Twee weken terug stond ik in mijn platenzaak en hoorde een nummer dat ik niet thuis kon brengen. De artiest lag op het puntje van mijn tong, maar wilde er niet uit komen, wat ik vaak heb als ik een nummer hoor, dat ergens op lijkt. Het moet eerst af en over zijn. Inmiddels begon een tweede en een derde nummer terwijl ik nieuwe releases en aanbiedingen door liep. Bij navraag bleek het om de nieuwe The War On Drugs te gaan. Nee, dat had ik niet voorop mijn tong liggen.
Ik heb de plaat wel gekocht en direct veel gedraaid. Dat is een verrassing, want 'Lost In The Dream' vond ik oervervelend. Na meerdere luisterbeurten, merk ik dat ik uiteindelijk toch op twee gedachten hinkel. Prachtige plaat, diep gelaagd, met arrangementen die flink uitwaaieren, met telkens een nieuwe laag. Uiteindelijk is de muziek zo stevig dat iemand zich er op kan stuklopen.
Aan de andere kant vraag ik me af of dit alles niet heel snel gaat vervelen. De nummers zijn zo lang, het monoliete geluid zo eenvormig. Een ding heb ik nog niet gedaan en dat is de plaat op de koptelefoon afluisteren. Ik ben wel heel benieuwd wat ik dan allemaal ga ontdekken. Dus er is hoop.en de mogelijkheid dat de 3,5* nog stijgt dus ook. De andere richting is echter niet ondenkbeeldig.
Een ding kan wel gesteld worden. Adam Granduciel is rich and famous categorie in gekomen, maar dat heeft op zijn werk weinig invloed gehad lijkt het. Evenwichtig genoeg persoon dus.
En die zanger op de punt van mijn tong? Mike Scott van The Waterboys.
Het hele verhaal staat
hier op WoNo Magazine