Toen ik las dat er een blues coverplaat uit ging komen waren mijn verwachtingen uitzonderlijk laag gespannen. Mooie manier om inspiratieloze bloedarmoede te maskeren, zoiets. Wat schetst mijn verbazing dat ik een heerlijk groovende plaat hoor, waarop nummers worden gespeeld waar ik het normaal gesproken niet op heb. R.L. Burnside? Ik kon er niet naar luisteren en dat geldt eigenlijk voor veel blues uit de North Mississippi hills.
De wijze waarop The Black Keys de songs, veelal van Junior Kimbraugh, heeft ingevuld, is echter heerlijk. Het is allemaal in korte tijd opgenomen, maar dat betekent niet dat een nieuwe plaat van het duo geen big business is. Kortom, het moet wel kloppen en dat doet het ook. Toch wordt de sfeer van één lange jam heel goed overgebracht. Door goedkope trucjes, door een onvolkomen begin of einde te laten horen, maar vooral door de muziek zelf. Die is superieur. En net als op de soloplaat van Matt Berninger is het het Hammond orgel dat op gezette tijden de zon door laat breken in zijn volle glorie. Gewoon een heel lekkere plaat dit.
Het bovenstaande is een bewerking van een Engelstalige post op
WoNoBloG.