Ichiko Aoba is een 30-jarige artiest uit Tokio die sinds 2010 actief is in de Japanse folkscene, zo valt te lezen op haar
Wikipediapagina die ze zelf in eerste persoon enkelvoud geschreven heeft. 0 bracht ze uit in 2013, toen ze 23 was dus, en ik benadruk die leeftijd nog even omdat het niet gebruikelijk is dat artiesten rond deze leeftijd al zo'n duidelijke artistieke visie en vooral technisch compositietalent hebben. Het album bestaat alleen uit Ichiko en haar gitaar, maar dat betekent niet dat het een generiek geluid heeft. Opener
いきのこり●ぼくら (
We're Survivors) klinkt nog zodanig vriendelijk dat je het ook in een café zou kunnen horen* - totdat je de Engelse vertaling van de tekst leest, althans - maar wat daarop volgt gaat echt ver de diepte in op verschillende manieren. Het daaropvolgende
I am POD (0%) geeft het woord kalmerend een compleet nieuwe betekenis (maar echt), terwijl
Mars 2027 voor het eerst in Ichiko's carrière een stekelig en vrij uitbundig geluid heeft. Op laatstgenoemd nummer kunnen we ook een belangrijke eigenschap van de muziek op specifiek dit album observeren, te weten zijn meanderende karakter. Ichiko Aoba heeft een gave om compleet verschillende stukken muziek naadloos in elkaar over te laten lopen, zonder dat het ook maar enigszins gekunsteld aanvoert. Op
機械仕掛乃宇宙 (
Clockwork Universe), misschien het prijsnummer van de plaat, al heb ik elke week een andere, valt dit ook te horen. Het gitaarloopje waar het nummer mee begint, overigens misschien wel hét mooiste gitaarloopje ooit, verdwijnt al vrij snel wanneer Ichiko toch besluit een compleet ander nummer te laten horen, om pas na zeven minuten weer zijn herintrede te doen. En ondanks het feit dat alles wat daarvoor in een compleet andere toonsoort en zelfs maatsoort stond, klopt het gewoon zo. Ik kan er ontroerd van raken.
Waar ik echter vooral ontroerd van raak is simpelweg de mooiheid van dit album. Het is grappig dat ik op een muziekforum waar ik nu zo'n 9000 berichten heb geplaatst na tien jaar terugval op dat woord, mooiheid, om deze muziek te omschrijven - het is een beetje alsof je de Librije aanprijst omdat het eten zo lekker is - maar het is wel zo. Ichiko's muziek is goed omdat het mooi is. Zonder in oriëntalistische stereotyperingen te willen vervallen, denk ik erin wel wat terug te horen van de Japanse minimalistische estethiek. Ze heeft een uitzonderlijk oor voor het evenwicht brengen in haar liedjes en voor de timing van spanning en ontspanning. De minimale productie (ik herhaal: alleen gitaar en zang) zorgt er bovendien voor dat de rijkheid van de composities optimaal tot hun recht komen. Want rijk zijn ze: ik heb het tijdens de lockdown mijn missie gemaakt om dit hele album op mijn gitaar te leren, en ik raakte echt versteld van het ongelooflijke scala aan akkoorden en aanslagstijlen die Ichiko uit haar gitaar haalt. Akkoorden waarvan ik nooit wist dat ze mogelijk waren plaatst ze achteloos naast akkoorden waarvan je op papier nooit zou zeggen dat ze zouden werken. Op die manier (ja, ik weet dat ik overdreven klink), snap ik de verhalen van mensen die moesten huilen in de Romeinse Villa Borghese: het is gewoon zo mooi!
0 is daarnaast ook uniek, troostend, lief, onheilspellend, muzikaal waanzinnig gecompliceerd, ingetogen, intelligent, revolutionair melodieus, en heeft zich in korte tijd weten op te werken tot één van mijn favoriete albums ooit. Hoewel ik de muziek niet tekort wil doen door het met die van andere artiesten te vergelijken, zou iedere liefhebber van Joanna Newsom, Joni Mitchell of Nick Drake dit moeten beluisteren, om erachter te komen dat Ichiko ze op sommige momenten gewoon naar de kroon steekt. Als mijn verhaal jullie niet overtuigt van de hemelse kwaliteiten van haar muziek, moet het maar
dit filmpje zijn - sprookjesachtiger ga je het toch niet krijgen?
*En dat is geen minpunt - ik luister het nummer nu weer en misschien is het toch dit nummer dat mijn favoriet is. Verdomme, wat een plaat.