Herman en de Smashing Pumpkins, deel 1
Er was eens... een Herman die voornamelijk naar de top 40 luisterde. In het begin van de jaren '90 kwam ik er stilaan achter dat er ook (bijhoorlijk goede zelfs!) muziek was die de top 40 niet haalde. Ik ontdekte de 'alternatieve' muziek, met name via Pinkpop dat toen nog een dag lang live op TV werd uitgezonden en via een aantal vrienden waarmee ik indertijd CD's en bandjes uitwisselde. In 1994 hoorde ik voor het eerst van de Smashing Pumpkins toen zij op Pinkpop optraden. Disarm werd daardoor een kleine radiohit en een van de vrienden leende me Siamese Dream, wat ik op dat moment wel een mooie CD vond. Toch ging ik pas echt overstag toen een jaar later Bullet With Butterfly Wings het anthem werd van mijn vriendengroep en ik de magische dubbelaar Mellon Collie and the Infinite Sadness voor mijn verjaardag kreeg van mijn ouders. De Smashing Pumpkins werden mijn favoriete band, ze raakten me veel meer dan Nirvana en Rage Against the Machine, op dat moment mijn kleine referentiekader wat betreft gitaarmuziek. In het kielzog van MCIS leerde ik ook het oude werk van de Pumpkins beter kennen.
Dat was ook de tijd waarin ik Gish kocht, een plaat die ik altijd zag als 'maar' de debuutplaat die aan die andere twee meesterwerken voorafging. De plaat waarop de geniale uitspattingen van Billy Corgan (en ook wel een beetje die anderen) nog niet tot volle wasdom kwamen, maar toch al wel aanwezig waren. Gaandeweg de jaren heb ik die mening wel een beetje bijgesteld. Meer en meer zie ik de bijzonderheid van Gish in: een fantastische debuutplaat blakend van het zelfvertrouwen. Het is ook wel grappig om de plaat nu zo terug te luisteren nu ik zelf ouder ben dan Billy destijds was. Het is alsof ik er wat meer boven sta en daardoor nog beter besef hoe geniaal dit wel niet is. Knap ook hoeveel fantastische momenten hierin zitten: eigenlijk is het een 45-minuten lang durend hoogtepunt. Eigenlijk is mijn vroegere favoriete album Mellon Collie wel een stapje terugwaarts: daar staan toch wat mindere nummers op en sowieso klinkt het album ook wat te bedacht, eigenlijk.
Het album gaat fel van start met de eerste twee nummers, want
I Am One en
Siva leggen het tempo er meteen dik bovenop. Geweldig is het kleine gitaarduel tussen Iha en Corgan in I Am One. Het wat meer psychedelische Siva is mijn favoriet van deze twee. Het daaropvolgende
Rhinoceros is een van mijn favoriete nummers van de Smashing Pumpkins, waarschijnlijk omdat hier al het goede van deze plaat in een nummer wordt samengebracht: na een traag, dromerig begin breekt het nummer hoe verder hoe meer open; het gaat van dromerig naar psychedelisch en dan die hartverscheurende gitaarriffs en vocalen erbij.Wauw! Typerend is ook het feedback-outro; de Pumpkins zouden later wel meer rare in- en outro’s op een platen zetten (met name op Siamese Dream).
Bury Me is een wat conventioneler met een heerlijke zware riff erin. Een wat oncompliceerder nummer ook; onvervalste begin jaren ’90 rock op zijn aller-, aller- allerbest! Die climax met dat haast euforische gitaarspel erin… Wat een heerlijk nummer zeg. Daarna wordt flink gas teruggenomen met het dromerige
Crush; een aangenaam rustmoment… ogen dicht als Corgan zingt:
“You wrap your arms around a feeling that surrounds like a liquid peppermint”. Niet dat ik me nu zo direct hier iets bij voor kan stellen, maar het komt wel kalmerend over.
Suffer zet die rustige toon voort en heeft echt een heerlijk warme baslijn. Het ritme blijft nagenoeg hetzelfde; het is in tegenstelling tot het gros van de Smashing Pumpkins-muziek meer een bijbouwnummer. Desalniettemin klinkt het echt heerlijk, ingetogen maar toch vol vertrouwen. Het heeft ook een heerlijk transparant geluid… Het is alsof je met je oren tegen het drumstel aanzit bijna, zo helder klinkt het (ik luister – gezien het tijdstip – op de koptelefoon).
Snail is een stuk steviger… Een nagenoeg perfect nummer met die fijne hard-zacht dynamiek waarmee de Pumpkins bekend zouden worden en bovenal echt een fenomenale finale (die drums! die drums! die drums
).
Tristessa is nog wat meer rechttoe rechtaan, zonder dat dat vervelend is overigens. Verre van. Dit was lange tijd mijn favoriet van dit album, samen met I Am One, maar inmiddels ga ik toch wel voor de nummers die wat meer van dit stramien (uptempo, climax na lange brug) afwijken. Maar goed, dit rockt wel enorm hoor. Dat typische gitaarwerk dat op 2:12 haast achteloos het nummer komt binnengewaaid is ook zo ontzettend lekker. Tristessa, i looove you too.
Window Paine is een mooie finale van dit album, want hierna krijgen we enkel nog een slaapliedje.
Ik vind het een beetje een Silverfuck in het klein. Een sterk nummer, dat zeker, maar het is nooit een topfavoriet geweest. Nee, doe me dan maar het echte Silverfuck. Daydream is een mooie afsluiter met vocalen van D'Arcy en in het coda nog even Billy Corgan zelf. En dan is het echt afgelopen...
Goed om deze weer 's in de spotlight te zetten. Binnenkort is Siamese Dream aan de beurt.
(Geschreven in het kader van het
'Ga dat album eens reviewen'-topic')