijn Tom Waits portie al binnen had ten tijde van ontdekking van deze plaat, heb ik nooit goed genoeg geluisterd naar deze, en dat terwijl de cd hier al bijna 15 jaar in de kast staat. Hernieuwde contextloze beluisteringen deze week hebben mij duidelijk gemaakt dat deze terecht wordt geschaard onder de Waits-hoogtepunten.
Swordfishtrombones is een rauwe en harde plaat die makkelijk verzuipt in Waits' oeuvre - iets wat alles over dat oeuvre en niets over deze plaat. Want die is ijzersterk, zolang je hem vrij van context en verwachtingen in je opneemt.
3.5* was echt te weinig, ik zit inmiddels meer tussen 4* en 4.5* in voor deze.