The Downward Spiral
Toen ik het album leerde kennen, had ik al veel trieste muziek gehoord. Ik kende al veel albums met depressie als hoofdthema en dit schrok mij dan ook niet af. Maar de manier waarop dit thema op dit conceptalbum naar voren komt is uniek. Waar veel artiesten het beperken tot zelfbeklag, een schreeuw om hulp, een bekentenis aan de luisteraar, slaat The Downward Spiral een hele andere weg in. Ook dit album begint als een schreeuw om hulp, maar als die hulp uitblijft wordt de hoofdpersoon al snel bezeten door een maniakale razernij. En dat is wat anders is aan The Downward Spiral: deze hoofdpersoon wordt een maniak, iemand die gevaarlijk wordt voor zijn omgeving. Hij draait door, grijpt naar extreme middelen om zijn frustraties af te reageren, maar wordt uiteindelijk zo in het nauw gedreven door zijn demonen dat hij alleen nog maar kan smeken om zijn dood.
De thematiek van de eerste helft van The Downward Spiral is een tweestrijd in de ziel van de hoofdpersoon. Aan de ene kant heb je de 'goede' die zijn redelijkheid ondanks alles wil behouden, aan de andere kant heb je de 'psychopaat', het monster dat zich steeds meer aan hem opdringt: Mr. Self Destruct.
Die tweestrijd is al meteen aanwezig; er is geen rustige proloog. In Mr Self Destruct moet de hoofdpersoon harde strijd leveren om zijn redelijkheid te bewaren. Zijn demonische alter-ego wordt steeds sterker in alle radeloosheid die hij voelt. Het monster dat de mens uiteindelijk zal worden is meteen voorgesteld. Maar dat de hoofdpersoon aan het begin van het album nog menselijkheid kent is duidelijk. In Piggy zingt hij over zijn wanhoop; smekend om iets wat hem uit zijn neerwaartse spiraal kan halen, zodat hij zichzelf niet verliest.
Als hij zingt Nothing can stop me now, cause I don't care anymore hoopt hij eigenlijk op iets dat hem wel kan stoppen, iets dat hem weer om het leven laat geven.
Het monster komt daarna aan de oppervlakte.
Your God is dead, and no one cares
If there is a hell, I'll see you there
I wanna break it up, I wanna smash it up, I wanna fuck it up, I wanna watch it come down
I wanna fuck you like an animal
Het zijn allemaal loze leuzen. Een uithaal naar de 'normale mensen', voortkomend uit de frustratie dat hij zelf niet normaal is. Het is allemaal pure woede, omdat niemand hem kan helpen. In zijn razernij schrikt hij echter iedereen af die hem zou kúnnen helpen. Ondanks dat is er nog steeds een tweestrijd aan de gang. Het monster in hem heeft nog niet gewonnen. Zelfs in razende nummers als March of the Pigs en Closer hoor je bij vlagen nog steeds een redelijkere kant, die alleen maar wil ontsnappen uit zijn sleur van depressie. Dat die vlagen vervolgens weer verdreven worden door zijn harde, agressieve kant maakt de tweestrijd alleen maar duidelijker.
In Ruiner geeft de hoofdpersoon zijn demoon een naam: de Ruiner. Dat is degene tegen wie hij vecht; degene die in al zijn radeloosheid steeds sterker wordt. In de climax van Ruiner komt de Ruiner als winnaar van de tweestrijd naar voren. Terwijl het thema herhaalt wordt, komt langzaam een tekstregel naar voren:
You didn't hurt me, nothing can hurt me, you didn't hurt me, nothing can stop me now
Deze tekstregel doemt op uit al het geluid, als een silhouet uit de mist. Het stof verdwijnt van het slagveld, de overwinnaar wordt langzamerhand zichtbaar. Uiteindelijk wint het monster het van de mens. In The Becoming is de 'goede' nog even te horen. Inmiddels ernstig verzwakt uit hij nog een laatste wanhoopsschreeuw. Langzamerhand wordt hij een nachtmerrie ingetrokken, waarin zijn innerlijke maniak de overhand krijgt. I do not want this zingt hij, waaruit hij blijkt dat hij alles zou doen voor een geneesmiddel van zijn ziekte. Maar dan neemt de Ruiner het definitief over. I Do Not Want This eindigt met een uiting van het verlangen van deze Ruiner om iets verschrikkelijks te doen, zichzelf te manifesteren, wraak te nemen op de gewone wereld die hij zo haat.
