De zevende studioplaat van Iron Maiden is voor het eerst een conceptalbum. Ook is dit het eerst Maiden album waarop Keyboards gebruikt worden.
‘Moonchild’ begint met een akoestische intro. Vervolgens een lekker typisch Maiden-nummer met onheilspellende zang.
‘Infinite Dreams’ past ongetwijfeld prima in het concept, maar is tekstueel gezien ook prima ‘los’ te beluisteren. De mooie opbouw in het begin, het machtige instrumentale middenstuk en de schitterende tekst maken dit voor mij tot het beste nummer van Iron Maiden.
‘Can I Play With Madness’ is een commercieel nummertje met een carchy refrein. Eerst vond ik het maar matig, maar ik ben het inmiddels toch wel gaan waarderen. Het nummer valt qua sfeer wel een beetje uit de toon, naast alle wat zwaarmoedigere tracks. De andere single, ‘The Evil That Men Do’, heeft ook een meezing-refrein, maar past wel in het concept en is door Bruce’ duistere manier van zingen in de coupletten moeilijk echt commercieel te noemen.
Het titelnummer herbergt de meeste prog-invloeden. Het refrein is wat repetitief, maar komt gelukkig maar twee keer voor. Het middenstuk bouwt heerlijk op naar een zinderende gitaarclimax van drie minuten.
‘The Prophecy’ vind ik het minste nummer hier, ondanks een mooi rustig intro en outro. Iets aan de vocalen staat me niet aan en het nummer weigert echt tot leven te komen. Niet slecht hoor, wel matig.
‘The Clairvoyant’ begint met een uit duizenden herkenbaar basloopje. Verder ook weer gewoon een sterk nummer, met een ietwat stompzinnig refrein (het zingt wel lekker mee en klint ook wel ‘stoer’).
De afsluiter is een ‘makkelijk’ nummer met een meezingrefrein. Lekker luchtig, ik mag het wel, al kan het niet concurreren met het sterkste werk op dit album. Aan het eind wordt de akoestische opening van ‘Moonchild’ nog eens herhaalt, om nog maar eens te benadrukken dat het hier echt om een conceptalbum gaat.
Ik twijfel nog tussen 4 en 4,5 sterren. Voor nu 4, dan kan het alleen maar beter worden