menu

Portishead - Dummy (1994)

mijn stem
4,14 (1306)
1306 stemmen

Verenigd Koninkrijk
Electronic / Pop
Label: Go! Beat

  1. Mysterons (5:02)
  2. Sour Times (4:11)
  3. Strangers (3:55)
  4. It Could Be Sweet (4:16)
  5. Wandering Star (4:51)
  6. It's a Fire * (3:48)
  7. Numb (3:54)
  8. Roads (5:02)
  9. Pedestal (3:39)
  10. Biscuit (5:01)
  11. Glory Box (5:06)
  12. Sour Sour Times * (4:18)
  13. Theme from "To Kill a Dead Man" * (4:25)
toon 3 bonustracks
totale tijdsduur: 44:57 (57:28)
zoeken in:
avatar van thelion
4,5
Ze hebben Trip-Hop niet uitgevonden die eer komt volledig Massive Attack toe, maar met dit album definieerden ze het genre wel opnieuw.

De band kwam voort uit de club scene van Bristol waar het al langetijd broeide en waar veel muziekstromingen en muziekanten samen kwamen om zich uit de werkelijkheid van het trieste bestaan begin jaren 90 in GB te ontrekken. Een land dat nog steeds gebukt ging onder de nalatenschap van Margret Tatcher en de economische malaise waar in het land verkeerde en waar John Major maar geen eind aan kon maken.

Waar Massive Attack nog vrij Dance gericht was en Tricky zeer surrealistisch en donder was, mengde Portishead de bekende duistere zware lading die tot dan toe over Trip-Hop hing met sfeervolle fragille zang, Jazz en Film-Noir invloeden en kregen de DJ skills van Geoff Barrow ook alle ruimte zo als goed is te horen op oa. Biscuit waar er vrolijk op los gescratshed word.
De zang partijen van Beth Gibbons zijn zeer breekbaar en ontroerend neem Sour Times dat zich ontpopt als een heerlijk kippenvel opwekkende smartlap of het meesterlijke Glory Box waarbij de rillingen je over de rug lopen.

Het album straalt een sfeer uit van breekbaarheid, troosteloosheid en rusteloosheid maar klinkt veel minder zwaar dan bv. het werk van Tricky of Massive Attack uit die periode. Deze plaat geeft ook inspiratie en hoop.

avatar van deric raven
5,0
De eerste keer Portishead horen is na afloop verbaasd achter blijven.
De kunst om mij direct bij de laatste tonen terug verlangen naar het gevoel.
Terwijl tijdens de luisterervaring dat niet ervaren wordt.
Sour Times heb ik waarschijnlijk gewoon op de radio gehoord.
Vervolgens bleef de melodie en zang wekenlang ergens in mijn hoofd hangen.
Wat was dat precies?
Zou ik het dan toch gedroomd hebben?

Pas toen ik maanden later Glory Box hoorde, wist ik het zeker.
Dit was de band van het liedje dat een langere periode mijn gedachtes terroriseerden.
Vreemd genoeg deed het mij in eerste instantie aan Julee Cruise denken; indirect dus ook aan de Twin Peaks serie.
Alsof er een schizofrenie zangeres ergens in een rokerig café onthult dat ze de moordenaar van Laura Palmer is.
Verder had de sfeer raakvlakken met de muziek en uitstraling van Vaya Con Dios.
De term Triphop bestond nog niet.
En dat werkte toen nog in het voordeel.

Het spookachtige waarmee Mysterons opent doet mij verlangen naar foute kwetsbare vrouwen.
Ik ben geneigd om een sigaret aan te steken; terwijl ik al jaren gestopt ben.
De drum als marcherende soldaten.

Vervolgens het western geluid van Sour Times.
Stoffige laarzen in de woestijn.
Fel verbrande bruine gezichten.
Aangetast door nicotine.
De plaatselijke hoerenmadam op zoek naar liefde.

Strangers; Assepoester in het concertgebouw.
Haar 15 minuten van roem.
Zittend op een VIP plaats; ondertussen de klokwijzers in de gaten aan het houden.
De sampler tussendoor klinkt als een aflopend wekker alarm.

It Could Be Sweet doet me verdrinken in de jaren 80 soul van Sade.
Heerlijk cocktailsausje op het neusje van de zalm.
Beth Gibbons misschien wel niet in haar meest herkenbare vorm.
Wel weer groots gezongen.

