DargorDT schreef:
Ik wil het niet voelen, maar misschien moet ik toch maar erkennen dat ik er wat meer van had verwacht. Een lichte teleurstelling kan ik moeilijk onderdrukken. [...] Waar dat aan ligt, weet ik wel. Er komen te weinig memorabele momenten langs. Een prachtige riff, een verrassende melodie, een bepaalde flow. Iets aparts dat je pakt. Dat heb ik altijd met deze band gehad. De herkenbare sound, het toetsentapijtje, de subtiele gitaren, die overdaad een speelse en leuke melodieën, het avontuur... Een goed FK-album is avontuurlijk, bezit een bepaalde energie en pakt je in met een flow die verslavend kan zijn. [...] Waiting For Miracles voelt anders. Het is een beetje hollen en stilstaan, het voelt wat fragmentarischer aan, wil in mijn oren niet lekker op gang komen en ik kan skipmomentjes lastig onderdrukken. Tijdens Vertigo bijvoorbeeld.
En dat fragmentarische resulteert bij mij in het feit dat de nummers eigenlijk nauwelijks een eigen identiteit krijgen, en hetzelfde geldt daarmee voor de plaat als geheel. Het luistert allemaal prima weg, maar als ik die lange nummers op de eerste CD van
Waiting for miracles vergelijk met
Calling home,
One more time,
Love is the only answer,
Drivers seat en
Love supreme (om maar een paar van de epische meesterwerken van eerdere FK-platen te noemen), dat waren echt nummers van 10 à 20 minuten die zó compact en to-the-point en hecht geconstrueerd waren dat ze voor mijn gevoel amper 5 minuten duurden. En zo krijg ik voor het eerst bij een Flower Kings-plaat ook het gevoel dat er teveel gitaarsolo's op staan: waarom moeten
The bridge en
Ascending to the stars en
The rebel circus allemaal eindigen met een lange gitaarsolo die feitelijk niets toevoegt behalve, wel, een lange gitaarsolo?
Een onvoldoende geven voor een plaat van de Flower Kings zal ik niet gauw doen, daarvoor zijn het enthousiasme en de positiviteit en de kleurigheid van hun muziek mij te lief, maar dit album bevat gewoon teveel momenten waarop mijn aandacht afdwaalt omdat de nummers nergens heen lijken te gaan. De nummers waarop Stolt wèl grip op zijn materiaal lijkt te hebben en die wèl kop + interessante structuur + staart hebben (
Sleep with the enemy,
Steampunk,
We were always here) zijn dan ook meteen geweldig (of
lijkt dat alleen zo maar vanwege het contrast met het overige materiaal?), maar dat is niet voldoende om de plaat als geheel een echt hoge score te geven.