Er ging het nodige mis bij deze Kansas, hun laatste voordat de band uiteen viel; en toch vind ik dit een sterk album. Het was de tweede met zanger John Elefante, nadat Steve Walsh de groep eind 1981 had verlaten.
Drastic Measures landde na verschijning in juli 1983 in de bak van mijn dorpsfonotheek, in een periode dat ik als een spons alle nieuwe muziek opzoog. De titel en de tot een vijfkoppige groep uitgedunde band (op de hoes is een klassiek blaascombo te zien) maakten duidelijk dat er veel was gebeurd. Ik kreeg het idee dat violist / zanger Robby Steinhardt de band was uitgezet. Waren de raketten aan de voeten van de musici een verwijzing naar een bandoorlog? Dat bleek niet zo te zijn, maar Kansas zonder viool? Niet slim.
Er valt meer op qua vernieuwing: Het was 1983 en computertechnologie leek nieuw en spannend, wat aan de lettering is te zien. Ik zag dat eerder bij newwavegroepen. Niet alleen de hoesfoto was niet in de stijl van Kansas, qua huisstijl ging er meer mis, zoals het ontbrekende bandlogo. Creative director van de band, drummer Phil Ehart hierover op
goldminemag.com: “
Let’s shoot ourselves in foot and not use our very identifiable logo. Let’s just not use it.” You could say that everyone was out of gas by then.” De band bewoog mee met de tijdgeest, maar verloor voor menig fan herkenning. Alhoewel de concerten goed bezocht bleven, zakten de verkoopcijfers in.
Net als de voorganger is het album heerlijk vol geproduceerd. De vorige keer nog met de Britse producer Ken Scott, nu met diens landgenoot Neil Kernon, die eveneens naar Amerika was geëmigreerd en de jaren ervoor onder meer met Hall & Oates en Jon Anderson had gewerkt. De gitaren klinken vet als goede friet en tegelijkertijd is het geluid transparant.
Kerry Livgren maakt nog deel uit van de groep, maar schreef slechts drie nummers. Wie wil weten hoe hij zich voelde binnen de band, moet de titels van die drie eens bekijken. Alsof je een interview leest over hun nieuwe muzikale koers (
Mainstream), zijn plek in de groep (
End of the Age) en het groene gras aan de overkant (
Incident on a Bridge). In werkelijkheid beschrijven de teksten ervan een groter plaatje, maar toch...
De overige nummers werden door zanger John Elefante geschreven met diens broer Dino. We horen mainstream aor van hoog niveau. Naast de muziek van Livgren hoor ik verrassenderwijs opnieuw een verzameling sterke liedjes.
Hun beste nummers: het machtige
Fight Fire with Fire dat mij indertijd omver blies en in de nazomer in de
Billboard Hot 100 #58 haalde, het gevoeliger
Everybody’s my’s Friend over de prijs van roem, het slepende
Going through the Motions en het prachtige
Don’t Take Your Love Away.
Het is een beetje als toen Ronnie James Dio toetrad tot Black Sabbath; iemand op MusicMeter vroeg zich daarbij af waarom die band zich vanaf 1980 niet Heaven & Hell noemde, zó anders en tegelijkertijd kwaliteitsvol klonken ze in 1980 en '81; net als Kansas 2.0 op de twee met Elefante, bij de Amerikanen nog meer verschillend dan bij de Sabs het geval was. Helaas in 1983 dus zonder hun kenmerkende viool; de marimba in
Mainstream kan die niet doen vergeten.
Er was vervolgens voor fans veel om bij te houden. De band zou op afscheidscompilatie
The Best of Kansas (1984) met een nieuw nummer komen. Vervolgens ging Kansas (met daarin naast Ehart slechts gitarist Rich Williams) in winterslaap, om in 1986
terug te keren.
Drie maanden na
Drastic Measures debuteerde voormalig Kansaszanger Steve Walsh met de groep
Streets. Livgren begon de groep
AD en nam bassist Dave Hope mee.
John Elefante kwam ik eerst tegen onder zijn achternaam op de soundtrack van de destijds populaire film
St. Elmo's Fire (1985), vervolgens onder de naam Mastedon op verzamelaars
California Metal en
Volume II en in 1989 op het debuutalbum
It's a Jungle Out There!
Steinhardt was lang "zoek". Pas in 1995 ontwaarde ik zijn naam bij het project
Steinhardt-Moon, in '96 solo op een
tributealbum met muziek van Jethro Tull.
Drastic Measures wordt dit jaar 40 jaar. Ik zoog het op als een spons, in tegenstelling tot oude fans en recensenten die het konden weten. Of mensen een album goed vinden, hangt immers vaak af van hun verwachtingen.
Degenen die predik(t)en dat alleen Kansas' symforock van de jaren '70 goed was, hadden waarschijnlijk gemopperd als de groep die stijl was blijven spelen. Kwalificaties als 'herhaling van zetten' en 'ouderwets' zouden dan hebben geklonken. Uriah Heep bijvoorbeeld volhardde lang in hun oude stijl en kreeg kritiek op 'alweer dat hammondorgel en die wahwahgitaar', totdat ze in 1982 met een vernieuwd geluid terugkeerden.
De teleurstelling van de progfans van Kansas is heel begrijpelijk, maar ik houd ook van aor en die is hier van hoog niveau, met sterke composities in een heerlijke productie. Derhalve 4,5 ster.