menu

Hier kun je zien welke berichten Ploppesteksel als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

A$AP Rocky - Live. Love. A$AP (2011)

3,5
Ondanks mijn beperkte kennis van hiphop toch gepoogd een review te schrijven:

Niet meteen iemand die ik had verwacht op de BBC Sound of 2012-lijst. Wat hij daar op doet is mij na veelvuldig beluisteren van zijn debuutmixtape nog steeds een raadsel, zij het één dat met de tijd iets duidelijker is geworden. Het is niet zozeer dat ik de beste knaap en 'zijn' muziek niet apprecieer, het is vooral dat ik dacht hij niets nieuws bracht: het klinkt toch vooral als een soort Dirty South-project, maar op de één of andere manier slaagt Rakim Mayers er toch in het nieuw te laten klinken, anders als het ware. Wel ben ik bang dat ik de meeste credits daarvoor moet toeschuiven naar het grote aantal producers die beats afleverden waardoor deze mixtape erg fris en gevarieerd klinkt.

A$AP Rocky loodst ons door de producties heen met heerlijke laidback raps die, laat ons eerlijk wezen, nooit echt diepgang hebben. Aan de andere kant zijn leuke woordspelingen etc. ook niet alomtegenwoordig wat ik enigszins wel jammer vind. De verdienste van A$AP Rocky is in dit geval vooral dat hij ermee weet weg te komen, althans bij mij: het stoort mij in de verste verte niet. Zijn flow past nl. erg goed bij de relaxte beats die gewoon niet om diepgravende lyrics vragen, net als dat harde electro en dubstep dat niet doen. Bij electro en dubstep is het de bedoeling dat de adrenaline sterk de lucht in gaat, terwijl dat bij LiveLoveA$AP de 'prakfactor' is, kortom een plaat om heerlijk rustig te chillen.

Waar de plaat bij de eerste luisterbeurt(en) klonk als één lange rit, openbaart die zich meer en meer als een enorm gevarieerde plaat bij mij. Ondanks die variatie is er toch ook die samenhorigheid van de tracks die toch één geheel vormen. Dat is geen sinecure, en al zeker niet iets dat verwacht wordt van een mixtape.

Minpuntje voor mij is wel dat het net iets te lang duurt. Tegen de tijd dat we Leaf hebben bereikt, heb ik het toch wel een beetje gehad (als het niet als achtergrondmuziek staat te spelen). Misschien komt het omdat Houston Old Head (met het melige, meezingbare "Life is like a bitch, a bitch is like a ho") en Acid Drip toch zwakkere nummers zijn, want Leaf zelf en Demons daarna, zijn nog twee ijzersterke tracks. De echte hoogtepunten zijn voor mij weliswaar Peso, Brand New Guy, Trilla & Kissin' Pink. Aangezien de 2 laatste nummers beide geproduceerd zijn door Beautiful Lou ben ik wel benieuwd met wat deze meneer in de toekomst zal afkomen.

Het is afwachten wat A$AP Rocky met zijn grote record deal gaat doen. Als ik al die gastartiesten aanschouw, zitten er meer dan genoeg andere A$AP's klaar om samen met Rocky 2012 het jaar van de A$AP Mob Worldwide te maken, daar waar 2011 duidelijk het jaar van Odd Future was. Wat de toekomst ook moge brengen, dit is en blijft voorlopig een erg leuk plaatje.
Everything is purple, zeg ik je!

Brodinski - Fabriclive 60 (2011)

4,0
Dubstep hoor ik wel nergens echt terug en de eerste helft lijkt mij vooral te bestaan uit house, een genre dat je niet echt vermeld. Zo warmt Brodinski de luisteraar wel heerlijk op, om daarna inderdaad met electro/acid/techno ons allemaal van onze stoel te blazen. Heerlijke mix die vanaf het magnifieke Petrified nooit meer stilvalt. Integendeel, het nummer gaat over in Paradox, voor mij het hoogtepunt van deze plaat. Die vocalen zorgen keer op keer voor kippenvel en die combo (dansbaar + kippenvel) komt bij dit soort muziek nu niet bepaald veel voor bij mij. Verder zijn Body Acid (KiNK's On Acid Remix), Control Movement, Pyramid & Dark Place nog enorme toppers die de plaat naar een ander niveau tillen.

Chapeau, Brodinski!

Colin Stetson - New History Warfare Vol. 2: Judges (2011)

4,0
Colin Stetson. De naam zei me niets toen ik zag dat MuMe er wel aardig overweg mee kon. Toen ik bij de genre-aanduiding ook nog eens jazz zag staan (en het niet de zoveelste gehypete singer-songwriter bleek) was mijn interesse enorm gewekt. De laatste tijd was ik nl. jazz wat aan het ontdekken, en ik was benieuwd of het nu nog net zo klonk als in de jaren '50 en '60.

