Het allereerste waar ik aan denk bij dit album is dat Sting op tv bij Countdown de vraag kreeg wie hij in
Every Breath You Take bezingt. Hij wenste geen antwoord te geven. Een bijna angstaanjagende tekst, wellicht over een stelende manager maar waarschijnlijker over een ex-lief. Met het verhaal van
Snakeskin hierboven vermoed ik dat de frustratie die van de tekst afdruipt, door menig fan met gebroken hart vroeg of laat zal zijn herkend.
Vooraf vallen drie zaken op. De buitenhoes bestaat in maar liefst
36 kleurenvariaties, vertelt Discogs.
De binnenhoes vermeldt “All noises on this album played by The Police”. Heb zitten koeklen wie dan de beperkte blazers en de frequente keyboards voor rekening namen, maar vond het antwoord niet.
Hugh Padgham produceerde, een naam die ik inmiddels bij zoveel (in genre uiteenlopende) artiesten ben tegengekomen, dat ik vermoed dat hij een vuistdikke bio vol smakelijke ervaringen zou kunnen schrijven.
De naald daalt in de groef. Meer indrukken. Nieuw is de belangrijke rol van toetsen. Bovendien blijken de pepers van reggae en ska grotendeels ingeruild voor (kwaliteits)pop. Gebleven zijn de frisheid, experimenteerdrang én het feit dat de meeste liedjes vlot doortikken.
De zwanenzang van The Police start sterk met deel I van titelsong
Synchronicity, een heerlijk nummer. Geleidelijk wordt duidelijk dat de prominente blazers van voorganger
Ghost in the Machine nagenoeg zijn verdwenen. In plaats hiervan kreeg Andy Summers ruimte terug voor zijn gitaar. Hoera!
Op
Walking in your Footsteps klinkt een Afrikaans ritme, waarschijnlijk afkomstig van drummer Stewart Copeland die in de jaren ná The Police uitgebreider op zoek ging naar muziek van andere continenten. Best geinig, maar zelfs slechts 3’36” is mij te lang; de melodie pakt me niet.
Ook het navolgende
Oh My God is qua melodie niet sterk. De dwaze monoloog
Mother vond ik geschikt om eens in de tien jaar op te zetten, ondanks de fijne gitaarjazz die in 7/4-maat klinkt.
Miss Gradenko bevat wederom Afrikaanse percussie-invloeden, precies goed voor de twee minuten die het liedje duurt.
Synchronicity II sluit de A-zijde af en daarmee begint tevens een zegereeks. Ik ben verbaasd te ontdekken dat dit geen single is geweest, mijn geheugen bedriegt me. Daarmee is het de beste 7” die The Police nooit heeft uitgebracht.
De B-zijde start even sterk met de single waar ik in de inleiding over schreef, #3 in juni 1983 in de Nationale Hitparade; deze wordt gevolgd door
King of Pain dat hetzelfde erepredikaat krijgt als
Synchronity II. Hierna het rustiger
Wrapped around your Finger (#24 in september).
Met het reggae-achtige (toch nog!)
Tea in the Sahara en het jazzgitaartje in
Murder by Numbers klinken de laatste nummers op de laatste studioplaat van de groep. Ik kan er niet zoveel mee.
Alle intensieve jaren van repeteren, opnemen en touren deden de bom barsten. Sting ging solo, waarbij ik zijn muziek vanaf zijn derde soloalbum vooral sáái vind; Copeland werd een drummer voor drummers en mensen die van niet-westerse muziek houden, hartstikke knap maar eveneens niet mijn kopje thee; hetzelfde geldt voor de vaak filmische muziek van Andy Summers.
Voor Stings actieve betrokkenheid bij milieu en politiek heb ik juist bewondering. Hier herken ik iemand die uit de punk/wavescene komt en oprecht bezorgd is, wat hij al sinds de jaren '80 deelt. Nog in augustus 2022 deed hij in Polen zijn
mond open.
De albums van The Police hadden véél pit en schuwden het muzikale experiment niet, passend bij deze tiener in die jaren. In 2007 had ik ze kunnen gaan zien op de reünietournee, maar de hoge prijs en het feit dat ze in een voetbalstadion stonden (de akoestiek is daar doorgaans rúk) weerhielden me daarvan.
Samen met Blondie bezette The Police vanaf 1978 de bergtop van de eerste lichting new wave, een belangrijk deel van mijn pubersoundtrack vormend. Gekluisterd aan de radio, leuke liedjes op cassette opnemen. Vele andere namen volgden, maar beide bands zijn mij zeer dierbaar, nog altijd.