Jónsi wist de spanning goed op te bouwen bij mij. Mondjesmaat verschenen er nummers van Go en wist ik een kaartje te bemachtigen voor zijn optreden in Paradiso deze zomer, wat een hele happening schijnt te gaan worden en waar ik menig bevriend user van
last.fm/MusicMeter ga zien
Zoals gezegd heb ik het nooit zo erg op solo-projecten van artiesten uit favoriete bands en al helemaal niet van zangers die zo'n uitgesproken stempel drukken op het geluid van zo'n band.
Jónsi is er daar zo eentje van. Maar wat was ik aangenaam verrast door
Boy Lilikoi waar ik zo enorm vrolijk van werd, waar ik bij wijze van spreken al dansend de tafel op sprong, zwierend aan de lampen zoals Treat Williams deed in de filmversie van de musical Hair.
Het deed tevens denken aan Gobbledigook van het Sigur Rós album Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust, ook al zo'n vrolijk uptempo nummer dat heel erg wennen was maar uiteindelijk wist te pakken en zeker live.
De naam Sufjan Stevens schoot ook telkens door mijn hoofd en dan kan het haast niet meer stuk, en het verhaal dat dit soort artiesten beter maar niet solo kunnen gaan ging al niet meer op.
Zeker toen
Go Do verscheen: ook al zo'n heerlijk nummer. Hoezo verliefd op de schitterende Sigur Rós melancholie? Blijkbaar schijnt de zon ook in IJsland en laat ik nu net even helemaal genoeg hebben van wijdse vlakten en ijs. Ik wil lente. IJslandse lente is ook prima.
Die lente lijkt gelijk wel over te gaan in zomer op het uiterst opzwepende
Animal Arithmatic. Tjongejone: ik dacht dat
Boi Lilikoi al zo'n heerlijke stuiterplaat was, dit is het misschien nog wel meer.
Op
Tornado verwacht je dan een nog hogere versnelling maar dat zit er niet in. Wel is het een nummer waar de onderhuidse spanning broeit en groeit. De hoge, ijle uithalen zijn zo herkenbaar als wat en dit gaat al wat meer richting het werk met zijn maatjes.
Het is een mooi, warm nummer. Zomergloed is de eerste associatie die ik met dit nummer leg; je kent het wel: zo'n dagje na het strand waar je zo heerlijk rozig van bent geworden.
Sinking Friendships zal voor de niet Sigur Rós fans geen vooruitgang zijn. Het blijft toch een beetje 'pierdepiep' voor niet getrainde Jónsi oortjes. Ik geloof dat ik de term 'krolse kat' menigmaal voorbij heb zien komen. Ik kan er wel inkomen, alleen gaat het voor mij niet op: dit is een uiterst originele stem die zijn werk mag doen in een sprookjesachtige muzikale omgeving. Want hoe je het ook went of keert. Jónsi solo of met band: in beide gevallen is het een avontuurlijk IJslands sprookje. Solo is het minder melancholisch zoals op dit nummer, maar nog steeds net zo betoverend en ook hier weet hij me met open mond te laten luisteren. Waar haalt deze man het toch vandaan allemaal?!
Kolniður heeft er ook al aardig wat draaibeurten opzitten en bij dit nummer proefde ik weer wat meer Sigur Rós sfeer. Misschien door het melancholische karakter en de strijkers. Maar godallemachtig wat vind ik dit toch een schitterend nummer. Dit doet in geen enkel opzicht onder voor zijn werk met Sigur Rós. Wel moet ik er eerlijkheidshalve bij vermelden dat ik dan met name Með Suð Í Eyrum Við Spilum Endalaust of Takk bedoel. Het latere werk dus.....
Around Us kende ik al in een akoestische versie en die vond ik erg mooi. Wat dat aan gaat kijk ik erg uit naar de dvd Go Quiet die er ook aan zit te komen. Deze versie is wederom uptempo en klinkt vrij luchtig. Ik ervaar dat niet als storend; het is anders maar ik geniet er des te meer van. Wie nu nog niet vrolijk is geworden van Jónsi solo zal dat ook wel nooit meer gaan worden ook. En dan de taal: velen vinden het erg dat er in het engels gezongen wordt. Maar dit is engels wat volgens mij niemand goed kan volgen, ik althans niet dus wat boeit het dan nog?!
Grow Till Tall is ook al wat langer bekend en klinkt als een lieflijk slaapliedje. Het is het nummer dat denk ik nog het dichtst bij Sigur Rós ligt. Heel zoet, heel lief en vooral heel erg Jónsi. En ook dit nummer ontkomt niet aan een haast epische opbouw zoals we gewend zijn van Sigur eh Jónsi.
Hengilas is nummer negen op deze cd en helaas ook al weer het einde. Het gaat gedragen en orkestraal van start alsof de lente ook zo weer bedreigd wordt door het staartje van de winter. Pas op, het is nog pril en koning winter kan alsnog toeslaan zo blijkt op dit nummer. Het is een erg mooi nummer waar de melancholie volledig is teruggekeerd. Blijkbaar kan Jónsi het toch niet laten en kruipt het bloed terug naar waar het altijd al heeft gestroomd. Hiermee vormt dit nummer wel een perfect slot van deze cd.
Een cd die ik snel in mijn hart kan sluiten en die er voor zorgt dat ik trappel van ongeduld eer het 2 juni is: Paradiso here I come!
En Go? Ga ik het doen? Ga ik weer de volle mep uitdelen aan mijn grote held?
Ach, wtf, ik doe het later gewoon. Nu al een welverdiende 4,5*. Als een artiest het voor elkaar krijgt mij heel intens te laten genieten van zijn muzikale baby dan verdient ie het gewoon en laat mij maar lekker euforisch wezen.
Die tafel lonkt nu wel heel erg, en die lamp..... zal ik?
Weet je wat: ik start gewoon deze cd weer opnieuw!