Op een zaterdagavond in mei 1980 luisterde ik tussen 7 en 8 uur naar Elpee-Pop, een NCRV-programma van presentator Henk Mouwe. Een degelijke programmanaam met een nette presentatiestem. Het laatste kwartier echter klonken daar nogal eens harde gitaren.
Op die zonnige lenteavond werd ik omver geblazen door twee tracks van nieuw verschenen platen. In welke volgorde ze werden gedraaid weet ik niet meer, maar vanaf 10 voor 8 grepen
Neon Knights van Black Sabbath en
Motorcycle Man van Saxon mij liefdevol bij de keel. Wat was dit? Zulke massieve en tegelijkertijd meeslepende muziek had ik nooit eerder ervaren!
Het was het tweede liedje van Sabbath dat ik hoorde, na die ene hit die wekelijks bij Arbeidsvitaminen klonk en afgelopen kerstvakantie in
Veronica Top 100 Aller Tijden.
Sparen voor die plaat! Ondertussen leerde ik de namen van de bandleden uit het hoofd. De hoes bekeek ik alvast in de winkel. Ik vond – en vind – die namelijk meer dan fraai, zowel voor- als achterzijde. Apart toch, hoe intens zulke indrukken een tienerbrein kunnen raken...
Vreemd genoeg laat mijn geheugen mij in de steek over de winkel en periode waarin ik
Heaven and Hell kocht. Uiterlijk dat najaar, waarschijnlijk in die alternatieve platenzaak in het centrum van de Grote Stad. Doet er ook niet toe.
Blies de eerste kennismaking met
Neon Knights mij al via een radiootje omver, nu gebeurde dat helemaal met de orkaan die uit grotere boxen knalde. Wát een gitaarriff, wát een basmuur, wát een stem! Binnen twintig seconden was ik opnieuw frontaal getroffen door iets wat me naar adem deed happen. Fe-no-me-naal.
De gitaarsolo kan ik uit mijn hoofd meezingen. Een lied in een lied, een raamvertelling gehuld in heldere sound. Aanvankelijk vrij langzaam en hoog, dan dalend naar laag. Vervolgens klimmend, enkele langere, jankende noten; dreigen, dréigen dat ie sneller gaat en dat vervolgens ook dóen: bizar snel, “pielen op de vierkante centimeter” omschreven journalisten het. Snarenracen met heel veel gevoel.
Vervolgens het getokkel van
Children of the Sea, dat daarna zwaar verder gaat; de iets mindere compositie
Lady Evil (maar hoe mooi gezongen en alweer een heerlijke solo!) en de titelsong: prachtige, slepende riff, op twee derde een versnelling en dan een akoestisch einde, waarin de akkoorden van de eerste riff zitten verscholen. Ademloos beluisterde ik die opbouw keer op keer, licht ontroerd door het slot.
Kant 2 opent met
Wishing Well, een track die ik door de jaren heen meer en meer ben gaan waarderen. Uptempo, swingend gedrumd door Bill Ward, die zeker niet de vierkante drummer is waar velen hem voor houden. Sterker nog, hier klinken jazzinvloeden. Poëtische tekst van Ronnie James Dio; ik schreef de regels
‘Time is a never ending journey, love is a never ending smile’ met stift in sierletters op een breed stuk papier en liet dit jaren aan de muur van mijn zolderkamer hangen.
Dan alweer een magisch hoogtepunt: het begint met intrigerende synthesizerklanken, waarna Iommi met ijle klanken bijvalt. Nadat
Die Young losbarst met in het intro een snelle gitaarsolo, volgt Dio met één van zijn sterkste partijen ooit; één van de beste composities van de groep.
Daarna
Walk Away: niet de sterkste track, maar verre van onaardig. Leuk om te weten dat Dio hier de kennismaking met zijn echtgenote bezingt.
Afsluiter
Lonely Is the Word is een groeibriljantje. Leunend op een megalogge riff in het eerste deel, volgt in het tweede deel een lange, ingetogen en meeslepende jazzy gitaarsolo. In die rust hoor je extra goed hoe bassist Geezer Butler er omheen danst. Daarna een vetter sologeluid, waarna nog éénmaal het refrein klinkt. Tenslotte wéér een solo, waarna ranke toetsen bijvallen en producer Martin Birch de plaat langzaam uitdooft. Oef.
Mijn hoofd is een muziekstad, gevuld met duizenden steegjes met liedjes en honderden straten met albums, waar mijn herinneringen doorheen wandelen. Voor dit album is een plein ingeruimd. Daarom kocht ik enkele jaren geleden de 2cd-special edition, met fraaie verhalen en bonussongs. De voorbije maanden kwam ik op internet de foto’s tegen waarop beide hoestekeningen zijn gebaseerd; leuk om al die lijntjes bij deze klassieker te ontdekken. Daarbij gaat de studie door: voor de Kerst ligt de biografie
Rainbow in the Dark van Ronald Padovano klaar.