Wandering Star is een weg gedoken jong meisje.
Stiekem in de nacht op zolder aan het zingen.
Nog onzeker en voorzichtig.
Hopend dat niemand haar zal horen.
De toevoeging van de samplers geeft het de sfeer van een rituele begrafenis ergens in Midden Amerika.

It’s A Fire is de vreugde van het ouderschap.
Een brandend nieuw licht in je leven.
Al het andere is opeens onbelangrijk.
Het draait uiteindelijk maar om een ding; liefde.

Met Numb zitten we opeens na sluitingstijd op de kermis.
De geruchten van een verdwenen verliefd stelletje in het spookhuis.
De inbraak, en het nooit meer weder keren.
Beth als verhalenverteller in een jazz club.

Voor mij is Roads ook een van de hoogtepunten.
Je hoort het verdriet in de zangpartijen.
Een gebroken bedrogen vrouw, die zich voor de buitenwereld groot houdt.
Elke avond verbitterde tranen in teveel glazen rode wijn.

Pedastal is met het Miles Davis achtige trompetgeluid af.
Van mij mag Geoff Barrow zich best eens wagen aan zijn Kind of Blue.
Hij zou een gewaagde versie hiervan kunnen maken.
Al zullen puristen het vervloeken als hij zich daarin zou verdiepen.

Bij Biscuit moet ik denken aan een trip met een onbekende drug.
De omgeving veranderd telkens waardoor een wanhopige Beth naar de uitgang zoekt.
Alice In Wonderland.
Bang om opgeslokt te worden door de waterpijp rokende rups.

Glory Box is bijna even sterk als Sour Times.
De veel gebruikte sampler van Isaac Hayes Ike’s Rap III.
Ook door Tricky treffend gebruikt in Hell Is Round The Corner.
De kracht in het nummer zit zich wel in de psychisch gestoorde uithalen van Gibbons.
Je voelt ze de controle verliezen.
Om uiteindelijk helemaal los te gaan.
Overgave aan totale waanzin.

avatar van Ronald5150
4,0
Ondanks dat trip-hop niet het genre is waar mijn hart ligt, moet ik bekennen dat "Dummy" wel een speciaal plekje heeft in mijn muziekcollectie. Ik denk dat het te maken heeft met de sfeer die er op deze plaat wordt neergezet. Van begin tot eind wordt je meegezogen in de diepe donkere klanken van Portishead. De stem van Beth Gibbons is ijzingwekkend goed en ze is in staat om elke emotie op je over te brengen en zelfs meer: ze sleurt je mee de nummers in. De geluidstapijtjes die Geoff Barrow weeft zijn ronduit fantastisch. Elk geluidje heeft een functie. Het is nergens overdadig of overdreven, maar alles in dienst van het liedje en de sfeer.

Ondanks dat dit een electronica plaat is, krijg ik niet het gevoel dat alles programmatisch in elkaar is gedraaid op een computer. "Dummy", en daarmee Portishead, heeft echt een bandgevoel. Dit komt tijdens hun (schaarse) liveconcerten ook tot uiting. Vooral de gitaarpartijen van Adrian Utley vind ik prachtig om te horen tussen al die sferische geluiden, bass en beats.

"Dummy" is mijn inziens een monument in het genre. Bijna niet meer overtroffen en neemt in mijn met blues, jazz en rockgedreven muziekverzameling toch een prominente plaats in. Knap!

5,0
Het optreden van Portishead op Lowlands 2014 staat nog steeds in mijn geheugen gegrift. Ik kende een deel van hun muziek en vond dat mooi en relaxt. Ook wel eens hele albums opgezet, maar vooral voor op de achtergrond.

Ik dacht dat ik al aardig wat fantastische concerten had bijgewoond, maar nog nooit had ik zó'n intense sfeer ervaren als op die zondagavond. Het festival was nog aan het bijkomen van de hevige regen die middag. Zodra ze begonnen te spelen, werd het publiek stiller dan ik voor mogelijk hield op een festival. De band leek volkomen in trans en voerde mij daarin mee, ondersteund door ijzige beelden op de achtergrond. Na afloop was ik een beetje verward, ontroerd en stil. Was dit het mooiste concert dat ik ooit bijwoonde? Waarschijnlijk wel, en daar had ik mij totaal niet op voorbereid.

