Het eerste album dat ik ooit kocht was David Bowies
Low. Op cassette, want deze piepjonge liefhebber van hitparademuziek had nog geen platenspeler. Lezend in de Popencylopedie van Oor leerde ik niet veel later over zijn vorige albums én zijn invloed. Regelmatig typeerde men deze creatieve duizendpoot in één woord: kameleon.
Toch zou het nog vele jaren duren voordat ik
Starman van dit
The Rise and Fall of Ziggy Stardust and the Spiders from Mars hoorde; werd dat niet op de Nederlandse radio gedraaid??
Ik kom hier omdat ik de invloeden op / inspiraties voor / voorlopers van new wave aan het uitzoeken ben. Anders gezegd: toen in 1977 de punk- en newwaverevolte losbrak, kwamen vervolgens interviews met de nieuwe namen en analyses door het popjournalistiek. Informatie die ik vanaf '79 als een spons opzoog. De namen die steevast opdoken als inspiratiebronnen: Velvet Underground/Lou Reed, The Stooges/Iggy Pop, Roxy Music en David Bowie.
De voorbije week ontdekte ik dat het
debuut van Roxy Music op exact dezelfde dag verscheen als deze Bowie: 16 juni 1972. Dat moet voor menigeen een fantastische muziekzomer zijn geweest!
Opvallend is dat op
Ziggy Stardust sprake is van een overzichtelijke viermansgroep: gitarist Mick Ronson, wiens bijdrage aan deze en andere Bowies moeilijk kan worden overschat; Trevor Bolder die later bij Uriah Heep landde en tot zijn spijt na 1973 nooit meer met Bowie musiceerde; plus drummer Michael "Woody" Woodmansan. Voor de blazers en toetsen die af en toe opduiken werden gastmuzikanten gevraagd.
Wat eveneens opvalt is dat de kameleon zijn stem anders gebruikt dan vijf jaar later op mijn instapplaat
Low. Hij zingt hoger. Het maakt de sfeer optimistischer en lichter dan in '77.
Klinkt hier al muziek die qua stijl vergelijkbaar is met de relatief eenvoudige maar energieke new wave? Tweemaal en wel op kant 2: in
Hang on to Yourself en
Suffragette City. De laatste verscheen in 1976 op single bij verzamelplaat
Changesonebowie en miste de hitlijsten.
Maar imago, artistieke vrijheid, de veelkleurigheid in muziek én kleding, plus onvoorspelbaarheid maken Bowies invloed op dat genre veel groter. Wat dat betreft had ik ook enkele van zijn daaropvolgende platen kunnen kiezen:
Aladdin Sane ('73), het stevige coveralbum
Pin-ups (eveneens uit '73),
Diamond Dogs ('74) en
Station to Station ('76).
Pin-ups is daarbij extra interessant omdat je hier Bowies favorieten uit voorbije dagen hoort, zoals ik nu invloeden op de navolgende generatie langsreis. Op
Diamond Dogs hoor ik voor het eerst dat Bowie veel gebruik maakt van een lager register van zijn stem, zoals op mijn geliefde
Low.
De blue-eyed soul van
Young Americans (1975) was bovendien invloedrijk voor een navolgende groep nieuwe namen, zoals Duran Duran en Spandau Ballet.
Ziggy Stardust is een album dat de sfeer van rock op akoestische basis bevat, in combinatie met elektrische en experimentele art- en glamrock. Het is gevarieerd en dat ik soms een voorafschaduwing van new wave hoor is uiteraard alleen maar wijsheid (?) achteraf. Had ik dit album als jonge tiener gehoord, dan was het waarschijnlijk mijn favoriete Bowie geweest. Nu echter is dat
Low, waarvan de donkerte, mystiek en vocale kunststukjes alsmede de samenwerking met Brian Eno in mijn genen zijn gegrift.
Ik kwam hier vanaf het debuut van
The Tubes en reis verder naar een onbekende groep aan de vooravond van punk en new wave. The Count Bishops brachten in 1975 de EP
Speedball uit, felle pubrock als voorbode van wat komen zou.