'Seeing visions, or falling up somehow'
Werd indertijd door veel critici en kopers ontvangen als een soort creatieve wederopstanding, hoewel een echte hitsingle ontbreekt. Zelf liet ik ‘de Avocado’ toen aan me voorbij gaan. Na twee matige platen was Pearl Jam mijn interesse een beetje verloren, en het nogal schreeuwerige begin van het album maakte me niet direct enthousiast. Het was tot voor kort zelfs de enige studioplaat van Pearl Jam waar nog geen stem van mij bij stond.
Bij nadere beschouwing vind ik de plaat beter dan ik vreesde. De band kiest ervoor het experiment en de democratie grotendeels achterwege te laten, en zich te concentreren op waar ze goed in zijn. Het begin is vooral manische punkrock, daarna volgt midtempo, en aan het einde van de plaat wordt van dik hout de meest emotionele planken gezaagd. De liedjes verrassen minder dan op vorige platen, in zowel positieve als negatieve zin, en soms staan er iets teveel gelijksoortige liedjes bij elkaar, waardoor de plaat haar balans dreigt te verliezen.
Desondanks, de formeel tweede titelloze plaat van Pearl Jam (op de oorspronkelijke persingen van Vs. (1993) stond namelijk ook geen titel afgedrukt) is bij vlagen behoorlijk overtuigend, met een gepeperde band en een Vedder die uitstekend bij stem is. Zelf mis ik wat verrassing en subtiliteit, waardoor ik nu niet hoger kom dan 3,5*. Bij herbeluistering in de komende jaren zie ik dat nog wel groeien naar een krappe 4*.
‘Life Wasted’
Schreeuwerig begin dus, maar effectief is het wel, met een band die in topvorm klinkt en (nog belangrijker) een Eddie Vedder die de vermoeide kreuntoon van de laatste twee platen inruilt voor een giftige, scherpe snauw. Zonder een meesterwerk te worden is ‘Life Wasted’ een knallend startschot van het album, heerlijk om mee te blèren.
‘World Wide Suicide’
Solocompositie van Vedder, na de opener de tweede schreeuwerige rocker op rij. Als single wist het me toen niet te boeien, maar ik moet zeggen dat het de veertien tussenliggende jaren behoorlijk goed heeft overleefd. Heerlijke groove, lekker vuige gitaarsound, catchy refrein, lekker chaotische break die eindigt met Vedder die zijn longen uitschreeuwt over de ritmesectie… Topsong eigenlijk, misschien zelfs wel de beste van het album.
‘Comatose’
En alweer de derde schreeuwerige rocker op rij. Op zichzelf hoeft ‘Comatose’ niet onder te doen voor de vorige twee, maar hij lijdt wel onder de plaatsing op dit album, op een moment dat de luisteraar begint te snakken naar een adempauze. Verder wel een lekker punkliedje, al dacht ik toen ik in het cd-boekje bij ‘music’ ziet staan ‘McCready/ Gossard’: Hoezo waren er twee mensen nodig om die muziek te schrijven?
‘Severed Hand’
Het tempo gaat iets omlaag, maar dan ook echt íets, voor de minst mooie solocompositie van Vedder op dit album. ‘Severed Hand’ moet het hebben van de dynamiek tussen de verschillende sferen waartussen het nummer schuift. Daarmee bedoel ik eigenlijk: echt een coherent liedje heb ik er nog niet in kunnen ontdekken. Tijdens de bridge wordt het een stuk beter, maar dan zit al twee derde van het nummer er alweer op.
‘Marker in the Sand’
De op deze plaat verrassend dominante Mike McCready inspireert met deze compositie Vedder eindelijk tot wat melodie. Het blijft vrij stevig en schreeuwerig (vooral de coupletten) maar het refrein is dan ineens zo warm en bijna-teder, dat het voelt als een warme douche na alle manie die voorafgaat. Omdat het -buiten dat refrein- niet héél veel te bieden heeft, had er ook best een minuutje vanaf geknipt kunnen worden, maar vooruit: fraai nummer.
