Nou ja, de titelsong, First we take Manhattan, Everybody knows, Ain't no cure for lover en vooral de afsluiter Tower of song - dan heb je al vijf absolute toppers te pakken. De overige nummers zijn een slagje minder, met Jazz Police als de zwakste schakel, maar over de hele linie is dit een erg sterk album. Die eind-jaren tachtig productie doet inderdaad wat goedkoop aan, maar stoort me allerminst. Sterker nog, ik vind die machinale begeleiding eigenlijk wel erg goed bij Cohens diep-donkerbruine stem passen. Het geeft de sinistere tekst van bijvoorbeeld het openingsnummer een nog dreigender lading.
Wellicht speelt ook bij mij mee dat dit het eerste volledige album was dat ik van Leonard Cohen in huis haalde. Ik kende hem van een aantal evergreens uit de jaren zestig, maar had me tot dan toe nooit zo verdiept in zijn oeuvre. Dat is inmiddels anders, maar dit vind ik, samen met The future, nog steeds een van zijn sterkste albums. De instrumentatie bevalt me zelfs beter dan op zijn jaren zestig-platen, waar de begeleiding me soms wat te eenvormig is.
Nu ik erover nadenk: het was
dit album van Jennifer Warnes (die veel achtergrondzang deed op Cohen-platen) die me op het spoor van de meester zelf zette. Mooie coverplaat, en in mijn geval dus een prima introductie tot het 'echte' werk.