Deze week in het vervolg van het 52 essentiële albums uit de pop/rock geschiedenis topic (zie hier) volgens "De Cultuurkenner-2"
Het was hun uit 1996 stammende hitsingle "Firestarter" die lucifer en aerosol bovenhaalde om de naam van The Prodigy - en de gepiercede grimas van Keith Flint - voorgoed in het nationaal bewustzijn te branden.
Maar als je het moment wil markeren waarop deze bende ravers uit Essex voor het eerst leerde om de chemische rush van acid house te verenigen met de anti-autoriteits houding die tot dan toe was voorbehouden aan zwart geklede anarcho-punkers als Crass en hun
not loved-up, met gloeisticks rondzwaaiende soort, moet je een paar jaar terug de tijd in voor het uit 1994 stammende album 'Music For The Jilted Generation'.
Opgenomen tegen de achtergrond van de Criminal Justice and Public Order Act, een in 1994 in voege gestelde wetgeving die het
outdoor raving effectief had gecriminaliseerd - 'Hoe kan de overheid jonge mensen stoppen met het hebben van een goede tijd', leest een regel op de binnenhoes - Muziek... sudderend met gerechtvaardigde, adrenaline pompende woede, dilerante piano's en beukende hardcore breakbeats opgejaagd door een vette punkgitaar, sirenes en op 'Break And Enter " het geluid van brekend glas. Op geen enkel moment is dit een band die alleen maar kustvaart op
edgy vibes en
bad attidude, doch dit is eerder een album waarop we frontman Liam Howlett tot volwassendom zien komen als producer, met een toegenomen palet van geluiden en instrumenten, zonder de brutale rush van The Prodigy te verwateren, tergelijkertijd wild rondgrijpend uit een waaier van diverse invloeden die netjes worden geintregeerd in het profiel van de band.
Op "Their Law" leveren gastartiesten
Pop Will Eat Itself de tegen de heersende macht gerichte venijnige vocals. De knokkel-schrapende gitaarriffs van Nirvana's 'Very Ape' vormen de vettige basis voor het op aanzwellende fluit gedreven 'Voodoo People'. En 'No Good (Start The Dance)', met zijn Kelly Charles
vocale hook, bewijst dat ondanks de grauwe punk The Prodigy's pop impuls intact is gebleven.
Het beste nummer hier is echter de onsterfelijke
call-and-response track "Poison" met een beklijvende MC Maxim Reality’s achter de microfoon. En in een verrassende knipoog naar het opkomende fenomeen van de chill-out room, verdeelt Howlett de laatste drie tracks van het album in het "The Narcotic Suite", een ruimtelijk, op synthesizer gedreven uitgerokken sluitstuk dat het album afsluit als een valium
comedown.
Iemand die The Prodigy wil afdoen als een
one-trick pony, heeft duidelijk nooit dit album gehoord.
(Vrije vertaling van het hier onder CCL gepubliceerde BBC review.)