Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #192
Voorheen heb ik Tool altijd een beetje gemeden omdat hun hoogdravende esthetiek met monolieten van tracks en albums me van nature niet echt aanspreekt. Ook in het kader van de RYM-lijst heeft me nogal wat tijd gekost om te bedenken wat ik nu eigenlijk van
Lateralus vind. Ik ervaar de plaat als een tour de force van ‘zwaar, zwaarder, zwaarst’; als een zee van minutieus uitgewerkte en doordachte ideeen, gemengd met relatieve willekeur, afstandelijkheid en moeilijkdoenerij. Dat de plaat haast unaniem bewierookt wordt verwondert me wel, al hoor ik voldoende elementen die dat gevoel van adoratie nabij brengen.
Om maar met de deur in huis te vallen: de opening met ‘The Grudge’ vind ik geweldig. Alsof de muziek het mes tussen de tanden van de muzieknoten zet, word je direct in je stoel gedrukt - zo drukkend is de sound. Puntig zonder simplistisch te worden. Maar algauw mondt de track uit in een hele hoop theater en pathos – met name in de zang. En net zodra ik het gevoel heb dat ik er niets mee kan, sluit de track intrigerend af, waar ik in de afrondende minuut zowaar weer aan mijn stoel gekluisterd zit. Een vergelijkbaar gevoel heb ik in ‘The Patient’, een track met een geweldige dynamiek waar tegelijkertijd overdadig veel gewicht in de schaal gelegd wordt, wat het tot een nogal uitputtend geheel maakt. Tussendoor worden deze tracks met functionele en sterke interludes aan elkaar verbonden, wat enerzijds voor prettige rustpunten zorgt, maar anderzijds benadrukt hoe overvol ideeen en concepten de meer uitgesponnen tracks zitten.
Het kenmerkt eigenlijk de hele plaat: overal lijkt hard over te zijn nagedacht en juist dat maakt de sound soms zo onnatuurlijk en willekeurig. Alsof de eenvoud door de logica weggedrukt wordt. De pretentieuze kneuterigheid van Fibonaccireeks-teksten, zonder enige speelsheid, is een treffend voorbeeld - alsof deze muziek, die van zichzelf al heel veel gewicht in de schaal legt en overhelt naar het groteske en hoog-complexe, dat soort gimmicky tierelantijntjes nodig heeft. Zo ervaar ik Tool hier als wel erg hard op zoek naar een “briljant” album - rock voor gevorderden. Zoals atleten leven voor hun sport, straalt Tool hier uit te leven voor hun muziek, waardoor het nogal een gewichtige en ironieloze brei wordt. Het is allemaal zo vreselijk zwaar en serieus; met een speelduur van 78 minuten begint de boel in mijn beleving dan over te hellen, haast te bezwijken onder zijn eigen zwaartekracht.
Lastig om een beoordeling te geven aan een album waar je zelden zin in hebt:
Lateralus is zo'n logge en zware krachttoer - 78 minuten lang zonder verlichting - dat ik zelden zin heb om hem te draaien. Er wordt erg hard geprobeerd, maar waar dat me meestal gauw gaat tegenstaan, kan ik best veel uit deze plaat halen. Tegelijkertijd sterk en vermoeiend, bij vlagen zelfs uitputtend, is dit in ieder geval geen grauwe plaat, want het is voor mij een aaneenschakeling van briljante passages en misgeslagen planken. Een lange kralenketting van afwisselend meeslepende druk, inventiviteit en het werk van een stel onzekere overpresteerders.
Als ik muziek zuiver objectief moest beoordelen op doordachtheid, complexiteit en ‘skills’ zou dit zo een 5* zijn, maar als kunstvorm vind ik dat het de plank vaak misslaat en vind ik de plaat te vermoeiend om tot meer dan 3* te komen.