menu

King Crimson - In the Court of the Crimson King (1969)

Alternatieve titel: An Observation by King Crimson

mijn stem
4,18 (904)
904 stemmen

Verenigd Koninkrijk
Rock
Label: Island

  1. 21st Century Schizoid Man (7:24)
  2. I Talk to the Wind (6:00)
  3. Epitaph (8:52)
  4. Moonchild (12:15)
  5. The Court of the Crimson King (9:20)
  6. Moonchild [Full Version] * (12:13)
  7. I Talk to the Wind [Duo Version] * (4:54)
  8. I Talk to the Wind [Alternate Mix] * (6:34)
  9. Epitaph (Backing Track) * (9:02)
  10. Wind Session * (4:28)
toon 5 bonustracks
totale tijdsduur: 43:51 (1:21:02)
zoeken in:
avatar van Casartelli
4,5
Casartelli (moderator)
Dit album is zo historisch dat je het eigenlijk onrecht aandoet door enkel en alleen in 2006-context naar de liedjes te kijken. Doe je dat wel, dan is Moonchild toch een wat vervelende bak gefröbel en I talk to the wind doet me ook niet zoveel. Staat wel het schitterende Epitaph tegenover en het openings- en slotnummer zijn ook vrij briljant. Ik geloof dat ik 4* wel een adequate score vind.

avatar van Paap_Floyd
3,5
Goed, de nummer 249 uit de top 250.
Ik weet nog goed mijn eerste kennismaking met King Crimson. Toen ik in september 2004 mijn introductiedagen had voor de studie Natuur- en Sterrenkunde in Utrecht zat ik met enkele jongens in een donker kroegje over wat muziek te praten. Ik was wel al groot liefhebber maar mijn kennis reikte niet verder dan de eindejaarslijstjes, enkele albums van menig band in die lijstjes en de top 40.
Ze hadden het over King Crimson en Van der Graaf Generator, en dat ik, als Pink Floyd-liefhebber dat misschien ook wel leuk zou vinden.

Met die studie ben ik snel gestopt maar de muziek klonk wel interessant. Zo luisterde ik natuurlijk de plaat waar ik nu een verhaaltje onder aan het tikken ben. Inmiddels zijn we drie jaar verder en lijkt het erop dat deze plaat voor eeuwig op 4* vastgeroest zal blijven staan. Daar is niets mis mee, want 4* associeer ik met hele goede albums die net de magie missen om tot 4½ of zelfs 5* uit te groeien.

#1. 21st Century Schizoiud Man

Lekker rustige opening, maar waar je een rustige opbouw verwacht is daar ineens die bekende, krachtige riff. De zang ligt voor mij letterlijk teveel op de achtergrond en vind ik niet echt passen bij de muziek. Nou ja, het past er misschien wel bij, maar ik ben er niet weg van. Lekker instrumentaal gedeelte na een minuut of 3 met enkele solo's en lekkere baslijn. Mijn favoriet part van het stuk. Dalende baslijn, bijgestaan door langgerekte gitaartoon overgaand in trompetgekwetter. Erg lekkere track dus, alleen de zang is voor mij wat minder.

#2. I Talk To The Wind

Heel andere koek. Alsof we een donkere grot verlaten voor een open bos. Erg rustige track met mooi blaaswerk. De zang ligt me ook wel, maar ik vind eigenlijk dat het teveel afwijkt van 21CSM, waardoor het album me als geheel minder doet en dat is ergens jammer. Het dromerige liedje gaat me ook een beetje te lang door.

#3. Epitapth

We zijn weer in dezelfde duistere sfeer als #1. Mooi intro maar de zang die daarna volgt is me weer net iets te zacht. Okee, de muziek is wel wat belangrijker, maar ik vind het storend zo. Mooie opbouw van het nummer, werkend naar een hoogtepunt en dan weer terug bij af om vervolgens weer naar een climax toe te werken. Die geleidelijke overgang mag ik wel en de latere zang bevalt me ook wat meer: is duidelijker en wat harder.

#4. Moonchild

Prachtig intro hier met, warempel, een mooie zang. Mooie gebroken mineurakkoorden op de achtergrond. Dat komt het donkere sfeertje ten goede. Erg mooie overgang na zo'n 2:40 minuut waar we een beetje gaan zweven. Dit lijkt wel ambient 2 minuten later wat meer beweging. Drums, bas en gitaar experimenteren een beetje, andere instrumenten gaan wat meedoen en er is even geen touw meer aan vast te knopen. Persoonlijk ben ik niet echt weg van dit soort gefreak. Hoe geniaal het ook mag zijn of gevonden mag worden. Ik ben er niet weg van. Na 9 minuten is de band weer tot bedaren en begeleidt de drummer met een soort marsritme de gitaar. Het klinkt ergens weer experimenteel maar minder storend dan wat we eerder hoorden. Langzaam ebben de klanken weg en maken we ons op voor het laatste nummer.

