De 'heavy crime' van Deep Purple, founding fathers van de hardrock, bestaat erin, zeggen ze vol zelfspot, dat ze zich in 2021 zomaar even 16 songs van anderen toeëigenen. In de royaal op Tarantino's 'Reservoir's Dogs' geïnspireerde video van single 'Oh Well' is goed te zien op welke snode wijze de Deep Purple-bunch het jatwerk van Fleetwood Mac, Ray Charles, Bob Dylan e.a. heeft gepland en uitgevoerd. Het verdict voor dergelijk cover-stealing, aldus verder de video, blijkt niet min. Steve Morse (67), 15 jaar; Don Airey (73) 15 jaar; Ian Paice (73), 20 jaar; Roger Glover (75), 20 jaar; Ian Gillan (76), 30 jaar tralies. Gold ook niet eens als verzwarend element de duidelijke vaststelling van recidive, want ook in de Purple Mark I bezetting had met 'Hush', 'Hey Joe' en ander moois al duchtig gecoverd, maar van die tijd bleek enkel Ian Paice van de huidige bandleden betrokken.
Gewoon het zoveelste lockdown-afstandsproject dus dit, Deep Purple's coronaplaat, een begeesterd tussendoortje. Deden het dus niet uit luiheid, omwille van writersblock of contractuele verplichting. Nee, alles is integendeel, wat zouden ze de wereld overigens nog moeten bewijzen. In Deep Purple's nieuwste wordt bovendien geen enkele original verkracht. Ondanks de afstand spat het spelplezier er meters van af. Ieder nummer krijgt onvermijdelijk organisch het eigen Purple-watermerk. Alle ingrediënten zitten erin. De Morse-gitaarbliksems, het versplinterend klassiek Aerey-orgelwerk en ongelooflijke pianotoetsen als eeuwig tribuut aan Jon Lord, de altijd solide bassende Glover, verbluffende Paice, dartel jonglerend doorheen z'n zeer uiteenlopende percussiestijlen. De intussen nog belegener zang van Gillan, maar toch even flexibel en messcherp als vanouds, inclusief, gedoseerd in z'n enkele stevig gepassioneerde uithalen.
Deep Purple-knipoogjes naar eigen werk zijn niet van de lucht , zo de 'Smoke On The Water'-riedel in 'Rockin' Pneumonia...' . Maar verrassendst blijkt de voorliefde voor de oude rock and roll uit hun eigen jonge jaren, de fifties, sixties, seventies, zelfs de forties. Gillan was daar eerder al goed in.
'7 And 7 Is' rockt en wervelt. Anders dan in het origineel van Love, maar Morse en Airey gaan met hun solo's schitterend in duel en Aerey's synthesizer jankt als bij The Stranglers op dreef. En dit alles genepen in slechts een goeie twee minuten. 'Rockin' Pneumonia And The Boogie Woogie Flu' is dan weer een regelrechte oude dansvloerswinger.
Klapper 'Oh Well' van de vroege Fleedwood Mac krijgt, met dank vooral aan Morse' geweldige gitaarwerk, een machtige versie, ook de karakteristieke Purple-outro klinkt 'oh so well'.
'Jenny Take A Ride!', prachtig swingend rock and rollnummer, kordaat zoals alleen Purple dit hier kan coveren en met uitmuntende 'speed king' Gillan - z'n schreeuwtje zit op minuut 2:16. Dylan's 'Watching The River Flow' transformeren ze tot een vlugge honky-tonk pianoshuffle en het nummer krijgt als outro de klassieke pianoreprise die wellicht alleen Don Airey had kunnen bedenken. Met 'Let The Good Times Roll', oudste song uit the forties van Louis Jordan, hengelt Deep Purple, met nachtclubcroonende Gillan, ongetwijfeld naar een full big band-uitvoering in 'Later... with Jools Holland' op de BBC. Sterk. Het verrassende 'Dixie Chicken' volgt dan getrouw in de sporen van Little Feat.
'Shapes Of Things' is geheel paars gekleurd, heavier en beter nog dan de Yardbirds zelf, met een glansrol van Ian Paice, of nee, toch maar weer... de hele band.
Bij 'The Battle Of New Orleans' ontschiet even een onthutsend 'Zijn dit echt de hardrockers Deep Purple?'. Maar toch compleet verbazend wat ze met het ouwe folk- countrynummer doen. 't Is zelfs Roger Glover die de zangpartij voor zijn rekening neemt. Maar maakte die zelf ooit ook al niet zo'n atypisch nummer, 'Butterfly Ball'? Ook 'Lucifer' van Bob Seger krijgt een excellente Purple-pimp en Gillan soleert en feest er als de be(e)sten. Ook 'White Room', zeer Cream-getrouw, zit Deep Purple als gegoten.
Afsluiter op dit Deep Purple pop-up-coronapodium 'Caught In The Act' is een medley. Freddie King ('Going Down'), Booker T. & The M.G.'s ('Green Onions'), Led Zeppelin ('Dazed And Confused'), The Allman Brothers Band en Spencer Davis Group worden samengekneed tot één geïnspireerde geluidsband/rocksong. Het drijft met stevig honky-tonk de medley in en behoudt zijn volledige schwung tot finaal de hele band, enthousiast meezingend, met Gimme Some Lovin' landt.
Zo, Deep Purple covert Led Zeppelin. Robert Plant van zijn kant, hij covert zich in dit eigenste 2021 in duet met Alison Krauss weer de charts in. Dit 'Turning To Crime' van Deep Purple is een gevarieerd, op en top geloofwaardig collectief project van een instituut. Het komt tussendoor, omdat ze 't gewoon niet konden laten, met een verfrissende make-over van twaalf songs in de unieke sound van z'n sedert 1968 gegroeide legende. Hoe bar ook de tijden altijd zal dit Deep Purple, als waren het nog de jonge snaken van toen, gespierd, gedreven en vol humor blijven verder musiceren. De cohesie is zelfs, sedert de 'Morse, Airey, producer Bob Ezrin-periode', hechter dan ooit tevoren. Krijgt de rol van Ezrin als zesde man zo intussen niet stilaan George Martin-allures?
Soit, de Deep Purple-gang ziet er, aldus opnieuw de video van 'Oh Well', vandaag bovendien ook còòler uit dan ooit. Kijk naar de grijnzende Gillan, met juwelen, ha ha, en piekfijn in het pak. Nee, begrepen, dat cynische gevangenisplunje van de plaathoes was nergens anders voor nodig dan voor de grap.
...Gaan ze daar bij jullie ook weer naar lockdown?