
Talk Talk - The Colour of Spring (1986)
mijn stem
4,34
(979)
979 stemmen
zoeken in:
1
geplaatst: 22 september 2023, 15:52 uur
Album van grote schoonheid, iets volwassener/lastiger dan de voorganger, maar daardoor beter. Hierna werden de platen nog interessanter.
0
geplaatst: 3 februari 2024, 10:20 uur
Chameleon Day laat horen in welke richting Talk Talk zich ging bewegen. Met dit poppy album kan ik niks. De twee opvolgers zijn prachtig.
6
geplaatst: 4 februari 2024, 09:06 uur
spinout schreef:
Chameleon Day laat horen in welke richting Talk Talk zich ging bewegen. Met dit poppy album kan ik niks. De twee opvolgers zijn prachtig.
Chameleon Day laat horen in welke richting Talk Talk zich ging bewegen. Met dit poppy album kan ik niks. De twee opvolgers zijn prachtig.
Poppy album vind ik een wat overdreven kwalificatie, dat label past mijns inziens meer op de voorgangers. Dit vind ik nou juist de brug tussen de sound van de albums hiervoor en de albums hierna en juist die mix van catchy en experiment is wat mij betreft erg geslaagd.
0
geplaatst: 20 februari 2024, 00:49 uur
RealChameleon schreef:
Heel gek. In jaren 80 een groep die ik niet kon harden omdat we steeds maar weer die Such a Shame in onze New Wave dancing hoorden. De single Talk Talk vond ik wel leuk. Daarna niet willen luisteren. Maar sinds enkele jaren, (is het muzikale rijpheid?), helemaal om. Wat is dit een fantastische plaat zeg. En de productie idem. Er zitten ook zoveel stijlen in en nooit is het te veel. Het is origineel, verfrissend, en een echte sfeerbrenger. En you don’t believe it: ik luister nu ook met plezier naar het album waar Such a Shame op staat... het kan verkeren...
Heel gek. In jaren 80 een groep die ik niet kon harden omdat we steeds maar weer die Such a Shame in onze New Wave dancing hoorden. De single Talk Talk vond ik wel leuk. Daarna niet willen luisteren. Maar sinds enkele jaren, (is het muzikale rijpheid?), helemaal om. Wat is dit een fantastische plaat zeg. En de productie idem. Er zitten ook zoveel stijlen in en nooit is het te veel. Het is origineel, verfrissend, en een echte sfeerbrenger. En you don’t believe it: ik luister nu ook met plezier naar het album waar Such a Shame op staat... het kan verkeren...
Heel erg herkenbaar! Blijkbaar moet je eerst nog een muziekreis maken van je 20ste om hier helemaal vol van te kunnen genieten. En idd, een van de meest afwisselende en best geproduceerde platen uit m’n verzameling.

6
Mssr Renard
geplaatst: 23 augustus 2024, 10:57 uur
Ik sluit me aan bij herman in die zin dat Mark Hollis tegen de helft van de plaat gewoonweg vervelend wordt. Ik zal dit kort toelichten, maar heb niet zo veel zin om na 24 pagina's discussie hier een enorme recensie/analyse met nogal evidente informatie neer te pennen, die waarschijnlijk niets meer zal bijdragen.
Sinds de samenwerking van Hollis en Friese-Greene is de band, parallel aan Tears for Fears, Spandau Ballet usw. van synthpop naar de Art Pop of Progressive Pop (of geeft het een naam) opgeschoven. In die zin, dat de machines plaatsmaken voor steeds meer analoge instrumenten, waardoor Talk Talk steeds meer een studioproject wordt en steeds minder een hechte eenheid.
Op het moment van 'Colour of Spring' lijkt de band meer een vehikel te worden voor de zang en teksten van Mark Hollis, ware het niet dat Hollis geen fijne zangstem heeft om driekwartier naar te luisteren. Nu is Orzabal ook niet echt een zanger waar je uren naar kunt luisteren, maar die werd dan nog afgewisseld met Curt Smith.
Het grootste nadeel van dit soort albums, is dat het heel hoogdravend wordt; er worden grote namen als Steve Winwood, Danny Thompson (zie ook Pentangle), Robbie McIntosh, et al maar deze hebben vooral een ondersteunende rol en nergens hoor je identiteit van deze muzikanten goed terug. Het hadden net zo goed andere studiomuzikanten kunnen zijn.
Daar waar ik juist 'It's My Life' en dan vooral Kant A van die plaat, zo sterk vond omdat de nummers bol stonden van memorabele hooklines, kabbelt 'Colour of Spring' nogal nietszeggend en hoogdravend voort. Productioneel is het door een ringetje te halen, maar daarmee worden saaie arrangementen en comateus spel niet ineens springelevend. Sterker nog, door de wat steriele productie valt de beperktheid van Hollis' zangtalent meer op. Hij klinkt hier een beetje als een schorre en hese Morrissey.
Ik ben geen liefhebber van deze stroming waar hitbands uit het begin van de jaren '80 plotseling de progressieve kant opschoten en lange nummers met veel poeha gingen schrijven. 'Seeds of Love' is eigenlijk de enige plaat die hieruit voortvloeide die ik nog wel leuk vind, maar dat is ook meer uit nostalgie. Sorry, maar ik vind dit echt geen goede plaat, en zelfs Hollis zegt bij het zesde nummer 'Give it Up', maar dan moet je nog een kwartier.
Sinds de samenwerking van Hollis en Friese-Greene is de band, parallel aan Tears for Fears, Spandau Ballet usw. van synthpop naar de Art Pop of Progressive Pop (of geeft het een naam) opgeschoven. In die zin, dat de machines plaatsmaken voor steeds meer analoge instrumenten, waardoor Talk Talk steeds meer een studioproject wordt en steeds minder een hechte eenheid.
Op het moment van 'Colour of Spring' lijkt de band meer een vehikel te worden voor de zang en teksten van Mark Hollis, ware het niet dat Hollis geen fijne zangstem heeft om driekwartier naar te luisteren. Nu is Orzabal ook niet echt een zanger waar je uren naar kunt luisteren, maar die werd dan nog afgewisseld met Curt Smith.
Het grootste nadeel van dit soort albums, is dat het heel hoogdravend wordt; er worden grote namen als Steve Winwood, Danny Thompson (zie ook Pentangle), Robbie McIntosh, et al maar deze hebben vooral een ondersteunende rol en nergens hoor je identiteit van deze muzikanten goed terug. Het hadden net zo goed andere studiomuzikanten kunnen zijn.
Daar waar ik juist 'It's My Life' en dan vooral Kant A van die plaat, zo sterk vond omdat de nummers bol stonden van memorabele hooklines, kabbelt 'Colour of Spring' nogal nietszeggend en hoogdravend voort. Productioneel is het door een ringetje te halen, maar daarmee worden saaie arrangementen en comateus spel niet ineens springelevend. Sterker nog, door de wat steriele productie valt de beperktheid van Hollis' zangtalent meer op. Hij klinkt hier een beetje als een schorre en hese Morrissey.
Ik ben geen liefhebber van deze stroming waar hitbands uit het begin van de jaren '80 plotseling de progressieve kant opschoten en lange nummers met veel poeha gingen schrijven. 'Seeds of Love' is eigenlijk de enige plaat die hieruit voortvloeide die ik nog wel leuk vind, maar dat is ook meer uit nostalgie. Sorry, maar ik vind dit echt geen goede plaat, en zelfs Hollis zegt bij het zesde nummer 'Give it Up', maar dan moet je nog een kwartier.

2
Mssr Renard
geplaatst: 23 augustus 2024, 17:27 uur
bikkel2 schreef:
Oprecht en duidelijk M
Oprecht en duidelijk M
Ja sorry, ik wilde juist wel dat het zou bevallen. Ik ben ook maar niet verder gegaan met luisteren naar de platen die hierna kwamen. Het is gewoon duidelijk mijn muziek niet. Maar je weet het pas echt, als je het geprobeerd hebt. Gelukkig drukt mijn score het gemiddelde niet, want die blijft gelijk (ik ben geloof ik ook de enige met een lage waardering).
2
geplaatst: 23 augustus 2024, 18:04 uur
Mssr Renard schreef:
Ja sorry, ik wilde juist wel dat het zou bevallen. Ik ben ook maar niet verder gegaan met luisteren naar de platen die hierna kwamen. Het is gewoon duidelijk mijn muziek niet. Maar je weet het pas echt, als je het geprobeerd hebt. Gelukkig drukt mijn score het gemiddelde niet, want die blijft gelijk (ik ben geloof ik ook de enige met een lage waardering).
(quote)
Ja sorry, ik wilde juist wel dat het zou bevallen. Ik ben ook maar niet verder gegaan met luisteren naar de platen die hierna kwamen. Het is gewoon duidelijk mijn muziek niet. Maar je weet het pas echt, als je het geprobeerd hebt. Gelukkig drukt mijn score het gemiddelde niet, want die blijft gelijk (ik ben geloof ik ook de enige met een lage waardering).
Eerlijk gezegd sta ik van een dergelijke reactie niet helemaal te kijken, omdat - afgezien van het feit dat er genoeg muziek is waarvoor wij beiden waardering opbrengen (bepaalde jazz, cross-over genres) is er ook voldoende waar er geen smaakcompatibiliteit is (bijv Queen en veel prog) - de bekende gedachte where do we meet and where do we disagree.
Sommige vrienden jaag ik compleet de boom in, wanneer ik een ferm stukje D&B draai en anderen vragen bij Portishead al snel of er wat anders op mag. Kortom verschil in (deel)smaak leidt niet tot verstoring van sociaal contact.
Echter net zoals je bij het werk van Picasso of Hopper niet af moet haken na Guernica of Nighthawks, verdient het latere Talk Talk echt wel een kans. Die albums zijn verstilder, bieden meer ruimte voor reflectie; niet voor niets verscheen hun laatste op jazz-label Verve. Verder ben ik het gewoon niet met je eens dat je de kwaliteit van de meespelende musici er niet aan afhoort. Op meerdere albums hoor ik essentiële, detailrijke toevoegingen van contrabas (Danny Thompson) en meerdere koperblazers.