5. In The Court Of The Crimson King

Mooi, krachtig intro, lekker duister weer. De zang vind ik niet helemaal geweldig weer en dat "aahhhhhhhhaaaaahhaaaaaah" vind ik ook niet zo heel geweldig bij het hoofdthema. De zang lijkt me iets fijner worden, maar het blijft me een beetje te "dof". Er wordt wat gespeeld met het thema en het begint een beter nummer te worden. Na ruim 4 minuten horen we een mooie, welkome dwarsfluit. Dit insamenwerking met gitaar en in mindere mate bas en drums is een prachtig stuk. Het wordt onheilspellender en daar is de zang weer. Wel een hele mooie overgang. Na bijna 7 minuten is het helemaal stil. We horen dan nog wat gepriegel en daarna volgt het hoofdthema weer, ditmaal iets hoger, herhalend tot het eind. Prima nummer!

Conclusie: Instrumentaal gezien is dit een prachtige plaat, maar de zangpartijen vind ik niet echt mooi, maar ze hadden ze moeilijk weg kunnen laten. Daarnaast vind ik het tweede nummer wat minder passen bij de rest.

4*

avatar van gemaster
4,0
Mooi album hoor. Vier prachtige nummers, en 1 ongelooflijke neuzeltrack. Gelukkig zit er een knop op mijn mp3speler, zodat ik niet hoef te luisteren naar 'Moonchild'. De rest is zoals gezegd fantastisch, vooral nummers 1 en 2. Ik ga denk ik nu maar eens naar Red luisteren als ik die te pakken kan krijgen.

4*

avatar van Maiky
4,5
In het kader van leert uw schoonfamilie begrijpen is er in huize Maiky het plan ontstaan om King Crimson maar eens compleet te beluisteren. Op gezinsbijeenkomsten, en zeker toen ik pas in de familie terecht kwam, schoten woorden te kort en werd er met superlatieven gestrooid om duidelijk te maken hoe geweldig ingenieus de muziek nu eigenlijk in elkaar stak. Kortom, King Crimson staat bij mijn schoonfamilie op een voetstuk, en om de dringende wens van mijn vriendin (en mij) om al die vreselijke gekopieerde rotcd's uit onze cd kast te donderen en ritueel te verbranden zijn we ons gaan verdiepen in het fenomeen King Crimson, en mijn gevoel om uit te vinden wat er nou zo briljant is aan (het latere werk van) King Crimson en of die lofuitingen uberhaupt terecht zijn.

En zo kan het dus zijn dat In the Court of the Crimson King sporadisch met de koptelefoon op wordt geluisterd en zodoende het eerste voor mij echt nieuwe album is sinds het samenwonen dat serieus en met kritisch oor wordt beluisterd. Eerdere momenten waarop King Crimson werd gedraaid gebeurde op een nogal hard volume, wat er mede aan bijdroeg dat alles nogal rommelig klonk. Nu ik vrijwillig en aandachtig aan het luisteren ben, merk ik hoe subtiel het eigenlijk is. Dat is niet met 21st Century Schizoid Man, dat rauw klinkt met die vervormde stem. Zoiets extraverts, daar blijven mijn emoties meestal bedaard onder, maar er hangt een dusdanig sfeertje in dat het opeens interessant is. Ik wil niet zeggen cartoonesk, hoewel hier en daar (4:52 - 5:00) wel die indruk gewekt (wil) worden, maar het hikt er tegenaan in combinatie met een jaren '50 maffia/Chicago/Al Capone sfeertje. Hoewel ik het ook weer niet jazzy wil noemen. Weet je wat? Ik noem het gewoon niets. Laat ik het bij suggesties houden. En het idee dat ik nu een vaag vermoeden heb waar Sigur Ros en Radiohead hun inspiratie op een enkel moment vandaan hebben gehaald.

I Talk to the Wind bevat ineens heldere zang plus een goede samenzang en kabbelt kalmpjes voort, als een warm bad dat je omsluit en een mooie blondine die je masseert in een kamer vol met goud/bruin/geel bloemetjesbehang. Want ja, er hangt toch een beetje een jaren '60 sfeertje. En hoor ik daar ook pre-echoes van Air, die op Moon Safari ook iets van zo'n mellotron gebruikt?

Epitaph heeft wederom een prachtige zang die in zekere zin breekbaar klinkt, droevig meer, en bevat ook het relatieve straight forward pad dat I Talk to the Wind van 21st Century Schizoid Man onderscheidt. Moonchild heeft een grootse opening die verpakt is in een heel subtiel jasje, die echter niet suggereert dat het na een kleine twee en een halve minuut overgaat in wat voor de een sfeerverhogend werkt, en voor de ander treuzelend quasi-intellectueel klinkt met al die psychedelische bliepjes en hier en daar wat verloren percussie en gitaarakkoorden. Dat lijkt meer op op een soundcheck voor de bombast van het titelnummer, dat boven alle voorgaande nummers - hoe goed ook - uitspringt dankzij de pakkende melodieen. Grote kans dat het inderdaad in je hoofd blijft hangen, en terecht, maar daar ben ik niet zo heel blij mee eigenlijk. Waar ik wel blij mee ben, is dat op 7:16 weer wat grappigs wordt gedaan dat Sigur Ros ook op het nummer Olsen Olsen hebben gedaan.