Verschoot ik me even een kamelenbult of twee. Geen typisch jazzgeneuzel, zelfs veelal percussieloze nummers. Dat drong bij het openingsnummer nog niet tot me door. Ik dacht dat het gewoon een voorbode voor een typisch jazzplaatje ging zijn. Judges en The Stars in His Head deden me even slikken. Twee ijzersterke tracks en vooral: zoiets had ik nog nooit gehoord.. "Wordt dit echt gemaakt?", dacht ik nog, zij het in positieve zin, alsof Colin Stetson een soort van gat in de markt had gevonden, al zal hij er wel nooit veel geld mee verdienen, schat ik. Het kan natuurlijk zijn dat dit al lang wordt gedaan, maar dat ik er gewoonweg nog nooit van gehoord heb, 19-jarige knaap zijnde. Mocht dat zo zijn, maakt dat het fraai staaltje vakmanschap dat Colin Stetson hier tentoon spreidt er allesbehalve minder op.

Ondanks het feit dat nummer 2 & 3 op dit album al meteen hoogtepunten zijn, is het album erg consistent en zakt het nergens als een pudding of eender welk dessert ineen. Een album waar het niveau niet lager dan 4* sterren zakt en waar sommige nummers tegen de 5* aanschurken. Vooral A Dream of Water en Lord I Just Can't Keep from Crying Sometimes zorgen steeds weer voor kippenvel. Te danken aan die prachtige stemmen die het album extra glans geven en er mee voor zorgen dat het nergens eentonig wordt, al zorgt Stetson daar op zijn eentje eigenlijk al voor.

Als ik nu dan ook nog zie dat deze man op zijn eentje Judges live kan spelen, kan ik niet anders dan in mijn gedachten denken dat ik een hoed of pet op mijn haardos kan plaatsen en die afnemen voor dhr. Stetson. Verbluffend. New History Warfare, Vol. 2: Judges is vooralsnog dé plaat van het jaar 2011.

PS: A Dream of Water doet me om de één of andere reden altijd aan dit nummer denken. Ongelooflijk mooi nummer. Die vocals zijn echt om van te smullen (die van Meg iets minder ).

Crookers - Dr. Gonzo (2011)

3,0
Ondanks mijn 2,5* ben ik zeker wel te spreken over dit album van de heren Phra & Bot. Bijna één voor één leuke nummertjes die het ongetwijfeld goed doen in een club. Een album is natuurlijk wel te veel van het goede, maar zo af en toe een nummertje kan er bij mij zeker wel in.

Met die Dr. Gonzo hebben ze zichzelf ook een beetje heruitgevonden, heb ik de indruk. Totaal andere nummers dan Knobbers of schijfjes van hun Tons of Friends waar het niveau wel ondermaats was. Nu leunen ze iets meer aan bij andere artiesten, zoals pakweg Keith & Supabeatz (zij het met wat minder funky basslines en iets meer gebliep): een positieve evolutie wat mij betreft.

Enkel That Laughin' Track en Get The Fuck Out Of My House trek ik wat minder. Voor de rest is dit een zeer geslaagd project, wat mij betreft. Nogmaals zeggen dat ik het dan heb over hoe deze nummers kunnen functioneren in een club. De cd beluisteren doet me, logischerwijs, weinig: vandaar de ietwat lage score.

Deerhoof - Mountain Moves (2017)

3,5
Getracht een review te schrijven voor deze plaat (voor muziekblog Dansende Beren):

Deerhoof is een in San Francisco gevormd viertal dat al meer dan twintig jaar een patent heeft op snedige, speelse en schijnbaar poppy songs in een experimentele verpakking. Mountain Moves is inmiddels de veertiende langspeler in een behoorlijk gevarieerd, maar consistent oeuvre van deze unieke band. Wat maakt ze zo uniek? Eerst en vooral heb je de bassiste en tevens zangeres Satomi Matsuzaki die een frêle zangstem combineert met een schattig Japans accent. De lyrics die zij uit haar strottenhoofd jaagt, zijn bovendien vaak enigszins cryptisch of absurd (type “Come See The Duck” of “Kafe Mania!”), maar vooral humoristisch en to-the-point. Allesbehalve oeverloos geleuter dus. Net daardoor lijkt Deerhoof soms behoorlijk toegankelijk, hoewel de muziek dat zeker niet altijd is. Tot slot is het knap om te horen (en te zien) hoe graag drummer Greg Saunier – in zijn ADHD-achtige stijl – zo graag op zijn minimalistische set-up mept waardoor de muziek over een extra dosis energie beschikt.

