In oktober 1976 ging ik, pre-puber, intensief naar de radio luisteren; Hilversum 3 was de enige popzender op FM met als voornaamste hitlijst de Nationale Hitparade. Op vrijdagmiddagen volgde na de Tip 30 bij de NCRV met Peter Blom, bij de NOS deze lijst van bestverkopende singles, gepresenteerd door Felix Meurders.
Hier een podcast over die radiotijd.
Voor die eerste lijst was ik meestal te laat thuis, maar bij de aftrap van de hoofdreeks zat ik klaar met een oude werkagenda van mijn vader voor mij, om daarin de titels en artiesten van de nieuwe liedjes die ik leuk vond te noteren. Vaak in fonetisch Engels, ik beheerste de taal bepaald niet, ontstond zo wekelijks een persoonlijke top 15. De leuke hits werden uiteraard opgenomen met de radio-cassettespeler die ik eind april '77 kreeg.
Februari 1977 betrad single
Year of the Cat de tipparade, om in maart in de Nationale Hitparade op #6 te pieken. Dat vond ik al een heel fraai liedje, maar opvolger
On the Border blies mij helemaal omver. Het haalde twee maanden later dezelfde positie met één van de spannendste intro’s die ik ooit ben tegengekomen. Eerst de rollende piano, dan piano en gitaar die het thema spelen; hierop een hi-hat die bijvalt, gevolgd door strijkers; als laatste in het intro is daar het heerlijke basloopje, dat de luisteraar het überpareltje binnentrekt, waarna de kenmerkende stem van Stewart klinkt.
Vreemd genoeg bleven het de enige hits van de troubadour, die hier met zijn ontspannen zang en sfeervolle muziek vooral tijdloos mooi klinkt. De bescheiden orkestrale begeleiding zorgt voor extra warmte.
Toen de cd de elpee verdrong, vanaf de jaren '90 gebeurde dat massaal, deden mensen hun vinyl de deur uit. Leve Koninginnedag, toen op de vrijmarkten allerlei oude pareltjes voor een prikkie werden aangeboden! Kon ik maar een tijdreisje terug maken… Het was in die periode dat ik de elpee
Year of the Cat aanschafte.
Een prachtige klaphoes (één van de hoezen die tot half mei 2023 is te zien in de tentoonstelling over ontwerpers Hipgnosis in het Groninger Museum – aanrader!) omhulde de schitterende muziek, op een album dat opvallend genoeg bijna zonder intro begint. Sferische pop met een vleugje folk, waarbij je van pareltje naar pareltje gaat.
Hierboven gaat de discussie over de associatie met mooi weer. Die heb ik ook, al schijnt mijn geheugen mij voor de gek te houden. Toch herinner ik me dat strandbad, waar ik dagenlang rondzwom en in een rubberboot voer, duikbril op het hoofd, de rug roodverbrand. Op transistorradio's van anderen klonk Hilversum 3, waarbij ook de twee hits van dit album.
Vandaag draai ik ‘m een keertje van streaming. Hierbij valt op dat
One Stage Before met zijn keyboardgeluiden bijna als retro-sciencefiction klinkt en bovendien een gitaarsolo bevat om een diepe buiging voor te maken: vanaf 3m21 ontspint zich een verhaal in een verhaal, melodieus en gevarieerd, sfeervol in de geest van de muziek. Heb hem zojuist hoog in mijn top 100 van beste gitaarsolo’s ooit gezet.
Bonustrack
Song on the Radio is een interview met de zanger. Dat hij Schots is, hoor je niet aan zijn keurige Engels (anders dan bij Jim Kerr van Simple Minds
). Net zo rustig als zijn zangstijl is, vertelt hij over de totstandkoming van de plaat en achtergronden van de liedjes.
Lord Grenville bijvoorbeeld gaat over een zeeslag, leer ik.
Vijf sterren. Zonder enige twijfel. Een plaat die verplichte kost zou moeten zijn in ieders muzikale opvoeding, tevens te gebruiken om Engels te leren, verpakt in één van de mooiste hoezen ooit. Muziek van een ontspannenheid die zelden is geëvenaard, laat staan overtroffen. Zelfs niet door Stewart zelf, vermoed ik. Al word ik ook van diens muzikale zoon Jonathan Jeremiah erg blij, omdat ik daar dezelfde sfeer als hier tegenkom.
Year of the Cat blijft echter de blauwdruk in zijn onverslijtbare schoonheid.