Dat soort verrassingkjes houden het leuk en spannend. Des te meer reden om dit album eens rustig te laten bezinken en op het juiste moment opwerken naar wat de beste periode van de Kings wordt genoemd; die van midden jaren '70. Tot die tijd even weer ergens anders op focussen, anders wordt het wat teveel van het goede.

avatar van Don Cappuccino
4,5
An observation by Don Cappuccino

In the Court of the Crimson King is het debuutalbum uit 1969 van progrockers King Crimson. Het wordt een van de eerste progrockalbums genoemd.

Het album opent echt geweldig met 21st Century Schizoid Man, meteen die gitaar, je zou de eerste keer niet denken dat dit uit 1969 komt. Robert Fripp doet een aparte gitaarsolo, zijn manier van spelen is ook wel apart. De drums zijn echt goed op dit nummer en als dan de band samen met de saxofoon gaat spelen wordt het helemaal geweldig. Het eind wordt chaotisch.

Na de chaos van 21st Century Schizoid Man zweef ik mee met I Talk To The Wind. Gelijk een fluit en heerlijke rustige muziek. Achter deze rustige muziek zit een erg goede drumpartij. De tekst vind ik ook erg mooi in de dubbele zang:
Said the straight man to the late man
Where have you been
I´ve been here and I´ve been there
And I´ve been in between

In het begin vond ik dit een beetje een saai nummer, maar dat is nu helemaal veranderd.

Hierna blijft het nog steeds heel relaxt met Epitaph, mijn moeder zei bij het intro dat het leek op Ennio Morricone. De zang is weer erg mooi en de teksten zijn ook weer erg goed, vooral in het begin. Het nummer bouwt steeds meer spanning op, het zit echt heel goed in elkaar. En dan denk je dat de climax er komt op 4 minuten, nee, er komt weer iets nieuws. Een heel erg mooi nummer.

Dan gaan we door met Moonchild, weer met een mooi rustig begin. Jammer genoeg moet een groot gedeelte een beetje opgaan door een beetje geklooi (sorry, ik kan het niet anders verwoorden) wat geen kant opgaat. Het lijkt wel of Robert Fripp het zelf iets te lang vond, op de editie van 2009 duurt Moonchild namelijk 9 minuten in plaats van de volle 12 minuten.

En dan komt het geweldige, epische, filmische einde met In The Court of the Crimson King. Dit nummer past echt perfect bij een film. En 3 minuten later komt er een tempowisseling die weer snel teruggaat naar het eerste. En de fluit is weer terug. En er komt nog een lange floortom-roffel en de 45 minuten zijn afgelopen, dat ging echt snel. Wacht, het gaat nog verder.

Conclusie: Een heel goed debuutalbum wat een hele goede start is voor een beginnende progrock-luisteraar. Er is makkelijk in te komen, misschien is het eerste nummer nog een beetje te veel. Ik wil graag 5 sterren geven voor dit album, maar door het geklooi van Moonchild geef ik het album 4,5 sterren.

avatar van Gajarigon
4,0
Dit moet zowat een van de eerste MuMe-ontdekkingen zijn geweest voor mij. Vijf jaar terug stond deze toen een tijdje in m'n top 10, was er amper op gestemd en was het stemgemiddelde een pak lager. Echte klasse komt bovendrijven zeker?

Terwijl the Beatles nog bezig waren met hun octopussy garden under the sea schreef King Crimson echt muziekgeschiedenis, door een nieuw genre definitief uit de grond te knallen. Stevige, emotioneel geladen progrock die niet sentimenteel aanvoelt, met authentieke harde momenten en bombastische, epische climaxen, dat is In the Court of the Crimson King. En hoewel de productie verre van denderend is heeft dit album de tijd erg goed doorstaan. De originele mix van hardrock en jazz in de stevige opener 21st Century Schizoid Man staat nog steeds garant voor kippenvel. Uitschieter op dit nummer is vooral de drummer, Michael Giles, die erg complexe ritmes weet te verweven onderheen de solo's.

De andere nummers zijn minder energiek, en hebben meer een ballad gevoel. Het rustige I Talk To the Wind en het geniale mellotronnummer Epitaph zijn zeker van hetzelfde hoge niveau als de opener. Helaas gaat Moonchild helemaal de mist in. Twee minuten rustige popmuziek gevolgd door tien minuten irriterend, doelloos gepingel zorgen voor een dood moment op het album. Daardoor komt het titelnummer als afsluiter nog beter uit de verf. Misschien wel het beste nummer van het album, al is het vooral een gevoelskwestie die afhangt van het moment.

Een waardering geven is erg eenvoudig. 4*, want op Moonchild na (dat dan wel helemaal de mist in gaat) staan er echt geen missers op dit album. Essentieel album voor de progrockfanaten.

avatar van rock-rick
5,0
Rhythm & Poetry schreef:
Moonchild - het nummer dat het langst duurt - is saai. Eerst dacht ik: artistiek. Later dacht ik: saai. Erg saai. Het kabbelt maar wat voort en het komt niet tot een verrassende climax. Geen vlokje spanning. Gewoon saai. Erg saai.