M.n. op live-uitvoeringen (bijv Montreux) hoor je hoe goed er wordt gemusiceerd en dat het oudere materiaal a.h.w. een extra dimensie krijgt.
Misschien moet je ook even kijken naar de receptie-context. Je geeft zelf aan al dat het productioneel goed in elkaar zit, luister dan ook op echte spullen.
Tja en Hollis heeft nou eenmaal een aparte stem, net als Thom Yorke en Joanna Newsom en die beide laatsten trek ik echt niet.

0
Mssr Renard
geplaatst: 23 augustus 2024, 18:18 uur
Mjuman, ik heb zeker ook wel eens livebeelden van de band gezien (geen idee eigenlijk wie er dan meespelen, maar soit), maar ik beoordeel deze plaat niet op eventuele live-optredens. Ik beoordeel deze plaat om deze plaat.
Ik vind het wel wat vreemd om te beweren dat ik niet op goede apparatuur deze plaat luister. Nee, ik heb deze niet op SACD of 180 gram audiofiel vinyl, maar via Tidal (hi-res) geluisterd door een dure Shure hoofdtelefoon die nog stamt uit de dagen dat ik met clicktrack moest drummen. Het is een goede hoofdtelefoon, en dan nog.
Ik heb de muzikanten die meespelen best credit gegeven, op de voorgaande plaat heb ik zelfs Henry Lowther bejubeld. Maar op deze plaat vind ik toch echt dat de muzikanten die meewerken hun stempel niet (mogen) drukken. Als ik een jazz-plaat zie staan, en daar staat op wie er meespelen, dan ga ik er ook van uit dat ze ook echt meespelen en niet een ondersteunende rol innemen. Voorbeeld: op platen van Joni Mitchell en Sting spelen bijvoorbeeld ook erg bekende muzikaten mee (uit de jazzwereld) en die drukken wel veel meer hun stempel op de sound. Dat mis ik op deze plaat.
Ik ben overigens alleen Queen-fan omdat ik dat nu éénmaal al 40 jaar lang ben. Om nou te zeggen dat ze zulke geweldige muzikanten zijn, nou nee. Maar ik vind het een leuke band om leuk te vinden. Je had beter een ander voorbeeld kunnen nemen.
De bjidrage van Danny Thompson viel me trouwens wel positief op. Want ik dacht nog; "hey, wat gaaf, een contrabas, dat is vast niet de vaste bassist van Talk Talk, die dat speelt'. Maar een 'Brown Paper Bag'-is het niet, om je drum&bass-referentie maar even te pareren.
Tezijnertijd zal ik de volgende platen van Talk Talk ook een kans geven, al had ik dat ik dat in het verleden wel al gedaan, maar ik ben het vergeten. De tag 'postrock' doet me wel al een beetje huiveren, want ik ken geen postrock-band (tot nu toe) die ik gaaf vind. Dus hoe moet dat dan met de grondleggers van dat subgenre.
Ik vind het wel wat vreemd om te beweren dat ik niet op goede apparatuur deze plaat luister. Nee, ik heb deze niet op SACD of 180 gram audiofiel vinyl, maar via Tidal (hi-res) geluisterd door een dure Shure hoofdtelefoon die nog stamt uit de dagen dat ik met clicktrack moest drummen. Het is een goede hoofdtelefoon, en dan nog.
Ik heb de muzikanten die meespelen best credit gegeven, op de voorgaande plaat heb ik zelfs Henry Lowther bejubeld. Maar op deze plaat vind ik toch echt dat de muzikanten die meewerken hun stempel niet (mogen) drukken. Als ik een jazz-plaat zie staan, en daar staat op wie er meespelen, dan ga ik er ook van uit dat ze ook echt meespelen en niet een ondersteunende rol innemen. Voorbeeld: op platen van Joni Mitchell en Sting spelen bijvoorbeeld ook erg bekende muzikaten mee (uit de jazzwereld) en die drukken wel veel meer hun stempel op de sound. Dat mis ik op deze plaat.
Ik ben overigens alleen Queen-fan omdat ik dat nu éénmaal al 40 jaar lang ben. Om nou te zeggen dat ze zulke geweldige muzikanten zijn, nou nee. Maar ik vind het een leuke band om leuk te vinden. Je had beter een ander voorbeeld kunnen nemen.
De bjidrage van Danny Thompson viel me trouwens wel positief op. Want ik dacht nog; "hey, wat gaaf, een contrabas, dat is vast niet de vaste bassist van Talk Talk, die dat speelt'. Maar een 'Brown Paper Bag'-is het niet, om je drum&bass-referentie maar even te pareren.
Tezijnertijd zal ik de volgende platen van Talk Talk ook een kans geven, al had ik dat ik dat in het verleden wel al gedaan, maar ik ben het vergeten. De tag 'postrock' doet me wel al een beetje huiveren, want ik ken geen postrock-band (tot nu toe) die ik gaaf vind. Dus hoe moet dat dan met de grondleggers van dat subgenre.
5
geplaatst: 23 augustus 2024, 18:38 uur
Mssr Renard schreef:
zelfs Hollis zegt bij het zesde nummer 'Give it Up', maar dan moet je nog een kwartier.
zelfs Hollis zegt bij het zesde nummer 'Give it Up', maar dan moet je nog een kwartier.
Zelf vind ik dit een heel sterke plaat en kan me niet echt in je bespreking vinden, maar hier moest ik toch wel om lachen.

4
geplaatst: 23 augustus 2024, 19:18 uur
Met Mark Hollis heb ik wel zoiets van dat ik 'm geloof en zijn hart, ziel en zaligheid er ingestopt heeft. Je hoort het allemaal in zijn stem terug.
Misschien geen nachtegaal (waarom ook), maar wel met zeggingskracht.
Een antister die helemaal in elkaar kroop toen naar ik meen Erik de Zwart of misschien wel Wessel v. Diepen hem probeerde te interviewen tijdens Countdown in de studio voor een playback optreden. Die man moest er echt helemaal niets van hebben.
Ook niet zo gek dat Spirit in Eden ver weg was van de commercie.
Dit album herbergt nog genoeg toegankelijkheid voor hits en dergelijke, maar er is tevens groei te bespeuren. Meer diepgang en beter verzorgde arrangementen.
Maar uiteraard ieder zijn ding toch?
Misschien geen nachtegaal (waarom ook), maar wel met zeggingskracht.
Een antister die helemaal in elkaar kroop toen naar ik meen Erik de Zwart of misschien wel Wessel v. Diepen hem probeerde te interviewen tijdens Countdown in de studio voor een playback optreden. Die man moest er echt helemaal niets van hebben.
Ook niet zo gek dat Spirit in Eden ver weg was van de commercie.
Dit album herbergt nog genoeg toegankelijkheid voor hits en dergelijke, maar er is tevens groei te bespeuren. Meer diepgang en beter verzorgde arrangementen.
Maar uiteraard ieder zijn ding toch?
5
geplaatst: 24 augustus 2024, 00:26 uur
Een interessante maar tevens merkwaardig debat heeft zich hier in de afgelopen uren ontsponnen.
Ik sluit mij volledig aan bij wat Bikkel2 hierboven schrijft. Ik geloof volledig in de oprechtheid van Mark ~Hollis en ik schaar hem persoonlijk dan ook in de eregalerij van GROTE musici die Engeland in de laatste decennia heeft voortgebracht. Ik heb het ergens in een van de Talk Talk topics geschreven dat ik zeer geraakt was door zijn abrupte heengaan, dat Engeland in hem een van zijn grootste talenten heeft verloren en dat het zo schrijnend is dat hij wellicht nog veel moois in petto had.
Edoch, dan de stem.... ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die er moeite mee hebben, want het is niet de stem van een Milanese Nagtegaal, maar een heel aparte stem in de range van de vele stemmen uit de moderne muziek. Zelf kan ik hem avonden lang aanhoren, terwijl ik ook stemmen heb die ik per se niet trek, Rufus Wainwright, die ik een fenomenaal songwriter vind maar die ik maar drie a vier nummers kan aanhoren, idem Joe Jackson en Elvis Costello, ook laatstgenoemden hebben ook bij mij een grote statuur maar een klankkleur die ik maar enkele songs trek.
Ik vind de stem van Mark Holliis in mijn beleving naadloos aansluiten bij de composities en arrangementen van Talk Talk.
Heel vaak hebben wij herkenning in smaak Mssr Renard, maar vandaag wijken wij ieder naar een andere kant wat deze act betreft.....dat kan en dat mag Maar om Spandau Ballet op één lijn te zetten met Talk Talk dat ervaar ik als schokkend
Bij Spandau Balet springt het glazuur spontaan van mijn tanden, hun eerste album in de hoogtij dagen van de New Romantics herbergde nog wel wat aardige tracks maar alles daarna komt in mijn beleving echt uit het Engelse Volendam.
Ik ben ook van mening dat je in de laatste alinea de plank mis slaat, Talk Talk was geen 'grote hitband" en ging niet 'plotseling de progeressieve kant op en langere nummers schrijven", een progressieve ondertoon zat al in het vroege werk en The Colour of Spring is een logisch meer uitgekristalliseerde productie na It's My Life. Een groei die in de twee laatste albums tot kwalitatief uitmuntende resultaten heeft geleid.
Dan nog even dit over The Colour of Spring, binnen mijn grote collectie staat dit album heel erg hoog in mijn ranglijst, echt bij mijn groten als Bowie, Ferry, Gabriel en Bush. En het is een album welk ik jaarlijks diverse keren draai. Het swingt (Living In Another World) , ontroert (I Don't Believe In You en Give It UP) en heeft een heerlijk jazzy inslag (Happiness Is Easy) en nog zoveel meer......
Als er ieder jaar zo'n album uitkwam, zou ik gillen van geluk.
Ik sluit mij volledig aan bij wat Bikkel2 hierboven schrijft. Ik geloof volledig in de oprechtheid van Mark ~Hollis en ik schaar hem persoonlijk dan ook in de eregalerij van GROTE musici die Engeland in de laatste decennia heeft voortgebracht. Ik heb het ergens in een van de Talk Talk topics geschreven dat ik zeer geraakt was door zijn abrupte heengaan, dat Engeland in hem een van zijn grootste talenten heeft verloren en dat het zo schrijnend is dat hij wellicht nog veel moois in petto had.
