Tja, ik, eh, ik, eh, ik heb op zich veel affiniteit met de Britse psychedelica van eind jaren 60 (waar je Soft Machine voor mijn gevoel heel goed bij kan indelen), nog veel meer met de progrock van eind jaren 60 / begin jaren 70 (waar ze voor mijn gevoel meer qua sound dan qua composities bij passen), maar dan weer vrijwel helemaal niet met jazz, en nog minder met fusion. Ook vind ik het vervelend wanneer iemand zijn zangmelodie precies gelijk laat lopen met wat hij op zijn melodie-instrument speelt (zoals Robert Wyatt op
Moon in June doet) en had dat intro van
Facelift misschien wel wat korter gekund (zonder dat de lengte ervan me overigens stoort). Toch kan ik niet anders dan dit album zonder voorbehoud ***** geven, een score die ik zelfs al bereikt had toen de eerste keer draaien mij nog voornamelijk murw had achtergelaten, om de eenvoudige reden dat ik nog maar héél weinig platen ben tegengekomen waarbij ik het gevoel had (en heb) dat er nog zóveel aan te ontdekken viel. Een album van een onmetelijke rijkdom: een basis van toetsen en ritmesectie, daaroverheen blazers en een viool, maar steeds ook weer die
musical left turns met tempowisselingen of tape-loops (inderdaad,
Stalin op 17-6-2010,
Out-bloody-rageous = Underworld 23 jaar eerder – hoewel bij de eerste seconden mijn eigen associatie
Silent sorrow in empty boats van Genesis was) of totaal de sfeer omgooien of vleermuiskrijsjes op een viool (ook op
Moon in June)...
Wat na afloop van deze 75 (of 115) minuten overblijft is een gevoel van mateloze vreugde dat er mensen zijn (geweest) met zóveel vrijheid in hun hoofd dat ze deze muziek in elkaar hebben kunnen zetten zonder met iets voor de dag te komen dat in welk hokje dan ook past. Nou ja, natuurlijk is er wel een hokje voor, het enige hokje dat er toe doet zelfs, die lege ruimte van ongeveer één centimeter breed in mijn CD-kast. (Met dank aan alle voorgaande schrijvers hier die hun licht over dit album hebben laten schijnen; bij de momenteel 112 berichten zaten er zeker 20 die ik vanwege een treffend inzicht of een precies goed geformuleerde omschrijving had willen citeren, maar dat zal ik maar niet doen.)
Nog een grappig feitje : hoe ontwrichtend of tegendraads deze muziek ook is, toen deze plaat 47 jaar geleden verscheen kwam hij in de Britse albumlijsten toch tot de 18de plaats, hoger dan een der beide voorgangers ooit gelukt was. Misschien was dat maar een kort succes gebaseerd op hoge verwachtingen en kelderde de verkoop zodra "word of mouth" duidelijk maakte dat dit bepaald niet de nieuwe plaat van David Cassidy was (net zoals ik denk dat het geval was toen drie jaar later opeens
Tales from topographic oceans op 1 kwam te staan), maar het was toch éven een opmerkelijke dagzege.