Echter werd de betovering al snel weggevaagd toen ik mee werd gesleurd om nog een stukje van Queens of the Stone Age te zien. Een bijzondere herinnering bleef over, maar door alle drukte van het festival en de maanden erna heb ik niet de tijd meer genomen om mij beter te verdiepen in de muziek.

Vanmiddag kwam ik voor het eerst sinds lang weer in een platenzaak, en daar lag Dummy voor nog geen tientje. Terugdenkend aan het concert kon ik hem niet laten liggen, en bij thuiskomst heb ik hem meteen opgezet. En nog een keer. Tussendoor heb ik Roads nog een paar keer achter elkaar geluisterd. Mijn lampen had ik inmiddels uitgedaan, en mijn ogen dicht. Dit was het gevoel van dat optreden. Ik werd weer recht in mijn ziel geraakt, zoals dat eigenlijk maar één keer eerder was gebeurd door muziek. Portishead is nu permanent een onderdeel van mijn leven geworden, muzikale bagage die ik voor altijd bij me wil dragen. Niet vrolijk, maar onbeschrijfelijk mooi.

Morgen maar weer terug naar de Velvet om Third te halen.

avatar van aERodynamIC
5,0
Na de jaren '80 met veel pop, new wave en Prince kwamen de jaren '90: alternatief, gitaren en het mocht wat ruiger. Dat werd halverwege de jaren '90 een beetje afgezwakt door de 'Britpop-hype' die kwam opzetten, met dank aan de zogenaamde rivaliteit tussen Blur en Oasis.

Maar er was nog iets. Iets waar ik misschien nog wel meer door geboeid raakte: dance, geschikt voor rockliefhebbers. The Chemical Brothers, Underworld, Massive Attack, Tricky.... en vooral Dummy van Portishead. Trip-hop. Bezwerend, betoverend. Die stem van Beth Gibbons, de film-noir, de ondersteuning van Geoff Barrow...... dit was toch echt even nieuw voor me.

De kistjes konden uitgedaan worden, het houthakkershemd werd een beetje muf. Het warme bad was Dummy. Omarmend. Uitnodigend. Bedwelmend. Maar vooral sprookjesachtig mooi. Een sinister, duister sprookje. Dat wel.

Een sprookje waarin ik nog steeds graag mag verdwalen. Oneindig genieten van een tijdloos geworden muzikaal monument. Het zal altijd zo blijven. Een pareltje in mijn muziekverzameling, waar aardig wat persoonlijke herinneringen aan kleven (de soundtrack van zeer bijzondere jaren voor mij). Een pareltje dat nooit verborgen zal raken, maar altijd blijven schitteren: It's a Fire!

avatar van TornadoEF5
3,5
Ik was dus blijkbaar doof vorig jaar of twee jaren geleden. Ik sta hier gewoon met een 3.0* en nu vind ik het een erg goed album. Ik heb dus plots een klik gemaakt met Portishead, maar ik snap niet goed waar het vroeger dan aan lag. Ook de andere trip hop albums of met die invloeden liggen me plots een stuk beter. Ik had vroeger het gevoel dat ik hier niet kon naar luisteren. Oké ik heb het maar 1 keer opgelegd, en een paar keer een apart nummer geluisterd, maar ik kon het moeilijk verdragen. Het sfeertje ligt wat moeilijk, want het ademt wel iets speciaals uit. Maar ik denk dat het ook aan de stem lag. Maar blijkbaar is dat iets dat went, en tegenover vroeger kan ik nu plots veel meer stemmen verdragen. Dat merk ik bij veel albums plots. En gisteren merkte ik dat ook al aan de muziekladder met Glory Box toen. Vandaag en morgen dus een nummer van Third die voorbijkomt, wat de aanleiding gaf om wat meer van Portishead te luisteren.

Vaak zijn het die stemmen die nog het beste zijn ook (Ian Curtis, Thom Yorke, nu dus Beth Gibbons, vaak was het geen liefde op het eerste gezicht, maar ze hebben fantastische maar ook heel speciale stemmen). En ik denk ook wel dat je in de gepaste stemming moet zijn om naar Portishead te luisteren. Dat is het geval bij veel muziek, dus daar is niets mis mee.

avatar van Reijersen
3,5
Naar aanleiding van dit topic beluisterde ik dit album.

