Ik heb met opzet even gewacht met het uitbrengen van een stem op deze nieuwe van Ayreon, omdat Arjen Lucassen nog altijd één van mijn grootste muzikale helden is. In de eerste intensieve luisterbeurt, met boekje erbij en meelezen, was ik teleurgesteld. Nu kan ik met een gerust hart zeggen: "He did it again!" Het is ook door en door Ayreon, en duidelijk niet Star One, en dat doet me ook goed. Ik heb echter wel enkele opmerkingen die ik er gewoon even uit moet hebben.
Het verhaal
Ok, dus dan hebben we een prodigy, zijn ouders, een leraar en een psychiater. Vijf hele logische rollen als je bedenkt wat er allemaal mis is met het kind. Dat het één of andere superintelligente familie betreft vind ik ook allemaal leuk en prima. In principe vind ik dit verhaal gewoon leuk en boeiend, en ook wat verrassend, omdat het in een Ayreon-album zit. Waar ik moeite mee heb zijn de rollen van de rivaal en het meisje. Vooral de rivaal vind ik heel erg cheesy gebracht en als je zijn teksten leest vraag je je ook af of die misschien niet beter weggelaten hadden kunnen worden. Het meisje is natuurlijk onlosmakelijk verbonden met de rivaal, maar ook haar rol vind ik niet realistisch. Een kind dat zo vaag is als de prodigy beschreven is zal heus geen aanbidster hebben, al gun ik het hem van harte natuurlijk. De uiteindelijke misdaad die de rivaal en de prodigy samen plegen vind ik ook te simpel gevonden... Maar goed, kennelijk moet je Ayreon niet luisteren voor de hoogstaande concepten, al vond ik de vorige albums stuk voor stuk een ijzersterk concept hebben. Wat dan wel voornamelijk door het verhaal een echt kippenvel momentje is, is het moment dat je ontdekt dat de vader hem nooit had kunnen helpen... maar toch zijn er twee handschriften te vinden op het blackboard... Alleen als ik er aan denk krijg ik al kippenvel.
De cast
Lucassen heeft de cast dit keer sterk verkleind en niet meer zo uitbundig gehouden als op 01011001, welke ik juist daarom zo goed vond. Maar in principe mis ik geen andere stemmen hier. Laat ik beginnen te zeggen dat ik vooral Michael Mills en Cristina Scabbia geweldig vind zingen en acteren. Vooral bij "The Parting" krijgt Scabbia de woorden nauwelijks uit haar keel, alsof ze werkelijk gebroken is. Ook Mills kan oprecht woede/irritatie uiten op "The Gift" en zijn enthousiasme is doorgaans overtuigend. Hij is de ster van dit album. Marco Hietala heeft dan die rol van rivaal gekregen, maar hij vervult hem goed en komt overtuigend over. Hoewel zijn rol cheesy is, weet hij er het beste van te maken. JB en John Wetton hebben fijne, lage stemmen die je bewegen en die doordringen tot in je binnenste, maar Lucassen laat ze af en toe de hoogte in gaan, en daar ligt hun kracht niet, vind ik. Sara Squadrani klinkt prima, maar niet zo bijzonder. En dan... Tommy Karevik. Wat ziet iedereen toch in die man? Seventh Wonder, de nieuwe Kamelot, ik kan er niks mee, voornamelijk door de zang. Zo ook hier, hij klinkt zo levenloos en emotieloos, en wanneer hij wel emotie laat blijken vind ik hem zeikerig klinken. Maar goed, gelukkig kan zelfs hij het werk van Lucassen niet te gronde richten.
De muziek
Wat natuurlijk opvalt is dat Arjen Lucassen voor een ander soort structuur is gegaan bij dit album dan op voorgaande albums. Vier lange nummers van 22 minuten elk, bestaande uit meestal 11 kleine stukjes muziek. Op zijn best is The Theory of Everything daarom een ware eenheid, op zijn ergst is het fragmentarisch. Hij heeft hierdoor echter wel meer de ruimte om verschillende thema's aan elkaar te naaien en af en toe te verwijzen naar een eerder thema, zoals in "Transformation" of "The Lighthouse". Zodra dat ritme van "The Blackboard" ergens klinkt alleen al krijg ik kippenvel. En dat is dan wel zeker de kracht van dit album. Qua thema's en melodieën heeft Arjen Lucassen zichzelf gewoon weer overtroffen. Hoe lukt het hem toch steeds om elke plaat met talloze goede melodieën en riffs aan te komen die allemaal des Ayreons klinken? Qua muziek is het eerste hoofdstuk, "Singularity" mijn favoriet. Deze bevat ook de geweldige bijdrages van Jordan Rudess en Keith Emerson tijdens het pronkstuk van de gehele 2CD: "Progressive Waves". Ook de pianobijdrage van Rick Wakeman tijdens het eerste deel van het titelnummer is een hoogtepunt. De hoofdstukken "Symmetry" en "Entanglement" zijn wat minder opgetogen en druk en zijn ook qua verhaal wat duisterder, en over de hele linie nét iets minder dan het eerste deel. Het laatste hoofdstuk "Unification" sluit het album op een waardige manier af en zeker de eerste luisterbeurt laat je, mits je meeleest met het boekje, geschokt achter... Als muziek dát weet te bereiken, dan heeft het je goed geraakt.
Ja, ik heb inderdaad aardig wat felle kritiekpunten voor een 4,5 beoordeling, maar die heb ik alleen omdat ik bij Ayreon met andere maten meet dan bij andere artiesten. Deze man heeft van mij al vier keer een vijf sterren beoordeling gekregen op deze site, dus dan kan ik een 4,5 beschouwen als een lichte teleurstelling. Maar het blijft Ayreon, en Ayreon heeft op mij zo'n grote aantrekkingskracht dat het altijd een stapje voorloopt op de meeste andere artiesten die ik volg. Te onthouden van deze plaat: Michael Mills, én "Progressive Waves"!