‘De nieuwe Elvis heet Costello’ kopte de poppagina van de NCRV-gids, die wekelijks in mijn ouderlijk huis op de mat viel. Dat was in 1977 denk ik, na het verschijnen van zijn debuutplaat
My Aim Is True. Of misschien nadat opvolger
This Year’s Model uit was, een jaar later. Voor de Oelewapperpagina was ik sinds kort te oud, de poppagina had mijn aandacht. De kop maakte kennelijk zoveel indruk, dat ik ‘m nu nog weet.
Non-albumsingle
Watching The Detectives was regelmatig op Hilversum 3 te horen, ook al werd het in Nederland geen hit. Dit alles leidde ertoe dat Costello tot op de dag van vandaag in mijn geheugen staat geprent onder het kopje ‘In de gaten houden!’
De poppagina van de allesbehalve progressieve NCRV werd geredigeerd door Skip Voogd. Op Hilversum 3 kondigde hij met keurige presentatiestem plaatjes aan en af. Te rustig. Hij was niet “Je bent jong en je wilt wat!!!”, zoals Veronica ons sinds kort luid voorhield. Maar met zijn overlijden in deze decembermaand moest ik onmiddellijk aan de titel van dat artikel denken.
In podcast
Dit was de radio en het dikke boek
50 jaar 3FM komt hij langs.
De bedaarde stem was opgegroeid met bigbandjazz, omarmde als jongvolwassene showorkesten met hun zingende stersolisten, daarna rock ‘n’ roll met de volgende generatie tieneridolen en had in 1965 aan de wieg van Hilversum 3 gestaan. Wat bewoog een keurige meneer, nog ouder dan mijn vader, om op 45-jarige leeftijd zo ronkend over Costello te schrijven?
De beste manier om dat uit te zoeken, is het draaien van die eerste twee albums. Vooraf: ik claim niet een grote kenner van Costello te zijn. Pas in juli 1995 hoorde ik voor het eerst een volledig album van Costello, nota bene
een verzamel-cd, omdat een vriend die voor mij had gekopieerd op cassettebandje (het waren de laatste dagen van dat medium). Mijn oudste dochter was net geboren; naar en van het ziekenhuis zong Costello mij in de auto toe. Een herontdekking, al die singles bij elkaar te horen.
De week voor Kerst 2021 zet ik
My Aim Is True op. Voor het eerst, dit dankzij streaming. In gedachten ga ik terug naar ’77 en ’78, toen new wave nieuw en opwindend was. Op de cover in jaren '50-stijl knipoogt Costello naar de gelijkenis met Buddy Holly. Het album is opgenomen met een deel van de band Clover, kort daarvoor op tournee met Graham Parker & The Rumour en headliner Thin Lizzy, zoals ik van hun
Live and Dangerous weet.
Een paar draaibeurten later snap ik helemaal waarom “oude man” Voogd de loftrompet blies, nota bene voor een plaat die op dat ruige Stifflabel was verschenen. Twaalf korte, frisse liedjes, soms met een knipoog naar de eerste rock ‘n’ roll, zoals op
No Dancing,
Blame It On Cain en
Mystery Dance. Ook een stickertje als pubrock is bruikbaar: op
Sneaky Feelings,
Pay It Back en
Waiting for the End of the World. Allemaal fijne composities, vooral de laatste.
Via die compilatie-cd kende ik al de ballad
Alison (bij het aanschouwen van het gelijknamige brood neurie ik nog altijd dat liedje). Mijn favorieten zijn die met venijnige wave:
Welcome to the Working Week,
Miracle Man en
I’m not Angry.
Op streaming krijg je als bonus het met andere muzikanten opgenomen
Watching The Detectives, waarop zijn wavestijl sterker werd. Die dreunende toms in het intro alleen al; één van mijn favoriete liedjes aller tijden. Costello was in die dagen een oude ziel in een nieuw jasje, met een neus voor goede liedjes. Later bleek hij nog veel meer in zijn mars te hebben.
Zo zie je maar, zelfs een orenschijnlijk saaie radiostem kan je op het goede spoor zetten. Dank u wel, meneer Voogd, voor het voorbeeld van iemand die met frisse oren blijft zoeken naar nieuwe muziek. Hopelijk kom ik uw ene artikel uit de gids ooit weer tegen.