Ooit eens beluisterd door Glory Box, maar veel herinnering heb ik daar niet aan. Bijzonder sfeervolle plaat. Fijne beats en precies goed gelaagde zang. Zangeres weet wat inleven is, ze brengt het allemaal ongelooflijk overtuigend met een stem die tegelijk breekbaar als sterk is. Een hele fijne plaat dit.

avatar van Queebus
5,0
Al sinds de single Glory Box helemaal verslaafd aan dit album. De zang van Beth Gibbons is betoverend, de samples zijn geweldig uitgekiend, de nummers zijn top, de uitvoering kan niet beter. Roads is echt van een betoverende schoonheid, iedere keer luisteren brengt weer kippenvel.

Een zeer geslaagd album om helemaal bij weg te dromen. Dummy is voor mij met Grace en Protection het beste album van 1994, toch al een rijk jaar als het om muziek gaat.

avatar van Marco van Lochem
4,0
Meteen scoren met je debuutalbum, het is niet elke band of artiest gegeven. Het ging wel op voor de in 1991 in het Engelse Bristol opgerichte Portishead. "DUMMY" kwam op 22 augustus 1994 uit en bereikte in hun thuisland drie keer platina.

Portishead bestond uit zangeres Beth Gibbons, toetsenist en drummer Geoff Barrow en Adrian Utley op gitaar, basgitaar en toetsen. De muziek die Portishead maakte was erg populair in de jaren negentig. Het is een soort mengeling van dance en jazz, dat het stempel trip-hop opgeplakt kreeg. De populariteit van het genre werd beroemd gemaakt door onder andere Massive Attack en Portishead deed met "DUMMY" een zeer geslaagde poging zich binnen het genre een plek te veroveren.

Op het album staan elf songs met een speelduur van bijna 50 minuten. Van die elf liedjes verschenen er een aantal op single, waarvan er twee in de Engelse hitparade kwamen en zelfs één in de Nederlandse Top 40, namelijk het prachtige “GLORY BOX”. Het album gaat mysterieus van start met “MYSTERONS”, sferisch, een pakkend drumpatroon, toetsen die voor een spooky sfeertje zorgen, een prima opmaat voor de rest van het album. Het is één van de hoogtepunten van het album, waartoe ook “SOUR TIMES” behoort. Het heeft een andere sfeer, waarbij de sample van Lalo Schifrins “DANUBE INCIDENT” uit 1967 een leidende rol heeft. “WARNING STAR” begint met een heerlijk repeterende baslijn, de ingetogen zang en minimale muzikale begeleiding geeft het geheel een boeiende troosteloosheid. “IT’S A FIRE” is wat meer opgetogen, zonder dat het een vrolijk liedje is. Mooie zanglijnen van Gibbons, opnieuw een pakkend drumpatroon en die subtiele instrumentale begeleiding. “ROADS” hoort ook bij de hoogtepunten op “DUMMY”. Gibbons zingt iets meer op de toppen van haar kunnen, waarbij ze een bepaalde vorm van breekbaarheid laat horen. De instrumentatie is briljant, passend bij de sfeer van het album. Drummer Clive Deamer, die later in de jazzband Get The Blessing te horen was, legt in dit nummer een heerlijke drumpartij neer, waarover de rest van de band zijn gang kan gaan. Het reeds gememoreerde “GLORY BOX” is de afsluiter van het album. Fade in, licht vervormde zang, drumpatroontje, het overstuurde gitaarspel voegt precies datgene toe, dat het nummer nog beter maakt. De melodielijn is en blijft elke keer weer boeiend.

“DUMMY” is een klassieker binnen het genre van de trip-hop, maar is zo goed dat het ongetwijfeld liefhebbers van andere genres zal aanspreken. Na “DUMMY” volgde het met platina bekroonde “PORTISHEAD” in 1997 en na elf jaar “THIRD”, in 2008. De interesse in de band was tegen die tijd duidelijk verminderd. Dat in combinatie met de veranderende muziekwereld en de toch wel tegenvallende verkoopcijfers, heeft er misschien aan bijgedragen dat het bij deze drie albums gebleven is. Met “DUMMY” heeft Portishead wel een topper op hun naam staan, dat staat voor mij als een paal boven water!

Gast
geplaatst: vandaag om 20:49 uur

geplaatst: vandaag om 20:49 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.