Mijn eerste bericht op deze site wil ik graag plaatsen bij het debuut van mijn favoriete band.
Ik vind het jammer dat Moonchild vaak zo saai gevonden wordt, zelf vind ik het juist een prachtig nummer. Ik moet wel toegeven dat ik dat ook niet altijd vond, want eerst vond ik het ook een saai nummer. Die mening is echter veranderd.
Mijn ouders hebben een beneden een redelijk mooie stereo set staan, terwijl ik het op mijn kamer moet doen met een dvd-speler. Op een nacht zat ik beneden en mijn ouders waren beide naar bed, dus ik besloot met de koptelefoon het album maar eens te draaien op die stereo set. Koptelefoon op, cd erin, ogen dicht en genieten maar. Vanaf dat moment is mijn mening over het album en vooral over Moonchild veranderd.
Het album heeft een heerlijk duistere sfeer die gecreëerd word door top-artiesten die allemaal goed op dreef zijn. Stuk voor stuk goede nummers. '21st Century Schizoid Man' is een geweldige binnenkomer, vooral de drums in dat nummer zijn geweldig. Daarnaast heeft dat nummer een van de mooiste gitaar-solo's ooit. Vervolgens is daar 'I Talk To The Wind', een rustige en prachtige opvolger. Terwijl 'I Talk To The Wind' steeds zachter klinkt komt Epitaph alweer op. Het geluid wordt wat dramatischer, waardoor je wat warm loopt voor Moonchild.
Dan zijn we bij Moonchild beland. Het nummer begint met een prachtige riff. Op die riff volgt het stuk dat vaak saai gevonden word. Ik vind dat stuk juist geweldig in de sfeer passen en de "schijnbaar willekeurige geluiden" zijn juist prachtig op elkaar ingespeeld. De climax komt met 'The Court of the Crimson King'. Na het stille stuk is dat een prachtige afsluiter.

avatar van hoi123
4,0
Wat zou een eigenaar van dit album die Moonchild kan waarderen toch een gelukkig man zijn.
Want zonder dit vreselijke middengefrutsel zou deze plaat zó meesterlijk zijn. Dichtbij perfectie.

21th Century Schizoid Man streelt ons niet, leidt ons niet rustig en zachtjes de wereld van de doodsangstige man op de voorkant in. Nee, we worden bewusteloos geslagen met een ijzeren gitaarriff en ruw ontvoerd naar een stinkende, vervuilde fabriek waar we al opgewacht worden.
Drums klinken alsof ze worden bespeeld op plastic dozen van de Aldi en de opnamekwaliteit is ook niet om over naar huis te schrijven. Minpunten? Niet echt. Draagt bij aan het geschifte maar daarom ook zo mooie sfeertje van dit nummer.

Het is al gezegd; Waar de opener een smerige, gruizige rocker uit de vervuilde achterbuurten is, is
I Talk to the Wind een sprookjesbos, met enkele open vlakten waar dieren aan het spelen zijn.
Wel een beetje kitsch ja, maar dat vergeef ik King Crimson.
Opvallend minder blikkerige drums en opvallend rustgevend sfeertje.
Dromerig liggen onze gidsen in het gras en bijna gehypnotiseerd hebben we zin om achter te blijven en heerlijk uit te rusten. Niet doen, er staat nog veel moois te wachten.

Epitaph is een episch meesterwerk en ook de reden dat we niet moesten stoppen bij de voorganger.
Het nummer begint in een, hoewel al enigszins onheilspellend, rustig en vrolijk bos waar de voorganger eindigde. Later mondt dit echter uit in een bombastische en indrukwekkende climax in een geflipt, psychedelisch landschap waar niets is wat het lijkt. Wat drugs wel niet met je kan doen.
Robert Fripp laat hier zijn indrukwekkende zangkunsten zien en zingt angstig en paranoïde, schreeuwrt om gehoord te kunnen worden. Verwijzing naar de hoes?

Het begin van Moonchild is een roestig liefdesliedje dat zich in een nachtelijk weiland af lijkt te spelen.
Geïnteresseerd luisteren we, om daarna in de daaropvolgende negeneneenhalf minuten (!) aardig teleurgesteld te worden door Fripp en co. Niks indrukwekkends, moois of sfeervols aan.
Gewoon, in deze periode ongeveer verplicht, saai geëxperimenteer waar echt geen touw aan vast te knopen valt.

Dodelijk vermoeid en verveeld komen we aan bij het titelnummer. Godzijdank.
Wat een ongelooflijk nummer. Meteen worden we weer door onze gidsen weggevoerd, nu naar een eeuwenoude sekte waar we de eer hebben een bevreemdende ceremonie mee te mogen maken.
Vanaf het, na de eerste luisterbeurt nooit meer uit je hoofd te halen, prachtige en woordloze refrein tot het einde waar alle energie die onze gidsen nog hebben wordt uitgeperst, dit nummer is meesterlijk.
De aangename stem van Fripp met zijn herkenbare, statige accent draagt nog eens een steentje bij.
En het einde met de kermisorgel laat zien dat experimenteren ook goed uit kan pakken.