De net beschreven aspecten zijn op Mountain Moves wederom van de partij. Toch slaagt Deerhoof er steeds weer in om vernieuwend uit de hoek te komen. Ditmaal doen ze dat door een hele resem gastartiesten uit te nodigen. Zo hoor je onder meer Juana Molina, Jenn Wasner van Wye Oak, Lætitia Sadier van Stereolab, femcee Awkwafina, R&B-ster in wording Xenia Rubinos en saxofoniste Matana Roberts. Op de veelal korte nummers – de plaat telt er vijftien en klokt alsnog af in minder dan veertig minuten – krijgt elke gastartiest voldoende ruimte om zijn of haar kunnen te tonen zonder dat de esthetiek van Deerhoof overboord wordt gegooid.

Eén van de opmerkelijkste passages is die van Awkwafina: bij een gitaarband pur sang verwacht je niet meteen gerap. Bij het begin van “Your Dystopic Creation Doesn’t Fear You” schrikt de opmerkzame luisteraar zich dan ook een bult. Dat zou diezelfde luisteraar eveneens kunnen overkomen bij “Palace of the Governors”, waarbij na een korte intro uit het niets een violenmelodie op je afkomt die dagenlang in je hoofd blijft krioelen. Het album telt nog veel meer hoogtepunten: het onnozele met zelfspot gevulde “Singalong Junk” is mogelijk een metacommentaar op de vele la la la la’s in de muziekwereld. Meteen daarna volgt nog een prima samenwerking. Op “Mountain Moves” valt Matana Roberts in met haar saxofoon op een funky basloopje en dat klinkt op de een of andere manier bijzonder organisch. Tel daarbij de compleet onverstaanbare lyrics op (hoewel een Kempenaar stukken als “jomo, jomo” nog kan interpreteren als “ja maar”) en je krijgt een vreemd experiment dat bijna als een popsong klinkt.

Naadloos is de overgang naar “Freedom Highway”, een cover van The Staple Singers. In tegenstelling tot voorgenoemde zijn de lyrics hier wél duidelijk. Sterker nog, Deerhoof wil naast alle spielerei toch ook een boodschap uitdragen: “March the freedom highway / March, each and every day” en “The whole world is wondering what’s wrong with the United States” zijn vermoedelijk sneren naar de “tyrants and CEOs” van deze wereld, zoals ze in een online bericht meedeelden. Mountain Moves is duidelijk een politieke plaat geworden, getuige het feit dat de band het album enkele weken voor de release op Bandcamp beschikbaar maakte voor eenieder die een vrije gift wou geven aan The Emergent Fund, een organisatie die opkomt voor minderheden.

Helaas is niet elk nummer op deze politieke plaat raak; en dat is – ook helaas – geen verrassing binnen het productieve oeuvre van de band. De korte cover van Violeta Parra, bijvoorbeeld, mist bezieling en richting waardoor het nummer eerder aanvoelt als een lichtjes irritante skit. “Con Sordino” is op zich een aardig nummertje, maar slaagt er niet in om lang te blijven hangen. Ook “Slow Motion Detonation” is in hetzelfde bedje te ziek. Het tempo ligt over het hele album trouwens best laag. Voor Deerhoofs doen zijn er bijzonder weinig uitbarstingen van noise; alleen op “Begin Countdown” en “Ay, That’s Me” wordt het gaspedaal stevig ingeduwd, zij het op een veeleer conventionele manier. Ondanks de korte duur blijft het album met andere woorden niet altijd even urgent. Dat is waar het schoentje ditmaal wringt: ze hadden meer uit de bocht mogen vliegen. Ze hadden een rauw randje, of meerdere, mogen toevoegen.

Hoewel het geen wereldschokkende plaat is, brengt Deerhoof alweer een aangename verzameling vol eigenzinnige semi-popliedjes ten berde. Na meerdere luisterbeurten zul je ongetwijfeld weer zaken ontdekken die zich voor eeuwig in je hoofd vestigen. Denk aan de reeds vermelde violen op “Palace of the Governors”, het refrein van “I Will Spite Survive” of de gitaarlijn op het door samba geïnspireerde “Kokoye”. Geef Deerhoof de aandacht die ze verdienen en sing along to their junk!

Katy B - On a Mission (2011)

3,0
Een geslaagde missie

Wat mij betreft is Katy B momenteel de crème de la crème van de Ultratop. Argumenten daarvoor zijn ongetwijfeld de stembanden van mrs. Brien die een erg aangenaam geluid voortbrengen, iets waarmee ze zich al onderscheidt van een pak Ultratop-artiesten zoals pakweg Ke$ha die live helemaal door de mand valt, en bovendien de leuke producties: gewoonweg lekker up-tempo.

De afwisseling van stijlen kan ik ook wel smaken. Allemaal erg poppy natuurlijk, maar dat behoort volgens mij tot de missie van Katy B. Haar missie is nu eenmaal niet om duistere underground beats en dito lyrics op dit album te zetten. Integendeel, een luchtig, vrolijk popalbum maken was haar missie. Katy on a Mission en Lights On zijn 2 compromisloze nummers die de tent ongetwijfeld telkens weer op zijn kop zet en waar ik niet bij zal facepalmen, i.t.t. bij 95% van wat tegenwoordig in de hitlijsten te vinden is.

