Opnieuw zet MusicMeter (punt En El!) de Australische cover bij een album, net als bij voorganger
High Voltage. De plaat die in de nazomer van ’76 in Nederlandse platenbakken (En El!!) terechtkwam was
deze, een prachtige, eigenzinnige hoes van de ontwerpers van Hipgnosis.
Samen met een maatje was ik begin jaren '80 bezig om eerdere albums van AC/DC te ontdekken. Het tweede (Europese) album stelde bepaald niet teleur.
De titelsong is een heerlijke midtempo rocker met een grommend koortje in het refrein; de titel bleek een probleem om te vertalen. Daarna
Love at First Feel, met een shuffle die aan glamrock herinnert.
Hierboven las ik de meningen over de tekst van
Big Balls. Toen wij de plaat voor het eerst hoorden, moesten we hard lachen, pubers die we waren. Met de oren van nu valt op hoe Scott hier met een kak-aristocratisch accent zijn quasi-opschepperige verhaal doet; de man had een gave om teksten met een knipoog te schrijven en juist dat vind ik nu zo leuk.
De track sluit abrupt af, waarna onmiddellijk
Rocker eroverheen knalt, een effect dat op streaming verdwijnt door die ene seconde stilte. Kant A sluit af met
Problem Child en man, dát ging me toch over ons:
“And my mother hates me!” Dat ging zeker op als ze de stop eruit draaide en ik opeens in de stilte zat, om daarna boos naar beneden te stormen en ‘m er weer in te draaien. Puberstrijd… Als de song voorbij is, begint ie weer om langzaam te worden weggedraaid; simpel maar erg effectief.
Kant B opent met het ietwat slappe
There’s Gonna Be Some Rockin’, wat ik jaren later bij Jovink & De Voederbietels tegenkwam als
’t Geet Hier Spoken. Die hertaalde versie bracht me terug naar het origineel, waardoor ik deze plaat herontdekte.
Daarna
Ain’t No Fun Waiting Round To Be a Millionaire. Ik schrijf dit de dag nadat de postcodeloterij alwéér niet op mijn adres is gevallen, maar toen leerden we de zinnen
“I got holes in my shoes, I got holes in my teeth, I got holes in my socks, I can’t get no sleep” lachend uit het hoofd. Bovendien subtiel-knap opgebouwd naar het snellere tweede deel.
Ride On. Hoorden wij een ingetogen bluesje? We waren verbaasd, lekker was het wél! Mooie tekst en solo ook.
Met
Squealer komen we aan het einde van de plaat. Wat ons toen vooral opviel was het soleren van Angus Young, die ten opzichte van de vorige plaat duidelijk vooruit was gegaan. Dat merkte je al op eerdere nummers, hier valt het helemaal op. Wat me nu pas opvalt is de four-to-the-floor-beat. Dat is echt niet gedaan om discofans te winnen, juist daardoor wordt er opnieuw zo sterk een climax opgebouwd.
Heerlijk plaatje, qua productie identiek aan voorganger
High Voltage. De band maakte duidelijk progressie met heftiger uitbarstingen (
Rocker,
Problem Child,
Squealer) tot gevolg. De humor is nog sterker aanwezig en dit alles tesamen levert eerlijke rock ‘n’ roll op van een vijftal dat keihard werkte, met altijd met een knipoog naar de luisteraar.