Het valt niet te ontkennen dat King Crimson met dit album vele bands heeft geïnspireerd.
Dit jaar nog met de sample van Kanye West's Power, King Crimson zal waarschijnlijk niet meer uit de muziekgeschiedenis te slaan zijn. Gelukkig maar.

avatar van Snoeperd
4,0
King Crimson - In the Court of the Crimson King

21st Century Scizoid Man, het hardste nummer van de plaat
De bandleden hadden in het begin van de opnames waarschijnlijk veel energie
Een herkenbaar deuntje die meteen in je hoofd nestelt
Daarna de scheurende stem van de zanger
Het nog bekender geworden refrein door toedoen van Kanye West is meteen raak
Zeker als deze plaat je nog onbekend is, is het eerste nummer een goed welkom

I Talk to the Wind is ingetogen
Ze houden het nummer klein, geen echte climax
Dat maakt het nummer alleen mooier
Het steeds weer terugkomende tekstfragment werkt erg goed bij mij
Wat nog beter werkt is het fluitje
Het hele nummer lang is het fluitje de drijfveer
Wat het ook tot zo'n ongelooflijk prachtig nummer maakt

Epitaph, de naam zegt het al, episch, al betekend het niet echt episch
In het engels betekent het volgens mij grafschrift
Negen minuten lang muziek van de hoogste plank
'Confusion will be my epithaph'
Hartverscheurend mooi klinkt deze zin vanuit de mond van deze zanger
Het hele nummer is zeer triest, zoals de titel al doet vermoeden
De zanger zingt alsof hij net een heel dierbaar iemand is verloren

Moonchild, dit moet geschreven zijn toen de bandleden stoned waren
De liedjesschrijver schrijft een prachig, ingetogen begin
Waarschijnlijk is de schrijver daarna out gegaan
De bandleden dachten: O, dat maken wij wel af
Ook zij waren al een beetje van de kaart
Dat resulteerde dus in tien minuten lang stupide gepingel
Waarom de platenbaas dit goed gekeurd heeft is natuurlijk een raadsel

Om het vorige nummer goed te maken moet je met iets buitenaards op de proppen komen
Buitenaards is het niet, het bevindt zich In the Court of the Crimson King
Het vorige nummer goed maken doen ze niet, maar ze leveren wel hun beroemdste nummer af
Samen met de eerste drie nummers klassiekers in de rockgeschiedenis
De vier toppers die net niet genoeg zijn, Moonchild had het vijfde epiekje kunnen zijn
Ze verzuimen echter de perfecte plaat te maken want zeg nou eerlijk:
Als je het laatste nummer hoort hoor je vijftig jaar rockgeschiedenis voorbij komen
Dan weer ingetogen, dan weer uitbundig en een herkenbaar en heel mooi refrein
Het laatste nummer is volmaakt, wat deze plaat niet is

4,5*

avatar van Ronald5150
4,0
"In The Court of the Crimson King" is een muzikale ontdekkingsreis. King Crimson neemt je mee op een trip vol psychedelische en hypnotiserende klanken. Het openingsnummer "21st Century Schizoid Man" is misschien het bekendste nummer van deze plaat, maar persoonlijk vind ik die het minste. Dit nummer staat mijn inziens een beetje in contract in vergelijking met de andere tracks en komt af en toe wat hysterisch op me over. Met name de hoge ijle zang gaat me een beetje irriteren. Maar die irritatie is snel voorbij als het tweede nummer wordt ingezet. Het tempo is lager en het geluid klinkt warmer, maar donkerder tegelijk. De stijl neigt meer naar jazz en fusion, met uiteraard de basis in de progressieve rock. Vanaf dat moment ben ik in de muziek gezogen en het laat me niet meer los tot de laatste klanken van het afsluitende nummer. Die afsluitende track: "The Court of the Crimson King" is wat mij betreft ook gelijk het hoogtepunt van deze plaat. "In The Court of the Crimson King" is een enerverende luisterervaring, beklemmend en ook verslavend. Klassieker!

avatar van Aproxis
4,0
Het begon eigenlijk allemaal op de middelbare school voor mij. Zonder bewust te zijn van de vele meesterwerken die op de zolder lagen, de platen van mijn vader. Ik had er in eerste instantie een ander doel voor, en wel mijn muur ermee bekleden. Ik had dat ergens gezien en vond dat er mooi uitzien. Zodoende mijn vader gevraagd of ik zijn platen daarvoor mocht gebruiken, het mocht. En daar hingen er dan een stuk of 12 aan mijn muur. Met van dat soort Kukident, maar dan voor posters. Ik was verbaast hoe goed ze nog bleven hangen. Tussen die 12 platen hing ook deze, hoe kon hij ook ontbreken met zo'n weergaloze cover.

