Hopes and Fears is inderdaad een leuk debuut, niet wereldschokkend maar ondanks of juist dankzij de spaarzame instrumentatie levert dit wel een sympathiek album op.
Absolute prijsnummer is Bedshaped. Wat een pracht van een song.
Hierna kwam de klad erin, mede ingegeven door Chaplin's drugsproblemen. Under the Iron Sea heeft nog wel zijn momenten, maar is een slag minder dan het debuut.
Het valt mij op dat vele bands na 2000 een voortreffelijk debuut leverden en na twee albums uitgeblust waren.
Dat geldt denk ik niet specifiek voor het nieuwe millennium maar dat is van alle tijden.
Ik heb mijn hoofd daar ook wel eens over gebroken.
Het is denk een samenspel van factoren; niet alleen zijn er verwachtingen (vanuit het publiek, pers en platenmaatschappij), is de frisheid er vaak na een stormachtig begin wat af, maar beginnen vaak ook binnen een band zelf irritaties op te spelen.
De verhoudingen komen vaak anders te liggen; is de band vrij democratisch van aard of pakt iemand de leiding en zet dat de toon.
Tenslotte ebt de jeugdige bravoure in de loop der jaren ook weg, een kenmerk van het 'jong' zijn in een band houdt vaak ook in dat de leden vaak grenzen opzoeken ook op muzikaal gebied, dit heeft heel wat fijne platen opgeleverd als debuut.
Het is wellicht psychologie van de koude grond maar men heeft het vaak over de 'moeilijke tweede' als bands met een opvolger komen van de eersteling. Deze strekking kun je ook wel op Keane loslaten denk ik.
Blijft over; Hopes and Fears, een plaat vol melodieën die wat mij betref de tands des tijds hebben doorstaan.