Dit verschrikkelijk gebeurt in het daaropvolgende nummer. De hoofdpersoon schiet in het rond, bezeten door een moordende razernij. Hij zaait dood en verderf, woedend schreeuwend: NOTHING CAN STOP ME NOW!
De moordpartij duurt maar anderhalve minuut. Daarna gaat hij liggen. Omringt door de door hem gemaakte doden zet hij het geweer tegen zijn hoofd. Alle hoop is definitief opgegeven. Het geweld is geëindigd, de bodem van de neerwaartse spiraal is bereikt, de trekker hoeft nog maar één keer overgehaald te worden. Hij verheugt zich op het einde, verlangt naar het hiernamaals, een warme plek die hij op aarde nooit kon krijgen, een plaats waar zijn ziel rust kan krijgen.
Maar uiteindelijk bezit hij toch niet het lef om de trekker die ene keer nog over te halen. Hij wordt opgepakt, in een cel gegooid. Daar blijkt dat de bodem van de neerwaartse spiraal nog niet bereikt is. Een nieuwe hel begint, in limbo. Zijn daad heeft nieuwe demonen gecreëerd: de schuldgevoelens, de realisatie dat hij nu zijn lot als paria bezegeld heeft. Niemand zal hem nu nog kunnen of willen helpen. De warme plek blijkt een hel, een grote woestijn. In brandende hitte voelt hij zich gedwongen door te lopen, te kruipen. Zijn enige gezelschap zijn de gieren, die geduldig wachten tot hun prooi het opgeeft. Maar deze hel schenkt hem geen genade. Het zal nog lang duren voor de hoofdpersoon zijn rust bereikt.
Hij smeekt wanhopig om dood te mogen: ERASE ME!
Het woestijnachtige, helse klankenlandschap dat in Eraser wordt opgeroepen verstomt, om plaats te maken voor de geluiden van een grote machine. Een insectachtige machine die mensen keurt die op een lopende band onder hem door komen. Mensen als onze hoofdpersoon krijgen een groot keurmerk 'FOUT' op zich gebrandmerkt. Zij gaan van de lopende band af, recht de prullenbak van de maatschappij in. Onze hoofdpersoon wordt echter niet gebrandmerkt om zijn gruweldaden, maar puur om het feit dat hij niet gelukkig en 'normaal' is. In een als een machine werkende maatschappij is geen aandacht voor deze lieden. Zij worden afgekeurd. Op de afvalhoop ermee.
Dan begint het titelnummer. De 'goede' is nu volledig geïsoleerd van de rest. Niemand kan hem meer helpen, maar niemand hoeft hem meer te helpen. Hij staat aan het einde. Hij heeft de bodem van zijn neerwaartse spiraal bereikt en weet nu dat hij op niets beters kan rekenen. Hij kan nog maar op een ding rekenen: rust, rust voor zijn ziel, de rust van de dood. Zijn haat jegens de wereld, zijn zelfhaat, al zijn helse ervaringen geven hem het laatste duwtje. Hij maakt er een eind aan, trapt de stoel weg, maakt de sprong, haalt de trekker over, eindigt alles.
He couldn't believe how easy it was
Hurt is de epiloog. Het is de conclusie van het album. Het is de kern van het album, de kern van de strijd en de gruweldaden van de hoofdpersoon in een nummer gegrepen. Het is zijn vaarwel aan deze wereld. Hij laat ons enkel zijn verhaal na:
You can have it all, my empire of dirt
Niets van onze wereld kan hem nu nog raken. Hij heeft de wereld waarin hij niet gelukkig kon zijn achter zich gelaten en zinkt nu weg in de rust die hij heel het album zocht. De onheilspellende toon waarmee het album eindigt, geeft naar mijn idee niet weer dat de hoofdpersoon zijn rust niet vindt. Het is het geluid van zijn haat jegens onze wereld. Het geeft weer dat hij absoluut niemand zal missen, dat hij onze wereld verafschuwt, dat hij blij zal zijn als onze wereld zal vergaan. Het geluid is de klank van iemand wiens schreeuw om hulp we negeerden omdat hij niet in onze hokjes paste.
Het einde van het album is een middelvinger naar de 'normale wereld'. Even hoor je niets dan haat en woede. En daarna is er alleen nog maar ruis. De naklanken van een leven dat beëindigt is.