Ik was die tijd nog niet echt bezig met het ontwikkelen van mijn muzikale smaak. Ik luisterde nog naar punk en was meer met het hele opstandige bezig. Pas op mijn 16e kwam er verandering in. Ik kwam via school notabene bij een workshop gitaar spelen terecht, ik vond het zo leuk dat ik daar toen mee begonnen ben. Je gaat je vanaf dat moment meer orienteren in de muziek wereld en gaat je eigen smaak ontwikkelen. Al heel snel kwam ik erachter dat mijn smaak eigenlijk helemaal niet zo simpel was. Ik kon me bijvoorbeeld heel erg vinden in het eerste album van pink floyd. De jaren 60, was ik toen maar geboren besefte ik me.

Zodoende kwamen de platen van mijn vader weer goed van pas. Alleen hadden we geen platenspeler meer. Meeste platen waren niet op cd te bemachtigen die tijd, of ja, je kon ze bestellen maar dan kon het zo zijn dat het een domper was. Ik kocht een platenspeler, met een kleine investering had ik opeens een heel grote collectie aan platen. Bijna alles wat er tussen zat kon ik wel waarderen of vond ik zelfs enorm goed. King Crimson hing nog aan mijn muur dus was ik in eerste instantie vergeten. Maar wat was dat opeens een kers op de taart toen ik daar op het eind mee in aanraking kwam.

Het eerste nummer, zoals hier al vaker gezegd werd, is eigenlijk het enige rock nummer. En wat voor één! 21st Century Shizoid man, wat een verschikkelijk goede gitaar riff. Alles klopt ook aan het nummer. De versnellingen voelen goed. De drummer is waanzinnig, geen enkele drumroffel is hetzelfde. Het nummer is spannend qua opzet en er gebeurd van alles.

I talk to the wind is dan opeens heerlijk rustig, als een stilte in een hevige storm. Je vaart lekker mee op de zwevende geluiden. Is dit nog steeds King Crimson waar ik naar luister? Zeker na het chaotische eind van het nummer daarvoor.

Dan voor mij een van de fijnste nummers ooit. Wat een geweldige opbouw in dit nummer. En ook is het nummer met een geweldige emotie gebracht. Epitaph, Een pareltje dit.

Moonchild is eigenlijk 3 nummers in een. Als je je ogen sluit dan kun je je er een hele reis bij voorstellen. En dat is dan ook zo lekker aan het nummer. Het stuurt je niet per se ergens heen, iedereen kan iets anders inbeelden.

Het laatste nummer, genoemd naar de titel van het album is voor mij een verlengstuk van het gevoel dat ik krijg bij Epitaph. Wederom een geweldige opbouw. Geweldige harmony met die stemmen die je in de climax van het nummer hoor. Drumroffels die je nog nooit gehoord hebt. Het orgeltje dat je in het nummer hoort maakt het dan weer heel speels, een fractie later klinkt het weer heel somber.

Het is voor lastig om een favoriet nummer te kiezen op het album. Ik kan ook geen nummer los luisteren. Het is voor mij elke keer een zitting van het begin tot het eind en wens dan ook niet gestoord te worden tijdens mijn luisterbeurt.

Voor mij 5* met een gouden randje. Ik hoop dat ik van jullie nog meer suggesties kan ontvangen van bands die dit evenaren. Ik ken ze niet.

avatar van Obscure Thing
4,5
Dit is een album die ik steeds meer ben gaan waarderen in de loop der jaren. Het is eigenlijk één van de weinige prog-albums die ik op waarde schat. Dit album heeft een onheilspellend geluid, en het wordt eerder chaotisch dan bombastisch. Dat bombastische is iets wat ik bij andere prog dan heel erg storend kan vinden. Eigenlijk staat er geen zwak nummer op, van breekbare nummers tot chaotische knallers, en dat alles meesterlijk met elkaar versmolten.

Fun-fact: ik ben dit album weer opnieuw gaan luisteren door Kanye West.

avatar van Lura
5,0
In the Court of the Crimson King was een van de allereerste albums, dat ik ooit kocht. Het moet 1973 of 1974 geweest zijn. De wijze waarop ik het ontdekte was niet een gebruikelijke. In 1972 kocht ik het gelijknamige debuutalbum van Roxy Music, uitgebracht op het vermaarde Island label. In die tijd waren hun binnenhoezen bedrukt met reclame voor andere albums van het label. Ruim een jaar bleef de hoes van In the Court of the Crimson King me mateloos intrigeren, totdat ik het uiteindelijk in een platenbak tegenkwam.

De klaphoes was nog mooier dan ik me had voorgesteld. Na het horen van opener 21st Century Schizoid Man wist ik zelfs op zestienjarige leeftijd al, dat ik te maken had met een band met een uniek geluid. De rest hoefde ik niet meer te horen en kocht de lp.

Pas veel later kwam het besef dat het een klassieker is, dat voor een belangrijk deel de koers van de progressieve rock bepaalde en vele muzikanten beïnvloedde én beïnvloed.

De groep bezat in Greg Lake een fantastische zanger en in Peter Sinfield een uitstekend tekstdichter. Na het vertrek van hen beiden werd Robert Fripp het bepalende gezicht van de groep. Lake zou met succes toetreden tot Emerson, Lake & Palmer. Peter Sinfield bracht welgeteld een soloalbum uit, het prachtige Still.

