De hemelse gezangen van het koor starten deze plaat en dan weet je dat je vertrokken bent voor 3 kwartier puur genieten van de al even hemelse stem van Rob Goodwin, begeleid door melodieën waar The National bijwijlen jaloers op zou zijn.
Heb deze plaat grijsgedraaid toen hij uitkwam tijdens het schrijven van mijn thesis aan de universiteit. Een drietal jaar later zit er nog geen spatje verval op. Sterker nog, hij wordt in zekere mate nog steeds beter hoe meer ik hem beluister.
Uitschieters zoeken is moeilijk. Uiteraard was ik meteen overdonderd door Dresden en Brother en dat vind ik vandaag nog steeds wonderschone nummers. De grote sterkte van dit album vind ik echter de constante. Er zit geen enkel nummer tussen dat me niet pakt. De sfeer over het hele album is zo ongelofelijk sereen en volwassen, zonder ook maar een moment te vervelen.
De vergelijking is hierboven al eens gevallen, ze hebben wel degelijk wat weg van The National, mijn favoriete band. Toch brengen ze ook meer dan voldoende ‘eigenheid’ in hun muziek. Daarenboven vind ik de basstem van Rob zowaar nog mooier en een pak warmer dan Matt’s stemgeluid.
Deze plaat krijgt vandaag (eindelijk) een plaatsje in mijn top 10. Hoop dat deze het iets langer weet vol te houden dan Fleet Foxes’ fantastische titelloze debuut. De laatste 3 á 4 albums van mijn top 10 durven al eens roteren

Genieten is dit album alleszins.