Mission accomplished.

Martyn - The Air Between Words (2014)

3,5
Wat mij betreft is dit weer een stap omhoog gezien de wisselvalligheid van zijn vorige langspeler. Enkel de 2 Forgiveness-nummers kunnen me verre van bekoren. Net als enkele nummers van Ghost People eisen de synths te veel de hoofdrol op in deze nummers, terwijl ik liever heb dat ze de bass en percussie in een dienende rol ondersteunen. Het trio Glassbeadgames-Empty Mind-Drones is in tegenstelling tot de reeds genoemde nummers van een erg hoog niveau! Vooral de rammelende percussie op de uitermate jazzy track Drones vind ik briljant. Ook Like That kan me zeker bekoren met die vocal cuts.

Waar Martyn mijns inziens vooral in uitblinkt is het repetitieve steeds weer een klein beetje vernieuwen. Bij sommige acts (die waarschijnlijk doelbewust meer op de dansvloer mikken) weet je dat je de rest van het nummer al kent na één minuut, terwijl er bij Martyn altijd een zekere spanningsboog blijft bestaan, zonder dat die daarvoor een clichématige break-climax-break-climax-opbouw voor nodig heeft.

Neem nu 'Drones', waarin Martyn na één minuut dat heerlijke pianostukje eruit laat en vervangt door een kleine vocal uitroep, waarna de piano iets later weer invalt en er subtiel wat aan de percussie wordt toegevoegd. Als je dan denkt dat de track een constante wisseling tussen deze twee eenheden wordt, kom je nog bedrogen uit: acid synths for the win! Heel het nummer blijf ik op het puntje van mijn stoel zitten. Hopelijk krijgt Martyn het in de toekomst een keertje voor elkaar om ervoor te zorgen dat ik dat bij elk nummer op z'n plaat doe... Eén ding is zeker: een mooie compilatie kan Martyn onderhand al wel beginnen samenstellen.

Tyler, the Creator - Goblin (2011)

2,5
Hier staat gewoonweg veel te veel wegwerpmateriaal op. Tyler had iemand moeten hebben die hem kon zeggen wat hij nodig nog moest verbeteren of desnoods zelfs weggooien. Het lijkt alsof hij dat zelf niet in zich heeft.
Vanaf Fish/Boppin' Bitch t.e.m. Golden is het ronduit zwak, alsof hij per se een album met een 'epische' speelduur moest maken. Ik denk dat hij het veel beter à la Earl Sweatshirt's EARL had gedaan: enorm kort en enorm krachtig. Op de eerste helft staat genoeg bruikbaar materiaal daartoe.
Maar zelfs die nummers hebben allemaal nog hun gebreken, vind ik. Goblin heeft een heerlijk, dreigende productie die te lang wordt uitgemelkt. Een stuk korter had het nummer goed gedaan, net als Radicals, waar de leuze 'Kill people burn shit fuck school' tot in den treure wordt herhaald, terwijl die op Earl's Pigions slechts 2 keer wordt gescandeerd, waar het veel beter en efficiënter is.
Laatste grote minpunt is dat het een soort van verzameling van tracks lijkt, die totaal niet bij elkaar passen. Van Yonkers t.e.m. She hoor ik best goede nummers; feit is wel dat ze (naar mijn gevoel) voor geen meter bij elkaar passen.

Iedere track heeft zo wel zijn mankementjes, maar laten we vooral niet té negatief doen (over het eerste deel van het album; het 2de is slechts 1,5* à 2* sterren waard). Tyler laat wederom zien dat hij wel degelijk over een flinke portie talent beschikt. Op gebied van de lyrics komt hij vaak erg spitsvondig uit de hoek. Bovendien bevalt zijn flow me ook waardoor ik hem tot één van de betere rappers dezer dagen reken (al ken ik, niet hiphop-specialist er niet zo erg veel).
Waar velen (of zo las ik toch in de reacties hier op MuMe) struikelen over de vaak kale, kille en eentonige beats van Tyler, vind ik ze juist iets geweldig hebben. De producties van Goblin, Yonkers, She (die bas!), Tron Cat & Nightmare zijn echt geweldig. Sandwitches & Radicals zijn op zich ook leuke tracks maar die missen iets essentieels; de energie die bv. bij het bezoek aan Jimmy Fallon erin zat was geweldig en die ontbreekt op dit album.

Ik ben benieuwd naar het toekomstige werk van Tyler en de andere OFWGKTA-leden (MellowHype's 65 laat veel goeds vermoeden). Earl mag wat mij betreft snel terugkomen; en misschien samen iets met Tyler opnemen?