Daarna volgden de bezettingen zich tot vandaag aan toe op. De sterkste periode vind ik 1973-1974, waarin het fantastische drieluik Larks’ Tongues in Aspic, Starless and Black en Red verscheen. Laatstgenoemde is mijn favoriete album van de groep.

Robert Fripp bracht solo het geweldige Exposure uit. Tot de andere hoogtepunten uit diens carrière mogen No Pussyfooting (met Brian Eno), I Advance Mask (met Andy Sumners) en The First Day (met David Sylvian) gerekend worden. Anno 2019 is Robert Fripp still going strong en is het vandaag precies een halve eeuw geleden dat de klassieker In the Court of the Crimson King verscheen.

avatar van daniel1974nl
5,0
De NW BR-A in de 27-disc editie met Atmos stelt niet teleur. Jezus !!!! Net als met Poseidon, Lizard & Island denk ik dat dit is hoe het album altijd ervaren had moeten worden. Alleen kon dat tot op heden niet omdat dit album zijn tijd zover vooruit was. Veel meer detail (Fripps gepingel, Lake z’n stem) veel dynamischer. Mooi ingemixed ook. Maar dat alles is niets vergeleken bij hoe de Mellotron nu klinkt. Nooit eerder kwam de zweverigheid van de Mellotron zo mooi en perfect tot zijn recht als nu. Mooi hie het steeds via de achterspeakers opkomt en dan overgaat naar de voorspeakers weer verdwijnt. Daar wordt het wel een stuk dramatischer van. Vooral met Epitaph. Kippenvel van begin tot einde. Wat een prestatie. Maar ook Moonchild of I Talk To The Wind zijn er stoppen op vooruit gegaan. Wordt er stil van. Haast niet voor te stellen dat het album al 51 jaar oud is. Loepzuiver. Steven Wilson diet het wederom. Kudo's.

avatar van TornadoEF5
3,0
Eigenlijk best goed met momenten, maar de sfeer en samenhang wordt verpest door een draak van een nummer. Ook de andere nummers hebben stuk voor stuk vervelende momenten. Jammer, maar dan moet je streng zijn.

avatar van BoyOnHeavenHill
5,0
Ik vind die discussie over wat nou de eerste “echte” progrock/symfo-plaat is best interessant, want hoewel we er nooit uit zullen komen is het wel een mooie aanleiding om te wroeten in de heksenketel van de beginjaren van de “progressieve” muziek. Maar belangrijker dan het al dan niet toekennen van dat epithet aan dit album, en nog veel indrukwekkender dan die eventuele eretitel, lijkt mij het feit dat In the court of the Crimson King al vanaf (bijna) de eerste noot zo volwassen klinkt, zo gefocust, alsof er hier een band bezig is die precies weet wat ze wil en die niet alleen nieuwe wegwijzers neerzet maar meteen ook maar een paar nieuwe wegen aanlegt (en dat dan op zodanige wijze dat elke navolger zich op het hoofd zal krabben hoe dit in godsnaam te verbeteren). Gitaar, mellotron, fluit en sax nemen om de beurt de hoofdrol op zich, er zit enorme variatie zowel in elk nummer als tussen de nummers onderling, diverse momenten rekken de muzikale grenzen op terwijl de speldiscipline toch steeds aanwezig blijft, en naast de gekte van bijvoorbeeld het openingsnummer durft de band in I talk to the wind ook ongegeneerd romantisch te zijn zonder de dwangmatige neiging om daar dan ook meteen een rare maatwisseling of een atonale solo in te gooien om die romantische insteek te ondergraven. En natuurlijk zijn die laatste tien minuten van Moonchild er een stuk of acht te veel, maar ach, de overige 33 minuten muziek zijn zó briljant dat ik die misser graag door de vingers zie. (Op de allereerste KC-compilatie op CD The compact King Crimson (1987) is Moonchild het enige nummer van In the court dat samensteller Fripp níét heeft opgenomen.) En dan heb ik het nog niet eens gehad over de intrigerende teksten en de uitstekende zang... Een halve eeuw later is dit nog steeds een opzienbarende plaat – wat hij aan impact qua vernieuwing misschien heeft ingeleverd heeft hij wat mij betreft aan onbetwistbare kwaliteit nog altijd behouden.

avatar van Reijersen
Naar aanleiding van dit topic beluisterde ik dit album.

De frontcover is er eentje die ik wel vaak heb gezien. Die valt ook wel op. Maar geen idee wat voor een soort muziek er aan gekoppeld is.
Zó, dit soort muziek heeft wel even nodig. En eigenlijk ook meer dan ik het nu met 2 luisterbeurten gegeven heb. Dit is niet in één woord te vangen of überhaupt snel te doorgronden. Hier ga ik mij zeker nog een keer aan wagen om het beter te kunnen begrijpen.

avatar van Mssr Renard
5,0
Ik denk dat ik een jaar of 14 of 15 was toen ik deze op lp kocht. Het zal ergens rond 1991 of 1992 zijn geweest. Ik was voornamelijk bezig met de meer symfonische kant van progressive rock. Gek genoeg heette toen (in Nederland) alles nog symfonische rock (van Alquin tot Rush tot Saga tot Moody Blues). Omdat internet nog niet bestond, wist ik niet eens af van de term progressive rock.

