Het verbaast me dat ik bij dit baanbrekende album pas het tachtigste bericht schrijf, want niet alleen opende deze plaat volgens mij voor veel andere artiesten een (artistieke èn commerciële) deur, maar het was ook voor veel "oudere" luisteraars de ingang tot een "jong" muziekgenre (bij het optreden van Underworld in 013 op 20 maart 1999 liep de leeftijd van het publiek in ieder geval van 16 tot 60 jaar uiteen).
Moeilijk om hier wat over te zeggen omdat er zoveel gedachten en gevoelens omhoogkomen bij die unieke mix van diepe beats, warme bassen, geluidseffecten, abstracte teksten, suggestieve ritmes, rare stemmetjes, gevarieerde tempi, onderstromen van bijgeluidjes en last but not least natuurlijk die tekstflarden die zich als oorwurmen in mijn geheugen hebben vastgezet: "And I see Elvis!", "Here comes Christ on crutches", "I get my kicks on Channel 6", "Everything everything", "An eraser of love" – als Karl Hyde wat commerciëler gezind was zou hij sommige van zijn vondsten ongetwijfeld als slagzinnen voor commercials kunnen slijten.
Apart beoordeeld vind ik niet alles even sterk (Surfboy, Tongue), maar zulke iets mindere nummers zorgen wel voor een mooie afwisseling tussen het "gewone" werk en de hoogtepunten (met name Dark & long, Spoonman en Dirty epic) en geven het album zo een knappe flow. Als ik er met frisse oren naar luister heeft dit album eigenlijk weer (of nog altijd) dezelfde impact als indertijd (ook al leerde ik het pas ná Second toughest kennen).