‘Bitches Brew’.
“Psychedelic jazz”. Muziek waaruit de emoties zich niet zo eenvoudig laat destilleren. Moeilijke jazz die uiteindelijk toch alles waar jazz om draait belichaamt. Een smeltkroes van stijlen, geluiden, gedachten. Ieder wijst een andere richting uit; ieder gààt ook een andere richting uit. Niemand doet concessies; niemand strijkt de eer op.
‘Bitches Brew’ is dan ook één grote concessie. Aan het leven, aan de wereld aan de muziek. Leg dat maar eens uit.
‘Bitches Brew’. Ik denk aan wat de romantische filosofen bedoelden toen ze het hadden over de versmelting van het “ik” met het “alles”. Hier zouden zij blij mee geweest zijn – zonder twijfel. “Ik” besta hier immers niet.
Dit is de absolute negatie van het ego, de ontkenning van ‘ik’ speel en jij begeleidt. Ik denk aan expressionisten die “organische poëzie” wensten te scheppen: regels die losstaan van auteur, moment, invloed. Is zoiets onmogelijk?
‘Bitches Brew’ zegt “nee”, bewijst het "nee". Eenmaal men iets collectief schept, zoals hier, gaat het zijn eigen leven leiden. Organisch, dus.
‘Bitches Brew’. Een kosmisch gegeven. Tegelijk heel groot én heel klein; tegelijk persoonlijk en zakelijk; tegelijk zwoel en afstandelijk.
‘Bitches Brew’, een creatie die alles behelst; een paradox zo immens als ons bestaan; een contradictie zo groot als “nee” “ja” is en “ja” “nee”. Een omgekeerde wereld die verrassend veel weg heeft van die andere wereld, waarin we mogen ontwaken als beide schijfjes afgedraaid zijn. We begrijpen er in elk geval even weinig van...
‘Bitches Brew’. De meest revolutionaire jazz-plaat ooit?
En moge het mij vergeven zijn dit “new age”-achtige schrijven af te vuren op het intelligente Musicmeter-publiek. Jullie hebben deze rommel niet verdiend.