Ik luisterde aldus voornamelijk naar Camel, Barclay James Harvest, Moody Blues en Jethro Tull, met flarden Saga en Queen ertussen door. Ik luisterde heel veel naar muziek sowieso, thuis, via de walkman op school of tijdens mijn bijbaantjes. Dit soort muziek is perfect voor de introverte loner. Heerlijk om in te ontsnappen.

Toen ik deze opzette, had ik nauwelijks moeite met het gebodene. Het intense 21st Shizoid Man introduceerde mij direct met het dissonante gitaarspel van Fripp en het schreeuwende sax-spel van McDonald. I Talk to the Wind is zo een typisch symfonisch nummer, waar ik ook al bekend mee was middels Camel en Moody Blues. Hetzelfde geldt voor Epitaph dat historiserend ook in vroege stijl van Barclay James Harvest terugkwam (al schelen de symfonische nummers van BJH amper een jaar).

De intensiteit van het eerste nummer is trouwens wel wat mij het meest aantrok in de band, want voor de 'mooie' symfonische nummers had ik al BJH en the Moodies. Ik ben dan ook blij dat op later platen Fripp en company meer die dissonante en meer duistere en improviserende kant op gaan.

Moonchild is wat mij betreft echt briljant, het bestaat uit verschillende stukken. Dat is iets wat Yes en Soft Machine ook veel deden; meerdere ideëen aan elkaar koppelen en er zo een suite van maken. Niet altijd zijn die experimenten geslaagd, omdat niet altijd de stukken bij elkaar passen. Wat Moonchild echter zo briljant maakt, is dat het tweede stuk 'The Illusion' een volledige geïmproviseerd stuk is. Improvisaties komen uit de jazz en worden niet vaak toegepast in de rockmuziek. Andere bekende bands die veel improvisatie toepaste in hun lange songs zijn onder meer Soft Machine en Nucleus, maar in het Verenigd Koninkrijk was een bloeiende progressive jazz-scene aanwezig, waar Fripp in de nabije toekomst nog vaak mee zal samenwerken op zijn King Crimson-platen (Keith Tippett en Marc Charig), maar die zijn hier niet aanwezig.

Het is ook voornamelijk multi-instrumentalist Ian McDonald die de aandacht trekt mijn zijn vibrafoon-spel, welke niet zo spectaculair free is als dat van Bobby Hutcherson, maar in combinatie met de electrische piano en Giles' inventieve en subtiele percussie-spel, biedt het een prachtig tapijt voor de gitaarimprovisaties van Fripp. Fripp is geen Szabo of Coryell, en zoekt eigenlijk nog een beetje naar een eigen stijl, die hij ook zeker zal vinden. Zo'n nummer als Moonchild zal de band niet meer maken, maar het is wel echt fijn om Fripp zo melodieus te horen improviseren. Erg geslaagde song en het hoogtepunt van deze lp.

De song is ook een mooie opmars naar het sluitstuk van de plaat. Een nummer dat gedomineerd wordt door de mellotron en grote vergelijkenis vertoont met Barclay James Harvest's Summer Soldier dat zo'n twee jaar later het levenslicht ziet. Het is ook weer echt een song van zijn tijd. Een symfonisch prognummer, waarbij de focus meer ligt op harmonie en drama dan op instrumentale krachtpatserij. De fluitsolo in het middenstuk van Ian die het nummer ook schreef. Het nummer duurt wel wat lang, met name omdat het hoofdthema continu terugkeert en op een gegeven moment wat flauw klinkt. Vlak voor The Dance of Puppets had het wel afgelopen mogen zijn.

De productie van de plaat, in handen van de gehele band (inclusief Pete Sinfield) is erg goed. De plaat klinkt warm en ruimtelijk, waarbij geen enkel instrument de ander overheerst. Het is een knappe prestatie dat de plaat nergens lawaaiig of volgepropt klinkt.

Eén ding wat ik nooit heb begrepen, is waarom zoveel mensen Greg Lake zo een fantastische zanger vind. Ik vind hem wel passen bij deze plaat, en zou geen andere zanger kunnen voorstellen, maar ik vind hem verre van bijzonder. Ik vind hem zelfs een beetje saai klinken en ik mis met name wat bezieling in zijn stem. Maar dat is puur persoonlijk.

Ik kan derhalve niet op de hoogste score (ik geef een 9,5) uitkomen, om twee redenen: de wat saaie en vlakke stem van Lake en het wat te lang durende titelnummer. Verder is de plaat nagenoeg perfect, met twee van mijn favoriete King Crimson-leden (McDonald en Giles) heerlijk in hun element. En tja, die album-opener moet wel één van de beste songs uit het omvangrijke genre zijn.

Gast
geplaatst: vandaag om 23:17 uur

geplaatst: vandaag om 23:17 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.