Edoch, dan de stem.... ik kan mij voorstellen dat er mensen zijn die er moeite mee hebben, want het is niet de stem van een Milanese Nagtegaal, maar een heel aparte stem in de range van de vele stemmen uit de moderne muziek. Zelf kan ik hem avonden lang aanhoren, terwijl ik ook stemmen heb die ik per se niet trek, Rufus Wainwright, die ik een fenomenaal songwriter vind maar die ik maar drie a vier nummers kan aanhoren, idem Joe Jackson en Elvis Costello, ook laatstgenoemden hebben ook bij mij een grote statuur maar een klankkleur die ik maar enkele songs trek.
Ik vind de stem van Mark Holliis in mijn beleving naadloos aansluiten bij de composities en arrangementen van Talk Talk.
Heel vaak hebben wij herkenning in smaak Mssr Renard, maar vandaag wijken wij ieder naar een andere kant wat deze act betreft.....dat kan en dat mag Maar om Spandau Ballet op één lijn te zetten met Talk Talk dat ervaar ik als schokkend

Ik ben ook van mening dat je in de laatste alinea de plank mis slaat, Talk Talk was geen 'grote hitband" en ging niet 'plotseling de progeressieve kant op en langere nummers schrijven", een progressieve ondertoon zat al in het vroege werk en The Colour of Spring is een logisch meer uitgekristalliseerde productie na It's My Life. Een groei die in de twee laatste albums tot kwalitatief uitmuntende resultaten heeft geleid.
Dan nog even dit over The Colour of Spring, binnen mijn grote collectie staat dit album heel erg hoog in mijn ranglijst, echt bij mijn groten als Bowie, Ferry, Gabriel en Bush. En het is een album welk ik jaarlijks diverse keren draai. Het swingt (Living In Another World) , ontroert (I Don't Believe In You en Give It UP) en heeft een heerlijk jazzy inslag (Happiness Is Easy) en nog zoveel meer......
Als er ieder jaar zo'n album uitkwam, zou ik gillen van geluk.
4
geplaatst: 24 augustus 2024, 02:16 uur
Mssr Renard schreef:
Daar waar ik juist 'It's My Life' en dan vooral Kant A van die plaat, zo sterk vond omdat de nummers bol stonden van memorabele hooklines, kabbelt 'Colour of Spring' nogal nietszeggend en hoogdravend voort. Productioneel is het door een ringetje te halen, maar daarmee worden saaie arrangementen en comateus spel niet ineens springelevend. Sterker nog, door de wat steriele productie valt de beperktheid van Hollis' zangtalent meer op.
Daar waar ik juist 'It's My Life' en dan vooral Kant A van die plaat, zo sterk vond omdat de nummers bol stonden van memorabele hooklines, kabbelt 'Colour of Spring' nogal nietszeggend en hoogdravend voort. Productioneel is het door een ringetje te halen, maar daarmee worden saaie arrangementen en comateus spel niet ineens springelevend. Sterker nog, door de wat steriele productie valt de beperktheid van Hollis' zangtalent meer op.
Bij dit citaat moet ik toch echt even protest aantekenen, hoezeer ik je schrijfsels ook waardeer. Met uw permissie. Dat de klankkleur van de stem van Hollis je niet aanspreekt (mss afstoot) kan ik begrijpen. Heb ik zelf niet (integendeel), maar dat is iets persoonlijks. Net als Roxy6 krijg ik ook wat jeuk van het stemgeluid van een Costello of J. Jackson. Dat kan. Maar kwalificaties bij dit album plaatsen als “kabbelend”, “nietszeggend”, “hoogdravend”, “saaie arrangementen”, “comateus spel” en “steriele productie” bezorgen mij een hartverzakking. CoS en het werk erna (en n.m.m. ook het werk ervoor) zijn alles behalve dat. CoS is juist een album met een zeer mooie dynamiek en krachtige melodieën en zeer fraaie arrangementen, met ook nog eens een geweldige geluidskwaliteit. En Hollis was alles behalve “hoogdravend”, bescheiden en verlegen als hij was.
Ik daag je uit. Noem me een album (liefst meer) waaraan we overduidelijk kunnen horen (als we het naast CoS leggen) dat CoS inderdaad voldoet aan de kwalificaties die je eraan geeft. Heeft het niet meer (of alles) te maken met persoonlijke voorkeuren? Op het latere werk van TT staat elk instrument in dienst van de compositie, die steeds minimalistischer en abstracter werden. Geen (oeverloos) gesoleer van muzikanten die zo nodig moeten laten zien hoe geweldig ze wel niet zijn - een beetje het euvel bij sommige prog (zeker jaren 70) en ook jazz (ja, ja, ik generaliseer nu wat te veel).
2
geplaatst: 24 augustus 2024, 10:22 uur
Zelf denk ik dat The Colour Of Spring zo'n authentiek en origineel album is dat deze iedere test zal doorstaan bij de liefhebber van de soort. 


4
Mssr Renard
geplaatst: 24 augustus 2024, 10:25 uur
Mag ik allereerst de volgende users bedanken die de moeite hebben genomen mijn epistel te lezen en er ook op te reageren: bikkel2, Slowgaze, Chameleon Day en Roxy6. Er gaat altijd wel veel tijd zitten in een stuk schrijven, en ik waardeer de reacties. Wie de bal kaatst kan hem terug verwachten. En in dit geval was mijn gekaatste bal uit een onverwachte hoek. Een album die zoveel plezier en genot brengt is ook wel een plaat die het verdiend om verdedigd te worden. Niet met hand en tand, maar met woorden en zelfs smileys.
Ik reageer op Roxy6, bikkel2 en Chameleon Day in één bericht, als dat niet erg is.
Allereerst de stem van Mark Hollis. Want hier lees ik toch de meeste reacties op. Ik denk niet dat het stemgeluid van Mark Hollis per sé het grootste struikelblok voor mij is. Ik heb hooggewaardeerde platen in mijn kast, hart en geheugen, waarvan de zang op zijn minst belabberd genoemd kan worden. Bij mij is zang ook niet echt heel belangrijk. Nu is het wel zo dat een bepaalde manier van zingen mij kan tegenstaan. Bijvoorbeeld; ik vind David Bowie of Brian Ferry niet echt lekker om naar te luisteren. Dient een zangstem alleen een marginale rol (zoals bij veel progressieve rock) dan maakt het mij vaak niet eens zoveel uit.
Echter, bij veel op zang-geënte muziek (zo noem ik het maar even), wordt de zang wel heel belangrijk. Ik zag dat jullie al wat namen opsomden: Joe Jackson, Tom Waits, Elvis Costello. Zo zijn er wel heel veel meer te noemen: David Bowie, Kate Bush, Leonard Cohen en zo voorts, en zo voorts. Ik waag mij zo nu en dan aan zo'n plaat, daar waar ik overtuigd ben dat het muzikaal ook erg interessant is. Soms raak ik direct in vervoering (Joni Mitchell, Janis Ian), soms doet het me maar weinig (Tom Waits, Nick Drake, Leonard Cohen). Ik ben ook geen teksten-persoon, dus ik luister om een andere manier naar een zangstem. Dat wat de zanger te vertellen heeft, gaat vaak langs mij heen, en neem ik niet mee in mijn beoordeling. Dat Mark Hollis volledig oprecht is in zijn toedrachten, geloof ik meteen. Zo schat ik hem ook in. Maar binnen de context van een zes- á zevenminuten durende song, is teveel zang toch echt een sleur voor mij.
Een plaat die te boek staat als een plaat die beïnloed is door Coltrane en Davis, daarvan verwacht ik ook een beetje dat dat te horen is de instrumentatie en muzikale inkleuring. Ik wil graag eens The Allman Brothers Band als voorbeeld nemen. Gitarist Dickey Betts was een liefhebber van zowel Davis, Coltrane als Django Reinhardt en Charlie Parker. Uit deze invloeden ontstonden intrumentals als 'In Memory of Elizabeth Reed', 'Jessica' en 'Kind of Bird'. Songs die vast niet bij iedereen in de smaak vallen, maar wat mij betreft slaat Dickey Betts hier wel de spjiker op de kop. Het gaat hier om improvisatie en de kunde om vanuit een thema of meerdere thema's lange solo's te spelen, die als conversaties gezien moeten worden. De solo's zijn hier niet bedoeld als een vehikel om te laten zien 'waartoe een instrumentalist in staat is', maar om een verhaal te vertellen. Als ik naar 'Elizabeth Reed' van Allman Brothers luister dan neemt mij dit mee, Elke keer weer ergens anders naartoe. Dat is de kracht van instrumentale muziek, en de vertelkracht van de solist.
Bovenstaande mis ik op deze plaat. Het is ook niet de bedoeling van Hollis en Friese-Greene geweest om één of andere Nederlands knakker te plezieren, maar dat was de reden waarom ik de albums van Talk Talk tot mij nam.
Verdere invloeden die Hollis aan haalt zijn impressionisten als Debussy en Satie. Twee componisten waarvan ik ook veel werken in de kast heb staan. Beiden puur instrumentaal, en gericht op de piano als solo-instrument. Er zijn veel artiesten te noemen die zijn beïvloed of zeggen te zijn beïnvloed door beiden. Philip Gass, Hania, Rania, Olafur Arnalds, Nils Frahm schieten mij te binnen. Soms vind ik het wat, soms vind ik er niet zo veel aan. Wellicht te steriel? Enfin, daar gaat het hier niet om.
Waar het wel om gaat, is de minimalitische aanpak die Satie en Debussy aan hingen. Ik meen dat de minimalistische aanpak vanaf deze plaat werd ingezet en op volgende platen verder wordt uitgewerkt. Ik ben duidelijk geen liefhebber van minimalistische muziek, omdat er wat mij betreft 'niets gebeurt'. Er wordt geen verhaal verteld, ik word niet meegevoerd, uitgedaagd of geprikkeld. Hetzelfde overkomt mij bij het luisteren van een plaat van het veelgeprezen fusion-duo 'Steely Dan', die wat mij betreft de toon hebben gezet voor (in mijn woorden) steriele jaren '80 fusionplaten, die bij mij soms de tenen doen krommen.