‘Parachutes’
Een van de weinige composities van Stone Gossard is meteen ook de eerste echte ballad na vijf rockers. Inclusief aandoenlijke tekst van Vedder is het, als liedje, één van de mooiste dingen op het album. Toch wordt het tingel-tangel geluid, op het laatst pas ingekleurd met extra gitaren en toetsen, wel al snel een beetje irritant. Een groter probleem is dat het nummer absoluut niet past bij de stem van Vedder, die hier soms uitermate vals zingt. Een potentiële toekomstige wereldhit voor iemand anders.
‘Unemployable’
Matt Cameron levert zijn enige compositorische bijdrage, in samenwerking met McCready, en de combinatie van schimmige gitaarlijnen en hoekige ritmes is redelijk typerend. Desondanks typisch zo’n albumtrack waarbij je naar vijftien keer luisteren denkt: hé, dit is best gaaf! Niet al te toegankelijk, maar wel één van de liedjes van de avocado die het vaakst spontaan opduikt in mijn hoofd.
‘Big Wave’
Bassist Jeff Ament componeert deze bescheiden bijdrage aan het album. Er wordt niet te moeilijk gedaan met dit gruizige punknummer, met een tekst van Vedder over oceanen en zo. Lijdt ook weer onder een beetje een overdaad aan schreeuwerige punknummers op dit album, maar verder een lekkere rocker.
‘Gone’
Het volgende hoofdstuk in Vedders nooit verschenen conceptalbum over de fantastische roadtrip van het buitenechtelijke kind van Bruce Springsteen en een berggeit? Maar even serieus, een duidelijke fanfavoriet, derde single en het begin van het meer ingetogen einde van de plaat. Ik vind het er wel érg dik bovenop liggen (zelfs voor Pearl Jam-begrippen) en Vedder lijkt het refrein ter plekke te verzinnen (‘Gooone, ummwurr-GOOONE this time yeah, HEYA OOOOWWW’), maar goed: het raakt je wel.
‘Life Wasted (reprise)’
Dat je makkelijk thematische samenhang op je album kan suggereren door tegen het einde een reprise te doen van een eerder liedje, wisten de Beatles natuurlijk al. Dit is daar weer een aardig voorbeeld van.
‘Army Reserve’
Vedder schreef de tekst samen met toenmalig gevangene Damian Echols van de ‘West Memphis Three’, een moordzaak die symbolisch werd voor bepaalde kritiek op het Amerikaanse rechtssysteem. Jeff Ament schreef de muziek. Zijn typisch horizontale, stugge stijl van componeren heb ik in deze recensies een aantal keren bekritiseerd, maar hier zal ik het niet doen: ongemakkelijk schurend, oprecht uitdagend en stormachtig in het refrein. Op een plaat waar vaak toch wat weinig risico’s worden genomen, is ‘Army Reserve’ één van de weinige nummers die écht wat toevoegen aan het oeuvre van de band.
‘Come Back’
De plaat eindigt met twee ingetogen nummers, waarvoor Vedder en McCready samen de muziek schreven. ‘Come Back’ slaagt erin van nóg dikker hout planken te zagen dan op ‘Gone’, en soms voelt het op deze bluesballad alsof er een recordpoging ‘gemeenplaatsen noemen’ wordt gedaan. En toch, de sentimentele snikken in het liedje treffen allemaal doel, en als Vedder in de coda smeekt ‘I’ll be here/ come back! / come back!’, is het lastig om geen brok in je keel te krijgen. Kut-Eddie.
‘Inside Job’
Na ruim vijftien jaar Pearl Jam het eerste nummer met een tekst van gitarist Mike McCready, althans voor zover mij bekend. Het werd niet overal even goed ontvangen, maar zoals ik al eerder bij een tekst van Gossard opmerkte: na alle pathetiek waar we Vedder mee laten wegkomen, moeten we anderen misschien ook wat gunnen. Dat neemt niet weg dat 'Inside Job' wat te sentimenteel en cliché is om echt boven de middelmaat uit te komen, en bovendien zeker twee minuten te lang duurt.