Als beginnend tiener beleefde ik Herman Brood & His Wild Romance als de grootste naam van dat moment wat betreft de Nederlandse rock. Natuurlijk was daar Golden Earring, maar single
Movin' Down Life was niet opwindend - bepaald geen
Radar Love.
Nóg leuker dan Brood en zijn wilde romance vond ik Gruppo Sportivo, maar die misten wat Brood & co wél gingen doen: ze zouden het spoedig in het verre Amerika proberen te maken, waarover ik in Muziek Expres sensationele verhalen las. En dan was er aan het einde van 1978 het album
Cha Cha en het jaar erop de film
Cha Cha met andere muziek, waarbij de eveneens publiciteitshippe Nina Hagen en Lene Lovich. Brood was goed in het halen van de media. Dan nog vooral met een muziek- (en drugs)imago, anders dan we in de jaren '90 op tv kregen te zien in een volgende levensfase, waarbij zijn schilderkunsten inmiddels tot zijn kwaliteiten behoorden.
Wat hoorde dit pubertje in 1978 op Hilversum 3?
Saturday Night was de grote hit die véél op de radio klonk, maar in de Nationale Hitparade niet verder kwam dan twee weken
#17. De muziek op
Shpritsz (moest altijd aan die koeken denken) vind ik met de oren van nu weghebben van die van Graham Parker & The Rumour en Dr. Feelgood, oftewel steviger varianten van Engelse pubrock. Daarbij was de livereputatie legendarisch, zoals mijn maatje van school zou ontdekken: wild-enthousiaste verhalen hoorde ik van hem, eigenlijk een fervente hardrocker.
Soms rockt het op
Shpritsz uptempo zoals in
Doin' It en
Back (In Y'r Love), maar in bijvoorbeeld de hitsingle en
Champagne (& Wine) is het kalmer. Over nummers als
Dope Sucks en
Rock n' Roll Junkie werd nogal eens geschreven, ongetwijfeld omdat de teksten zo verbonden waren met Broods imago.
Verder valt op dat de nummers meestal kort zijn: er staan maar liefst vijftien nummers op de plaat, waarmee de groep enigszins aansloot bij de punk- en waverevolte. Tegelijkertijd is de rock van Brood traditioneler en staan hier hoorbaar ervaren, vaardige muzikanten. Het maatje was bijvoorbeeld - terecht - enthousiast over de gitaarsolo's van Danny Lademacher. 'Live zijn ze beter dan op de plaat', verzekerde hij me.
Als album lekker maar niet spectaculair. De muziek op kant 1 is met z'n zeven nummers enerverender dan die op kant 2. Alhoewel mijn waardering een 3,5 is, een 7,5 als schoolcijfer bedoelend, is dit in mijn beleving een mijlpaal in de Nederlandse rockhistorie. En ik denk dat de meesten dat laatste met me eens zullen zijn.