Dat is de kern van mijn "beklag" bij deze plaat. Deze plaat prikkelt mij niet, en luistert meer weg als een aangename luisterplaat. Ik noem de arrangementen saai en hoogdravend. Dit zijn kwalificaties die ik er persoonlijk aan hang. Ik reduceer dit album niet tot een saai en hoogravend werkstuk. Het is wat het bij mij oproept. De jazzy inslag of de jazzy invloeden die geprezen worden bij platen als deze, zijn wat mij betreft volstrekt afwezig of niet op de manier toegepast waar ik op hoopte. Uiteindelijk gaat het hier ook om ee stukje verwachtingsmanagement.
Tijdens het typen viel mij trouwens wat op in het verschil van beleving van wat als 'oeverloos' gezien kan worden. Waar bij Chameleon Day lange solo's als oeverloos gezien wordt, is dat bij composities en muziekstukken die teveel voortkabbelen. 'Overloos' is hier dus geen feitelijke kwalificatie maar een gevoelsmatige kwalificatie. De instrumenten staan op deze plaat in dienst van de compositie, en daar wringt het het bij mij. Nergens worden de rafelige randjes opgezocht, nergens dagen de solisten en muzikanten elkaar uit om naar een hoogtepunt te komen. Dat maakt ook dat ik deze plaat erg denigrerend wellicht "comateus" noemde. Ik noemde het ook "steriel" terwijl ik ook echt wel houd van een goede productie.
Even over dat laatste; een goede productie is misschien wel één van de lastigste aspecten van een goede plaat. Wat een totale kakofonie, daar zit niet iedereen op te wachten. Noise en aanverwante genres ten spijt. Of de plaat nu een jazz, blues, prog, pop of postrock bevat, een goede productie verhoogt het luisterplezier. Maar er zijn net zoveel producers, engineers als dat er bands zijn. Er is niet één perfecte producer, al zijn er wel goede matches (Gentle Giant en David Bowie + Tony Visconti, Al Stewart + Alan Parsons, The Beatles + George Martin en Talk Talk + Friese-Greene). Over deze laatste combinatie is er, me dunkt, wel consensus dat dat een "match made in heaven" is. En ik vind ook wel dat de band geen betere producer kan hebben (hierover meer bij mijn recensies van voorgaande platen).
Echter gaat hier ook weer meespelen wat je eigen "acquired taste" is. Nu is het midden jaren '80, en ik ken buiten enkele postpunk- en beginnende metal en hiphop-artiesten geen rafelige producties in deze periode. Talk Talk klinkt hier niet als The Clash, Exploited of Motorhead, en dat is ook absoluut niet de bedoeling, en dat had ik ook nooit mooi gevonden. Binnen de context van een goede productie zijn veel "jaren '80"-platen best steriel te noemen (dat zijn mijn woorden). In die context noemde ik ook Tears for Fears, maar ik had voor het gemak ook Marillion, Level 42 of Dire Straits kunnen noemen. Om een zijspoor te nemen, veel van mjin favoriete acts leverden in de jaren '80 hun slechtste platen af.
Als ik dan de uitdaging van Chameleon Day aanvaard, en wat jaren '80 platen mag opnoemen van rond deze tijd waarvan ik de productie minder steriel en uitdagender vind, dan noem ik: The Fixx met 'Phantoms' of 'Reach the Beach', Talking Heads met 'Remain in Light', King Crimson met 'Discipline', Saga met 'World's Apart', Marillion met 'Clutching at Straws' en Strangeways met 'Native Sons'. Ik moet wel bekennen dat ik geen kenner ben van veel jaren '80-muziek, dus grote bands als The Cure, Joy Division, Simple Minds en U2, daar weet ik nagenoeg niets over te zeggen.
Even over de progressive rock nog; ik zie mijzelf niet zo zeer een liefhebber van progressive rock, vooral bands als Rush, Yes, Tool, Porcupine Tree, Radiohead en Muse heb ik weinig tot niets mee. Als bands iets meer speelsheid, jazz, klassiek en psychedelische elementen erin verwerken dan vind ik het veel fijner. Ik vind veel progressive rock nét zo hoogdravend als postrock. Veel van mijn lievelingsbands zitten meer in de hoek van de jazzrock, fusion en crossovergenres.
Ik vergat nog iets; ik houd ook van popmuziek. Mijn introductiebands waren Queen, Saga en The Moody Blues. Vanuit dat idioom blijf ik nog steeds wel naar popmuziek luisteren en ook al geef ik niet snel een 5* beoordeling aan een goede pop-plaat, een goede pop-plaat kan ik zeker waarderen. Daarom vond ik de tweede plaat van Talk Talk ook wel erg fijn (en dan met name Kant A).
Het kan zijn dat ik niet op de juiste woorden kom, en dat mijn lappen tekst goede coherentie en opbouw missen, en dat ik veel uitwijd en niet de juiste debat-trucjes toe pas, maar ik ben die vaardigheden en competenties dan ook niet echt rijk. Bij deze mijn excuses als het allemaal wat onsamenhangend is, of dat ik vergeten of nagelaten heb met de juiste voorbeelden of toelichting te komen.
Ik in elk geval: bedankt voor het meelezen. Bij veel platen waar ik een lap tekst tik, heb ik niet zo veel respons.
Ik reageer op Roxy6, bikkel2 en Chameleon Day in één bericht, als dat niet erg is.
Allereerst de stem van Mark Hollis. Want hier lees ik toch de meeste reacties op. Ik denk niet dat het stemgeluid van Mark Hollis per sé het grootste struikelblok voor mij is. Ik heb hooggewaardeerde platen in mijn kast, hart en geheugen, waarvan de zang op zijn minst belabberd genoemd kan worden. Bij mij is zang ook niet echt heel belangrijk. Nu is het wel zo dat een bepaalde manier van zingen mij kan tegenstaan. Bijvoorbeeld; ik vind David Bowie of Brian Ferry niet echt lekker om naar te luisteren. Dient een zangstem alleen een marginale rol (zoals bij veel progressieve rock) dan maakt het mij vaak niet eens zoveel uit.
Echter, bij veel op zang-geënte muziek (zo noem ik het maar even), wordt de zang wel heel belangrijk. Ik zag dat jullie al wat namen opsomden: Joe Jackson, Tom Waits, Elvis Costello. Zo zijn er wel heel veel meer te noemen: David Bowie, Kate Bush, Leonard Cohen en zo voorts, en zo voorts. Ik waag mij zo nu en dan aan zo'n plaat, daar waar ik overtuigd ben dat het muzikaal ook erg interessant is. Soms raak ik direct in vervoering (Joni Mitchell, Janis Ian), soms doet het me maar weinig (Tom Waits, Nick Drake, Leonard Cohen). Ik ben ook geen teksten-persoon, dus ik luister om een andere manier naar een zangstem. Dat wat de zanger te vertellen heeft, gaat vaak langs mij heen, en neem ik niet mee in mijn beoordeling. Dat Mark Hollis volledig oprecht is in zijn toedrachten, geloof ik meteen. Zo schat ik hem ook in. Maar binnen de context van een zes- á zevenminuten durende song, is teveel zang toch echt een sleur voor mij.
Een plaat die te boek staat als een plaat die beïnloed is door Coltrane en Davis, daarvan verwacht ik ook een beetje dat dat te horen is de instrumentatie en muzikale inkleuring. Ik wil graag eens The Allman Brothers Band als voorbeeld nemen. Gitarist Dickey Betts was een liefhebber van zowel Davis, Coltrane als Django Reinhardt en Charlie Parker. Uit deze invloeden ontstonden intrumentals als 'In Memory of Elizabeth Reed', 'Jessica' en 'Kind of Bird'. Songs die vast niet bij iedereen in de smaak vallen, maar wat mij betreft slaat Dickey Betts hier wel de spjiker op de kop. Het gaat hier om improvisatie en de kunde om vanuit een thema of meerdere thema's lange solo's te spelen, die als conversaties gezien moeten worden. De solo's zijn hier niet bedoeld als een vehikel om te laten zien 'waartoe een instrumentalist in staat is', maar om een verhaal te vertellen. Als ik naar 'Elizabeth Reed' van Allman Brothers luister dan neemt mij dit mee, Elke keer weer ergens anders naartoe. Dat is de kracht van instrumentale muziek, en de vertelkracht van de solist.
Bovenstaande mis ik op deze plaat. Het is ook niet de bedoeling van Hollis en Friese-Greene geweest om één of andere Nederlands knakker te plezieren, maar dat was de reden waarom ik de albums van Talk Talk tot mij nam.
Verdere invloeden die Hollis aan haalt zijn impressionisten als Debussy en Satie. Twee componisten waarvan ik ook veel werken in de kast heb staan. Beiden puur instrumentaal, en gericht op de piano als solo-instrument. Er zijn veel artiesten te noemen die zijn beïvloed of zeggen te zijn beïnvloed door beiden. Philip Gass, Hania, Rania, Olafur Arnalds, Nils Frahm schieten mij te binnen. Soms vind ik het wat, soms vind ik er niet zo veel aan. Wellicht te steriel? Enfin, daar gaat het hier niet om.
Waar het wel om gaat, is de minimalitische aanpak die Satie en Debussy aan hingen. Ik meen dat de minimalistische aanpak vanaf deze plaat werd ingezet en op volgende platen verder wordt uitgewerkt. Ik ben duidelijk geen liefhebber van minimalistische muziek, omdat er wat mij betreft 'niets gebeurt'. Er wordt geen verhaal verteld, ik word niet meegevoerd, uitgedaagd of geprikkeld. Hetzelfde overkomt mij bij het luisteren van een plaat van het veelgeprezen fusion-duo 'Steely Dan', die wat mij betreft de toon hebben gezet voor (in mijn woorden) steriele jaren '80 fusionplaten, die bij mij soms de tenen doen krommen.
