New York Dolls is het ultieme proto-punkalbum. Een glorieuze mix van Stooges, glam-rock, Rolling stones, jaren '50 rock 'n' roll en catchy popdeuntjes. In 1973 was dit een baanbrekend album. Er was nog niets dat zo klonk: zo pretentieloos, zo 'down & dirty', zo zelfparodiërend (Voor degenen bij wie het kwartje nog niet was gevallen: de Dolls waren een bende travestieten). Met recht wordt dit dan ook een klassieker genoemd.
De frontman was zanger David Johansen, maar het brein achter de groep en schrijver van de meeste nummers was gitarist Johnny Thunders, alweer zo'n zelfdestructieve rockheld, die later ook nog de Heartbreakers zou oprichten (waarin ook een jonge Richard Hell heeft gespeeld).
Personality crisis is hun 'signature tune' en één van de beste nummers van de periode. Het nummer springt haast uit elkaar van aanstekelijke gitaarriffs, epileptisch gebrul en pianospel à la Jerry Lee Lewis. Ook
Looking for a kiss en
Vietnamese baby swingen de pan uit, voortgestuwd door Thunders' haast klakkeloze 'on the spot'-gitaarwerk.
Lonely planet boy is een beetje een vreemde eend: We horen zelfs een akoestische gitaar!
Ook
Trash, met die karakteristieke achtergrondzang, het koddige
Subway train,
Private world en
Jet boy, de laatste met een spetterende gitaarsolo, zijn allemaal pareltjes op een vuilnisbelt. Ook een Bo Diddley-cover kreeg een plaatsje de tracklist:
Pills, met mondharmonica uiteraard.
New York Dolls is een geweldige blauwdruk van het decadente, minder voorbeeldige deel van het New Yorkse stadsleven begin jaren '70 en een grote inspiratiebron voor de gehele punk-beweging die later zou komen. Maar daarnaast is het gewoon ontzettend vermakelijke, sleazy rock 'n' roll! Dikke 4/5.