Als ik het mij juist weet te herinneren, was dit mijn eerste volledige kennismaking met Neil in de zomer van '95.
"Sjonge, deze plaat is enorm luid!", was het eerste wat door mijn hoofd flitste toen ik
Country Home door mijn kamer - jawel, een ander woord is er niet - liet bulderen.
"Wat een plompe, boerse muziek" - was mijn tweede indruk. Jullie begrijpen: ik was verkocht
Ik luister nog geregeld naar
Ragged Glory en dit tot mijn volle plezier. En nog steeds heb ik die zompige indruk, de cd klinkt als een kerel die in je huis binnenwandelt - je fijne theeservies (ik heb dat toch niet
) door zijn onhandigheid naar de filistijnen helpt. Dat soort kerel MOET je toch koesteren, niet?
Natuurlijk is er ook hier weer het gitaarspel van Neil - hier GEBEURT wat. Het gros van het gitaarspel in de pop/rock-kringen lijkt te suggeren: "schat! ik sta nat". Vervolgens verwacht je toch een soort van apotheose - helaas: die blijkt karig uit te vallen: de watermatras blijkt kapot
Wil ik maar zeggen: Neil laat zijn gitaar tenminste een verhaal vertellen.
Hier is muziek die een beetje stuk is - zich met piepende adem en rammelende scharnieren naar het einde sleept. Vreest niet, onvervaarde MuM-vrienden : wat bijna kapot is - leeft des te meer!
Toch nog één nummer uitlichten:
Love to Burn - zou het een pleidooi kunnen zijn voor het uittreden van de emotionele bunker waarin we ons allemaal toch o-zo graag nestelen? Ik hoop het graag hopen