Dat is de kern van mijn "beklag" bij deze plaat. Deze plaat prikkelt mij niet, en luistert meer weg als een aangename luisterplaat. Ik noem de arrangementen saai en hoogdravend. Dit zijn kwalificaties die ik er persoonlijk aan hang. Ik reduceer dit album niet tot een saai en hoogravend werkstuk. Het is wat het bij mij oproept. De jazzy inslag of de jazzy invloeden die geprezen worden bij platen als deze, zijn wat mij betreft volstrekt afwezig of niet op de manier toegepast waar ik op hoopte. Uiteindelijk gaat het hier ook om ee stukje verwachtingsmanagement.
Tijdens het typen viel mij trouwens wat op in het verschil van beleving van wat als 'oeverloos' gezien kan worden. Waar bij Chameleon Day lange solo's als oeverloos gezien wordt, is dat bij composities en muziekstukken die teveel voortkabbelen. 'Overloos' is hier dus geen feitelijke kwalificatie maar een gevoelsmatige kwalificatie. De instrumenten staan op deze plaat in dienst van de compositie, en daar wringt het het bij mij. Nergens worden de rafelige randjes opgezocht, nergens dagen de solisten en muzikanten elkaar uit om naar een hoogtepunt te komen. Dat maakt ook dat ik deze plaat erg denigrerend wellicht "comateus" noemde. Ik noemde het ook "steriel" terwijl ik ook echt wel houd van een goede productie.
Even over dat laatste; een goede productie is misschien wel één van de lastigste aspecten van een goede plaat. Wat een totale kakofonie, daar zit niet iedereen op te wachten. Noise en aanverwante genres ten spijt. Of de plaat nu een jazz, blues, prog, pop of postrock bevat, een goede productie verhoogt het luisterplezier. Maar er zijn net zoveel producers, engineers als dat er bands zijn. Er is niet één perfecte producer, al zijn er wel goede matches (Gentle Giant en David Bowie + Tony Visconti, Al Stewart + Alan Parsons, The Beatles + George Martin en Talk Talk + Friese-Greene). Over deze laatste combinatie is er, me dunkt, wel consensus dat dat een "match made in heaven" is. En ik vind ook wel dat de band geen betere producer kan hebben (hierover meer bij mijn recensies van voorgaande platen).
Echter gaat hier ook weer meespelen wat je eigen "acquired taste" is. Nu is het midden jaren '80, en ik ken buiten enkele postpunk- en beginnende metal en hiphop-artiesten geen rafelige producties in deze periode. Talk Talk klinkt hier niet als The Clash, Exploited of Motorhead, en dat is ook absoluut niet de bedoeling, en dat had ik ook nooit mooi gevonden. Binnen de context van een goede productie zijn veel "jaren '80"-platen best steriel te noemen (dat zijn mijn woorden). In die context noemde ik ook Tears for Fears, maar ik had voor het gemak ook Marillion, Level 42 of Dire Straits kunnen noemen. Om een zijspoor te nemen, veel van mjin favoriete acts leverden in de jaren '80 hun slechtste platen af.
Als ik dan de uitdaging van Chameleon Day aanvaard, en wat jaren '80 platen mag opnoemen van rond deze tijd waarvan ik de productie minder steriel en uitdagender vind, dan noem ik: The Fixx met 'Phantoms' of 'Reach the Beach', Talking Heads met 'Remain in Light', King Crimson met 'Discipline', Saga met 'World's Apart', Marillion met 'Clutching at Straws' en Strangeways met 'Native Sons'. Ik moet wel bekennen dat ik geen kenner ben van veel jaren '80-muziek, dus grote bands als The Cure, Joy Division, Simple Minds en U2, daar weet ik nagenoeg niets over te zeggen.
Even over de progressive rock nog; ik zie mijzelf niet zo zeer een liefhebber van progressive rock, vooral bands als Rush, Yes, Tool, Porcupine Tree, Radiohead en Muse heb ik weinig tot niets mee. Als bands iets meer speelsheid, jazz, klassiek en psychedelische elementen erin verwerken dan vind ik het veel fijner. Ik vind veel progressive rock nét zo hoogdravend als postrock. Veel van mijn lievelingsbands zitten meer in de hoek van de jazzrock, fusion en crossovergenres.
Ik vergat nog iets; ik houd ook van popmuziek. Mijn introductiebands waren Queen, Saga en The Moody Blues. Vanuit dat idioom blijf ik nog steeds wel naar popmuziek luisteren en ook al geef ik niet snel een 5* beoordeling aan een goede pop-plaat, een goede pop-plaat kan ik zeker waarderen. Daarom vond ik de tweede plaat van Talk Talk ook wel erg fijn (en dan met name Kant A).
Het kan zijn dat ik niet op de juiste woorden kom, en dat mijn lappen tekst goede coherentie en opbouw missen, en dat ik veel uitwijd en niet de juiste debat-trucjes toe pas, maar ik ben die vaardigheden en competenties dan ook niet echt rijk. Bij deze mijn excuses als het allemaal wat onsamenhangend is, of dat ik vergeten of nagelaten heb met de juiste voorbeelden of toelichting te komen.
Ik in elk geval: bedankt voor het meelezen. Bij veel platen waar ik een lap tekst tik, heb ik niet zo veel respons.
1
geplaatst: 24 augustus 2024, 11:21 uur
Fraaie beschouwing Mssr Renard! Met veel plezier gelezen. Kom later nog terug op wat elementen (moet nu hoognodig huishoudelijke werkzaamheden verrichten).

0
Mssr Renard
geplaatst: 24 augustus 2024, 11:24 uur
Chameleon Day schreef:
Fraaie beschouwing Mssr Renard! Met veel plezier gelezen. Kom later nog terug op wat elementen (moet nu hoognodig huishoudelijke werkzaamheden verrichten).
Fraaie beschouwing Mssr Renard! Met veel plezier gelezen. Kom later nog terug op wat elementen (moet nu hoognodig huishoudelijke werkzaamheden verrichten).
Hier ook, hahaha. Ik ben benieuwd. Gezellig.
3
geplaatst: 24 augustus 2024, 11:24 uur
Alicia schreef:
Ik draai Talk Talk niet echt vaak... omdat ik dan niet meer weet wat ik erna moet draaien!
Ik draai Talk Talk niet echt vaak... omdat ik dan niet meer weet wat ik erna moet draaien!
En dat is nog altijd zo. Wat een diepe indruk heeft deze band op mij gemaakt. En met name Mark Hollis. De lieverd. Ik heb hem live aan het werk gezien en gesproken. En leuke foto's van de band mogen maken. Mark Hollis was een bescheiden, ietwat verlegen man, maar toch ook heel open naar de fans toe. Niet echt belangrijk in deze context, maar wel enorm leuk om mee te hebben gemaakt en dit kleurt natuurlijk ook een bepaalde waardering.
Maar ik vind de mening van Mssr Renard ook best wel interessant. Geredeneerd wellicht meer vanuit de technische kant van muziek (als ik het goed begrepen heb) zoekt en vindt hij details die mij niet of nauwelijks opvallen. Dat hoeft ook niet, want ik hoor ze niet omdat die wetenschap mij gewoonweg ontbreekt. Of het interesseert mij niet voldoende. Al ik hoor natuurlijk wel of een muzikant wel of niet zijn instrument beheerst, het geluid goed uit de speakers komt, enzovoorts. Maar verder is techniek, voor mij althans, ondergeschikt aan het gevoel. Je hoeft immers ook niet technisch goed te kunnen schilderen om een schilderij mooi te vinden. En andersom geldt dit echter vaak ook.

Mark heeft inderdaad - zoals velen terecht hebben opgemerkt - een wat apart stemgeluid. En een stemgeluid vind je nu eenmaal fijn of juist niet. De zangkunsten van Mark zijn inderdaad beperkt. Echter gaat zijn stem hier juist regelmatig door merg en been. Op de goede manier dan. Daarvoor hoef je van mij geen technisch goede zanger voor te zijn. Vaak zelfs liever niet, omdat een geschoolde zanger de boel soms kompleet dood kan slaan. Zo vind ik opera en operette helemaal niets, ondanks dat ik van klassieke muziek hou. Want daar zitten ze meestal... de volgens bepaalde normen getrainde zangers en zangeressen. Ook weer een kwestie van smaak natuurlijk. In tegenstelling tot de popmuziek heb ik liever mijn klassieke muziek zonder zang. Wat betreft jazzrock en fusion, daar weet ik dan weer heel weinig over te zeggen. Dat is ook niet mijn favoriete muziek. Als de zangpartijen in de popmuziek in elk geval maar niet echt vals klinken, want daar heb ik een hekel aan.
Ook ik heb een voorkeur voor bepaalde liedjes of albums. Zo vind ik het tweede album juist minder. Op het zeer fraaie Tomorrow Started na. Dat vind ik nog altijd het mooiste Talk Talk nummer. De singles van dat tweede album (hoe goed ze meestal ook waren) werden op een gegeven moment op de radio volledig kapot gedraaid en heb ik vanuit dat perspectief daar weer wat minder mee.
PS: Dit is mijn reactie op het eerdere bericht van de bovenbuurman.
Nu lees ik weer dat hij zangkunsten toch ook niet zo echt heel belangrijk vindt.



2
geplaatst: 24 augustus 2024, 12:24 uur
Dank Mssr Renard, voor de -echt wel- duidelijke en uitgebreide toevoeging. Waarbij ik direct opmerk dat ik de overige stukken hierover in de laatste 24 uur van mede MM auteurs (o.a Alicia, Chameleon Day, Mjuman en Bikkel2) ook waardeer.
Een enkel opmerking c.q. toevoeging hierbij: op veel terreinen en bij smaaksensaties vinden wij elkaar! Ook nu weer herkenning aan mijn kant. Ook ik heb vrij weinig met 'Steely Dan', ik heb de dubbele verzamel cd die ik af en toe opzet en merk dan ook dat het mij soms gewoon na enkele nummers begint tegen te staan, ik vind het muziek voor de röntgen afdeling, zo steriel en met weinig warmte gemaakt en waarvan ik weet dat er ook door de makers met enig dedain en een superieure houding op mede musici -van statuur- wordt neergekeken, waarvan sommigen de eer krijgen om enkele seconden mee te spelen op een van hun releases.
Maar nu even over stemmen, wij hebben beiden een grote passie voor Jethro Tull, waarvan de onmiskenbare kenmerken de dwarsfluit én de stem van Ian Anderson zijn. Je bent waarschijnlijk met mij eens dat zonder die stem het volledige oeuvre van Jethro Tull compleet anders en veel minder markant zou zijn? Natuurlijk geef ik direct toe dat Anderson een warmere stem heeft en betere zanger is, maar waar ik beiden het meest in waardeer is het gevoel, de emotie en de klankkleur die zij toevoegen aan hun songs. Daarin vind ik ze beiden van hoog niveau.
En dan over de vergelijkingen van de ene act met de andere, ik kan daar dus helemaal niks mee, hooguit wanneer er muziek gemaakt wordt in hetzelfde segment (Hard) Rock- Jazz- etc. en dan nog....
maar over het algemeen is het toch appels met peren vergelijken, en en banaan smaakt nu eenmal heel anders dan een citroen.
In mijn beleving moet ik het idee hebben dat de muziek met een zekere oprechtheid is gecomponeerd en/of uitgevoerd, waneer er passie in doorklinkt gecombineerd met vakkennis dan hoeft het niet eens zo zeer te appeleten aan mijn smaak, maar dan hoor ik wel de intenties.
Succes bij het uitvoeren van de domestics en tot een volgende keer.
Een enkel opmerking c.q. toevoeging hierbij: op veel terreinen en bij smaaksensaties vinden wij elkaar! Ook nu weer herkenning aan mijn kant. Ook ik heb vrij weinig met 'Steely Dan', ik heb de dubbele verzamel cd die ik af en toe opzet en merk dan ook dat het mij soms gewoon na enkele nummers begint tegen te staan, ik vind het muziek voor de röntgen afdeling, zo steriel en met weinig warmte gemaakt en waarvan ik weet dat er ook door de makers met enig dedain en een superieure houding op mede musici -van statuur- wordt neergekeken, waarvan sommigen de eer krijgen om enkele seconden mee te spelen op een van hun releases.
Maar nu even over stemmen, wij hebben beiden een grote passie voor Jethro Tull, waarvan de onmiskenbare kenmerken de dwarsfluit én de stem van Ian Anderson zijn. Je bent waarschijnlijk met mij eens dat zonder die stem het volledige oeuvre van Jethro Tull compleet anders en veel minder markant zou zijn? Natuurlijk geef ik direct toe dat Anderson een warmere stem heeft en betere zanger is, maar waar ik beiden het meest in waardeer is het gevoel, de emotie en de klankkleur die zij toevoegen aan hun songs. Daarin vind ik ze beiden van hoog niveau.
En dan over de vergelijkingen van de ene act met de andere, ik kan daar dus helemaal niks mee, hooguit wanneer er muziek gemaakt wordt in hetzelfde segment (Hard) Rock- Jazz- etc. en dan nog....
maar over het algemeen is het toch appels met peren vergelijken, en en banaan smaakt nu eenmal heel anders dan een citroen.
In mijn beleving moet ik het idee hebben dat de muziek met een zekere oprechtheid is gecomponeerd en/of uitgevoerd, waneer er passie in doorklinkt gecombineerd met vakkennis dan hoeft het niet eens zo zeer te appeleten aan mijn smaak, maar dan hoor ik wel de intenties.
Succes bij het uitvoeren van de domestics en tot een volgende keer.

1
Mssr Renard
geplaatst: 24 augustus 2024, 12:26 uur
Ik wil dan even van de gelegenheid gebruik maken door te reageren op Alicia. Bedankt voor het meelezen en voor je reactie.
Instrumentbeheersing en technische kunde even ter zijde, vind ik het belangrijker dan een muzikant een eigen sound heeft en met weinig hulpmiddelen zijn emotie kan overbrengen en tot mij kan spreken. Zo hoor ik liever Jimi Hendrix dan Eddie van Halen, om maar even twee muzikanten te noemen die iedereen kent. Dus wat dat betref zitten wij, als ik het goed lees, wel op één lijn.
Waar ik wel wat moeite mee heb, is dat een bekende drummer (ik noem even mijn instrument, omdat ik daar meer verstand van heb) zich laat inhuren voor een pop-plaat en niet van zich mag doen gelden. Een mooi voorbeeld is de briljante drumpartij van '50 Ways to Leave Your Lover' van Paul Simon, waar drummer Steve Gadd toch écht laat horen, dat hij het is. Een ander voorbeeld is Manu Katché bij Sting. Nu we het toch over Sting hebben, pak ik graag het nummer 'Englishman in New York' erbij. Naast de goede drumpartij is de sopraansolo (en licks) van Branford Marsalis (ook al is de solo erg kort) erg "Marsalis". Nog een voorbeeld zijn de baspartijen van Jaco Pastorius en de gitaarpartijen van Larry Carlton op 'Hejira' van Joni Mitchell. Zowel Joni als Sting laat de muzikanten iets meer los, en klinken ze minder beteugeld.
Even over de zang van Mark Hollis. Ik vind al mijn hele leven de rauwheid en call-and-response van 'It's a Shame' van Mark met zichzelf zo uniek en ongeëvenaard gaaf, dat dat ook mijn ijkpunt is geworden voor de band. Ook al vind Hollis zelf dat die eerste platen niet zijn wat hij voor ogen had met de band vind ik juist dat schreeuwerige erg gaaf (las ik) en emotioneel. Dat mis ik op 'The Colour of Spring'. Perfecte zang ben ik trouwens niet naar op zoek, dat had je al begrepen. Zang heeft altijd een je-ne-sais-quoi waarvan je soms maar slecht kunt uitleggen waarom een zanger(es) je wel raakt. Ik kan zangers wel wat vervelend vinden (Morrisey, Brian Ferry, Thom Yorke), waardoor naar die muziek luisteren wel erg lastig wordt.
Ik dacht er even over na, welke zanger(es)s(en) mij echt raken, en ik kom niet op heel veel namen, maar het zit wel in de blues(rock) en classic rock-hoek: Gregg Allman, Susan Tedeschi, Warren Haynes, Fish, Bernie Shaw (van Uriah Heep), Ian Anderson, Justin Hayward en vast nog wat.
Ik vind meestal zangers (Marvin Gaye, Stevie Wonder, Sting, Aretha Franklin, noem maar op) erg goed en fijn om naar te luisteren, maar echt raken doet het me zelden. Ik denk dat bijvoorbeeld het nummer dat me echt het meest wist te raken in mijn leven 'These Days', vertolkd door Gregg Allman, gechreven door Jackson Browne. Maar mjin bericht ontspoort nu danig.
Nog snel on-topic. Ik heb geen problemen met Mark Hollis. Ik ken zijn achtergrond nauwelijks, maar hij lijkt mij zeer authentiek en een man die weet waar hij voor gaat. Afgaande op de berichten hier, is hij wat in zichzelf gekeerd en dat vind ik wel sympathiek. Geen sterallures siert een artiest, wat mij betreft. Onze Freddie was van oudsher ook wat introvert schijnt. Ian Anderson van Tull is wat minder introvert, maar ook weer geen feestbeest (hij noemt zichzelf een partypooper) en ik kan dat genre artiesten gewoonweg wat serieuzer nemen dan diegenen die altijd maar de krant halen met schandelen en gekkigheden.
Instrumentbeheersing en technische kunde even ter zijde, vind ik het belangrijker dan een muzikant een eigen sound heeft en met weinig hulpmiddelen zijn emotie kan overbrengen en tot mij kan spreken. Zo hoor ik liever Jimi Hendrix dan Eddie van Halen, om maar even twee muzikanten te noemen die iedereen kent. Dus wat dat betref zitten wij, als ik het goed lees, wel op één lijn.
Waar ik wel wat moeite mee heb, is dat een bekende drummer (ik noem even mijn instrument, omdat ik daar meer verstand van heb) zich laat inhuren voor een pop-plaat en niet van zich mag doen gelden. Een mooi voorbeeld is de briljante drumpartij van '50 Ways to Leave Your Lover' van Paul Simon, waar drummer Steve Gadd toch écht laat horen, dat hij het is. Een ander voorbeeld is Manu Katché bij Sting. Nu we het toch over Sting hebben, pak ik graag het nummer 'Englishman in New York' erbij. Naast de goede drumpartij is de sopraansolo (en licks) van Branford Marsalis (ook al is de solo erg kort) erg "Marsalis". Nog een voorbeeld zijn de baspartijen van Jaco Pastorius en de gitaarpartijen van Larry Carlton op 'Hejira' van Joni Mitchell. Zowel Joni als Sting laat de muzikanten iets meer los, en klinken ze minder beteugeld.
Even over de zang van Mark Hollis. Ik vind al mijn hele leven de rauwheid en call-and-response van 'It's a Shame' van Mark met zichzelf zo uniek en ongeëvenaard gaaf, dat dat ook mijn ijkpunt is geworden voor de band. Ook al vind Hollis zelf dat die eerste platen niet zijn wat hij voor ogen had met de band vind ik juist dat schreeuwerige erg gaaf (las ik) en emotioneel. Dat mis ik op 'The Colour of Spring'. Perfecte zang ben ik trouwens niet naar op zoek, dat had je al begrepen. Zang heeft altijd een je-ne-sais-quoi waarvan je soms maar slecht kunt uitleggen waarom een zanger(es) je wel raakt. Ik kan zangers wel wat vervelend vinden (Morrisey, Brian Ferry, Thom Yorke), waardoor naar die muziek luisteren wel erg lastig wordt.
Ik dacht er even over na, welke zanger(es)s(en) mij echt raken, en ik kom niet op heel veel namen, maar het zit wel in de blues(rock) en classic rock-hoek: Gregg Allman, Susan Tedeschi, Warren Haynes, Fish, Bernie Shaw (van Uriah Heep), Ian Anderson, Justin Hayward en vast nog wat.
Ik vind meestal zangers (Marvin Gaye, Stevie Wonder, Sting, Aretha Franklin, noem maar op) erg goed en fijn om naar te luisteren, maar echt raken doet het me zelden. Ik denk dat bijvoorbeeld het nummer dat me echt het meest wist te raken in mijn leven 'These Days', vertolkd door Gregg Allman, gechreven door Jackson Browne. Maar mjin bericht ontspoort nu danig.
Nog snel on-topic. Ik heb geen problemen met Mark Hollis. Ik ken zijn achtergrond nauwelijks, maar hij lijkt mij zeer authentiek en een man die weet waar hij voor gaat. Afgaande op de berichten hier, is hij wat in zichzelf gekeerd en dat vind ik wel sympathiek. Geen sterallures siert een artiest, wat mij betreft. Onze Freddie was van oudsher ook wat introvert schijnt. Ian Anderson van Tull is wat minder introvert, maar ook weer geen feestbeest (hij noemt zichzelf een partypooper) en ik kan dat genre artiesten gewoonweg wat serieuzer nemen dan diegenen die altijd maar de krant halen met schandelen en gekkigheden.
0
geplaatst: 24 augustus 2024, 13:04 uur
Een stem moet je inderdaad gewoon raken. Of op z'n minst niet irriteren. Anders luistert de muziek niet prettig weg, nee. Ik ben juist weer een enorme liefhebber van Bryan Ferry. Maar ook geen liefhebber van Thom Yorke. Naar Justin Hayward luister ik ook heel graag. Met zangeressen hoef je bij mij niet aan te komen. Maar dat ligt aan mij. Het is inderdaad lastig uit te leggen. Net als bij een mooie bloem of een prachtig uitzicht is dat 'raken' voor iedereen weer anders. Dat is nou juist het leuke ervan.
0
geplaatst: 24 augustus 2024, 16:55 uur
Mssr Renard schreef:
Instrumentbeheersing en technische kunde even ter zijde, vind ik het belangrijker dan een muzikant een eigen sound heeft en met weinig hulpmiddelen zijn emotie kan overbrengen en tot mij kan spreken. Zo hoor ik liever Jimi Hendrix dan Eddie van Halen, om maar even twee muzikanten te noemen die iedereen kent. Dus wat dat betref zitten wij, als ik het goed lees, wel op één lijn.
Waar ik wel wat moeite mee heb, is dat een bekende drummer (ik noem even mijn instrument, omdat ik daar meer verstand van heb) zich laat inhuren voor een pop-plaat en niet van zich mag doen gelden. Een mooi voorbeeld is de briljante drumpartij van '50 Ways to Leave Your Lover' van Paul Simon, waar drummer Steve Gadd toch écht laat horen, dat hij het is. Een ander voorbeeld is Manu Katché bij Sting. Nu we het toch over Sting hebben, pak ik graag het nummer 'Englishman in New York' erbij. Naast de goede drumpartij is de sopraansolo (en licks) van Branford Marsalis (ook al is de solo erg kort) erg "Marsalis". Nog een voorbeeld zijn de baspartijen van Jaco Pastorius en de gitaarpartijen van Larry Carlton op 'Hejira' van Joni Mitchell. Zowel Joni als Sting laat de muzikanten iets meer los, en klinken ze minder beteugeld.
Instrumentbeheersing en technische kunde even ter zijde, vind ik het belangrijker dan een muzikant een eigen sound heeft en met weinig hulpmiddelen zijn emotie kan overbrengen en tot mij kan spreken. Zo hoor ik liever Jimi Hendrix dan Eddie van Halen, om maar even twee muzikanten te noemen die iedereen kent. Dus wat dat betref zitten wij, als ik het goed lees, wel op één lijn.
Waar ik wel wat moeite mee heb, is dat een bekende drummer (ik noem even mijn instrument, omdat ik daar meer verstand van heb) zich laat inhuren voor een pop-plaat en niet van zich mag doen gelden. Een mooi voorbeeld is de briljante drumpartij van '50 Ways to Leave Your Lover' van Paul Simon, waar drummer Steve Gadd toch écht laat horen, dat hij het is. Een ander voorbeeld is Manu Katché bij Sting. Nu we het toch over Sting hebben, pak ik graag het nummer 'Englishman in New York' erbij. Naast de goede drumpartij is de sopraansolo (en licks) van Branford Marsalis (ook al is de solo erg kort) erg "Marsalis". Nog een voorbeeld zijn de baspartijen van Jaco Pastorius en de gitaarpartijen van Larry Carlton op 'Hejira' van Joni Mitchell. Zowel Joni als Sting laat de muzikanten iets meer los, en klinken ze minder beteugeld.
Je noemt me niet expliciet als reaguurder op jouw post, maar in het bovenstaande herken ik toch voldoende aanknopingspunten om nog even mijn toetsenbord te laten ratelen.
Er is nl een zeker spanningsveld tussen een muzikale bijdrage leveren op het album van een ander en het daarin excelleren. Je geeft zelf al aan dat mensen als Sting en Joni Mitchell daarin de teugel laten vieren, maar hoeveel musici zijn er niet die - ook (of misschien zelfs juist) live - de teugels voor 100% in handen willen hebben, deels uit angst dat een ander de show gaat stelen (dat heb ik ook zelf mogen ervaren): je moet gewoon brengen waarvoor je wordt betaald. Er zijn echt wel gevallen van musici die - tijdens het maken van het eindproduct - gewoon zijn weggeknipt, omdat het als te veel franje werd beschouwd.
Ooit Peter Gabriel twee tours achtereen live gezien met twee verschillende drummers, de eerste Manu Katché en de tweede Ged Lynch en dat was een wereld van verschil. Maar live muziek biedt nou eenmaal meer mogelijkheden (ook tot variatie). Als een album eenmaal is vastgelegd heeft het die vorm tot in de eeuwigheid, tenzij - en dat komt wel voor - dingen opnieuw worden opgenomen, zowel hele nummers als bepaalde tracks (sporen) zoals de zang.
En Hollis stond ook bekend als een perfectionist en een relatieve autocraat die zijn visie gerealiseerd wilde zien. Het aardige is dat als je de live-opnamen van Talk Talk uit '86, het laatste tourjaar, hoort de songs een organisch geheel vormen, ook al zijn ze van verschillende albums afkomstig. Toevoeging van een tweede drummer/percussionist en tweede keyboard-speler Ian Curnow zorgde daarvoor.
Niet om vervelend te doen, maar bij het rijtje bands die jij noemt (die jou raken), zit heel weinig wat mij iets doet en dat kan ook het verschil in waardering verklaren - gewoon een kwestie van smaak i.c.m. verwachtingspatroon.
Overigens zou ik niet als eerste Talk Talk noemen als zijnde beïnvloed door Debussy - dan denk ik veel eerder aan Patrick Watson.

0
Mssr Renard
geplaatst: 24 augustus 2024, 17:24 uur
Mjuman, ik noemde je niet, omdat we al een gesprek hadden gehad. Maar je weet intussen wel dat ik onze gesprekken waardeer. Altijd in vriendschap, maar vaak met verschillende inzichten.
Van studio-projecten zoek ik ook vaak livemateriaal, om te zien of dat organischer en avontuurlijker is. Dat is trouwens bij Sting ook wel eens het geval, dat het live meer leeft. Je noemt terecht Peter Gabriel maar ik vind bijvoorbeeld Mike Oldfield live ook een ander laken en pak. Erg indrukwekkend.
Let wel: ik noemde uit mijn hoofd wat zangers/zangeressen. Bij jazz en/of jazzrock/fusion gaat het me meer om de solisten, dus bijvoorbeeld Lee Morgan, Freddie Hubbard, Woody Shaw, Arthur Blythe, Roy Hargrove en nog zo veel meer. Ik ben, denk ik, niet zo een kenner van zangers. Ik ken wel wat geschoolde en technisch goede zangers (Morten Harket, Freddie Mercury, etc.) maar die raken mij niet.
Ik denk dat ik toch wat verschil van anderen, omdat muziek mij eigenlijk niet zo snel ontroert of iets emotioneels bij me oproept. Ik vind muziek vaak vooral mooi of gaaf of indrukwekkend. Ik heb een top-10 aan platen, maar die ken je vast allemaal wel.
De laatste artieste(n) die echt enorme indruk op maakt (vocaal gezien) is Sarah Elizabeth Charles en Shara Nova. Maar nu ontspoor ik weer.
Weer snel ontopic; dat Hollis zich liet inspireren door Debussy heb ik rechtstreeks van wikipedia geleerd.
Van studio-projecten zoek ik ook vaak livemateriaal, om te zien of dat organischer en avontuurlijker is. Dat is trouwens bij Sting ook wel eens het geval, dat het live meer leeft. Je noemt terecht Peter Gabriel maar ik vind bijvoorbeeld Mike Oldfield live ook een ander laken en pak. Erg indrukwekkend.
Let wel: ik noemde uit mijn hoofd wat zangers/zangeressen. Bij jazz en/of jazzrock/fusion gaat het me meer om de solisten, dus bijvoorbeeld Lee Morgan, Freddie Hubbard, Woody Shaw, Arthur Blythe, Roy Hargrove en nog zo veel meer. Ik ben, denk ik, niet zo een kenner van zangers. Ik ken wel wat geschoolde en technisch goede zangers (Morten Harket, Freddie Mercury, etc.) maar die raken mij niet.
Ik denk dat ik toch wat verschil van anderen, omdat muziek mij eigenlijk niet zo snel ontroert of iets emotioneels bij me oproept. Ik vind muziek vaak vooral mooi of gaaf of indrukwekkend. Ik heb een top-10 aan platen, maar die ken je vast allemaal wel.
De laatste artieste(n) die echt enorme indruk op maakt (vocaal gezien) is Sarah Elizabeth Charles en Shara Nova. Maar nu ontspoor ik weer.
Weer snel ontopic; dat Hollis zich liet inspireren door Debussy heb ik rechtstreeks van wikipedia geleerd.
0
geplaatst: 5 november 2024, 15:24 uur
Dit album heeft mij helaas matig geboeid. Ik meer van van het vorige album.
1
geplaatst: 12 januari, 11:48 uur
Door de nogal drastische wending van Talk Talk van jaren ‘80 synthpop naar ambient jazz, of hoe je het ook wilt noemen, is het niet gek dat er mensen in 2 kampen zitten qua waardering voor hun albums. Dit Colour of Spring vervult duidelijk de brugfunctie, waarin de hitgevoeligheid zeker nog aanwezig is. Nou ja, alles is al gezegd over dit wat mij betreft prachtige album, en voor mij zijn beide Talk Talk’s interessant. En smaken verschillen. Wat ik wel wil opmerken is dat de ontwikkeling van Tears for Fears of Spandau Ballet, waarmee Talk Talk hierboven wordt vergeleken, wat mij betreft toch echt een wezenlijk andere is. De ontwikkeling van Talk Talk stopte niet bij dit album, en ze verlaten de hitparade en de popmuziek in feite vanaf Spirit of Eden helemaal. Dat maakt deze band -los van die prachtig verstilde albums- echt tot een bijzonderheid.
5
geplaatst: 31 januari, 23:00 uur
Als er ooit een plaat heeft bestaan die als de hemel op aarde klinkt dan is het 'The Colour of Spring' van Talk Talk. Dit derde album, uitgebracht in 1986, is geen verzameling liedjes – het is een uittredende ervaring, een meesterwerk dat elke noot, elke stilte en elke ademtocht volmaakt benut. Vanaf de eerste seconde tot de laatste uitstervende echo tilt het je naar een gebied waar kunst en ziel samensmelten. Dit is geen album, het is een openbaring.
The Colour of Spring is de oersoep van tegenpolen: synthetische structuren met levendige, organische instrumentatie, terwijl Mark Hollis’ hypnotiserende stem fluistert en schreeuwt tussen hoop en melancholie. Neem 'Life’s What You Make It', een hymne die even aards als hemels aanvoelt, gedreven door een hypnotiserende baslijn en een piano die recht uit de diepten van de aarde lijkt te barsten. Of 'April 5th', waar Hollis’ kwetsbare vocalen zweven boven een tapijt van harp en strijkers, als een gebed zonder einde. Hier is elke klank een penseelstreek op een canvas van oneindige diepte, waarbij je nauwelijks adem durft te halen.
Geen seconde verspilt dit album zijn adem. De arrangementen zijn zowel weelderig als sober, alsof elk instrument precies weet wanneer het moet spreken en zwijgen. Kijk naar 'Living in Another World', waar gospelachtige harmonieën en bezeten drums samenkomen in een perfecte climax, of 'Happiness Is Easy', waarin een kinderkoor de luisteraar met onschuldige eenvoud recht in het hart raakt. Producer Tim Friese-Greene en de band weven een web van subtiliteit: hammondorgels, mondharmonica’s, zelfs een shō (een Japans blaasinstrument) – alles dient een hoger doel.
Mark Hollis’ vocale prestatie hier is niets minder dan perfect. Zijn stem is een tonbeeld van emotie, van de bevende intensiteit in 'I Don’t Believe in You' tot de bijna mystieke fluistering in 'Chameleon Day'. Hij zingt niet over emoties; hij ís ze. Elk woord, elke adempauze, voelt als een blootgelegde zenuw: kwetsbaar, en pijnlijk eerlijk.
The Colour of Spring is een album dat tijd, genre en verwachtingen tart. Het verzoent pop met avant-garde, spiritualiteit met aardsheid, chaos met harmonie. Zelfs na decennia klinkt het niet als een reliek uit de jaren ’80, maar als een relevant werk dat zich aan de horizon van de eeuwigheid bevindt. Het is de blauwdruk voor talloze latere artiesten, van Radiohead tot Sigur Rós, en toch blijft het onovertroffen in zijn ambitie en volmaaktheid.
Perfectie bestaat, en haar naam is The Colour of Spring.
The Colour of Spring is de oersoep van tegenpolen: synthetische structuren met levendige, organische instrumentatie, terwijl Mark Hollis’ hypnotiserende stem fluistert en schreeuwt tussen hoop en melancholie. Neem 'Life’s What You Make It', een hymne die even aards als hemels aanvoelt, gedreven door een hypnotiserende baslijn en een piano die recht uit de diepten van de aarde lijkt te barsten. Of 'April 5th', waar Hollis’ kwetsbare vocalen zweven boven een tapijt van harp en strijkers, als een gebed zonder einde. Hier is elke klank een penseelstreek op een canvas van oneindige diepte, waarbij je nauwelijks adem durft te halen.
Geen seconde verspilt dit album zijn adem. De arrangementen zijn zowel weelderig als sober, alsof elk instrument precies weet wanneer het moet spreken en zwijgen. Kijk naar 'Living in Another World', waar gospelachtige harmonieën en bezeten drums samenkomen in een perfecte climax, of 'Happiness Is Easy', waarin een kinderkoor de luisteraar met onschuldige eenvoud recht in het hart raakt. Producer Tim Friese-Greene en de band weven een web van subtiliteit: hammondorgels, mondharmonica’s, zelfs een shō (een Japans blaasinstrument) – alles dient een hoger doel.
Mark Hollis’ vocale prestatie hier is niets minder dan perfect. Zijn stem is een tonbeeld van emotie, van de bevende intensiteit in 'I Don’t Believe in You' tot de bijna mystieke fluistering in 'Chameleon Day'. Hij zingt niet over emoties; hij ís ze. Elk woord, elke adempauze, voelt als een blootgelegde zenuw: kwetsbaar, en pijnlijk eerlijk.
The Colour of Spring is een album dat tijd, genre en verwachtingen tart. Het verzoent pop met avant-garde, spiritualiteit met aardsheid, chaos met harmonie. Zelfs na decennia klinkt het niet als een reliek uit de jaren ’80, maar als een relevant werk dat zich aan de horizon van de eeuwigheid bevindt. Het is de blauwdruk voor talloze latere artiesten, van Radiohead tot Sigur Rós, en toch blijft het onovertroffen in zijn ambitie en volmaaktheid.
Perfectie bestaat, en haar naam is The Colour of Spring.
0
geplaatst: 1 februari, 02:29 uur
@jono: je gaat over the top met je review. Maar het is waar. …. En “tijd, genre en verwachtingen” worden pas echt “getart” met Spirit of Eden. Lees je review graag daar.

2
geplaatst: 1 februari, 03:18 uur
Ben al bijna veertig jaar verliefd op dit album, en je hebt gelijk dat mijn ode misschien wat too much is. Spirit of Eden vind ook prachtig, al slaat voor mijn smaak de balans wat te veel naar de avant-garde kant uit. De perfecte balans tussen pop en avant-garde maakt dat ik The Colour of Spring de betere van de twee vind, daarin kunnen we natuurlijk van mening verschillen. Voor mij is The Colour of Spring de perfecte plaat; ik kan me nauwelijks voorstellen dat er ooit iets beters zal worden gemaakt.
1
geplaatst: 1 februari, 03:24 uur
jono schreef:
…ik kan me nauwelijks voorstellen dat er ooit iets beters zal worden gemaakt.
…ik kan me nauwelijks voorstellen dat er ooit iets beters zal worden gemaakt.
Spirit of Eden en Laughing Stock.

1
geplaatst: 1 februari, 03:28 uur
jono schreef:
De perfecte balans tussen pop en avant-garde maakt dat ik The Colour of Spring de betere van de twee vind
De perfecte balans tussen pop en avant-garde maakt dat ik The Colour of Spring de betere van de twee vind
Dat snap ik wel hoor! Die balans is idd geweldig. Zie mijn score. Maar wat hierna kwam is, imo, buitenaards…
0
geplaatst: 1 februari, 10:40 uur
Afgezien van de constante kwaliteit van de composities, is de produktie natuurlijk ook het vermelden waard.
Ik ben gek op de 80's, maar het ging natuurlijk ook wel eens over de top met snoeiharde synthdrums en synthesizers die net even te nadrukkelijk waren.
Op deze is de produktie nagenoeg perfect. Gedetailleerd en elke toevoeging hoorbaar. Ook de warme sound is absoluut een meerwaarde.
Mooi ook dat Steve Winwood betrokken werd. Hier regelmatig te horen op de hammond.
Ik ben gek op de 80's, maar het ging natuurlijk ook wel eens over de top met snoeiharde synthdrums en synthesizers die net even te nadrukkelijk waren.
Op deze is de produktie nagenoeg perfect. Gedetailleerd en elke toevoeging hoorbaar. Ook de warme sound is absoluut een meerwaarde.
Mooi ook dat Steve Winwood betrokken werd. Hier regelmatig te horen op de hammond.
1
geplaatst: 1 februari, 11:26 uur
De songs van dit album markeren ongeveer zo'n beetje wat maximaal haalbaar is bij een live optreden (van de latere albums niet meer). In Montreux Live (dvd - ook YouTube) wordt dan ook een aantal songs hiervan live gespeeld.
Leuk om de 'spot' even op Winwood te zetten, maar juist een aantal andere (studio-)musici verdient het echt wel om expliciet te worden genoemd: Ian Curnow (keyboards, w.o synths) en Robbie McIntosh (gitaar), omdat ze mede bepalend zijn voor de signature live sound van Talk Talk. En daarnaast de tweede drummer/percussionist, van wie de naam me even ontschoten is, maar die tevens duidelijk maakt wat voor diepte een live optreden wint door de toevoeging van een extra drummer/percussionist.
Leuk om de 'spot' even op Winwood te zetten, maar juist een aantal andere (studio-)musici verdient het echt wel om expliciet te worden genoemd: Ian Curnow (keyboards, w.o synths) en Robbie McIntosh (gitaar), omdat ze mede bepalend zijn voor de signature live sound van Talk Talk. En daarnaast de tweede drummer/percussionist, van wie de naam me even ontschoten is, maar die tevens duidelijk maakt wat voor diepte een live optreden wint door de toevoeging van een extra drummer/percussionist.
* denotes required fields.
* denotes required fields.