menu

Hier kun je zien welke berichten Murdoc023 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Atmosphere - The Family Sign (2011)

4,5
De verwachtingen voor dit album, waren zeer hooggespannen. Waarschijnlijk te hoog, waardoor het al snel een teleurstelling zou kunnen worden. Daarom moet men blij zijn dat dit album is geproduceerd door de beste producer die actief is op dit moment. Ant, hij is degene die ervoor heeft gezorgd dat deze plaat opnieuw een pareltje is geworden. Ant voelt zich niet te groot om geholpen te worden door andere personen die meewerken aan een song. Zo heeft hij samengewerkt met Nate Collins, de man met de geniale gitaar riff, en Erick Anderson die de sfeer nog eventjes benadrukt met prachtig piano-spel.

Door de veelal gevoelige nummers die doorspekt zijn met gitaar- en piano-melodietjes geeft dit een hele andere sfeer weer dan we gewend zijn van Atmosphere. Dit wordt misschien nog wel duidelijker als men op Slug gaat letten. Toen ik dit album nog niet te vaak had beluisterd, dacht ik dat Slug over zijn hoogtepunt heen was. Hij was niet meer de prachtige verhalenverteller die hij was op When Life Give You Lemons die ook nog een keiharde flow had. Hij heeft nu een andere functie in het geheel met zijn vocalen, hij zorgt ervoor dat het muzikale aspect de nadruk krijgt. Dit doet hij door rustiger te zijn en zelfs te zingen op nummers als The Last To Say, Who I'll Never Be en Something So.

Toch laat Slug zien dat hij nog steeds beheerst waar hij groot mee is geworden. Hij weet nog steeds een verhaal neer te zetten op een manier waarop alleen hij dat kan. Dit laat hij zien in Became, wat op het eerste gezicht een spannend verhaal lijkt, maar waar nog een hele achterliggende gedachte in te vinden is. Hoewel er meerdere interpretaties mogelijk zijn, is het in ieder geval te zien als dat zijn vriend eerst wordt achtervolgt door het slechte en even later zelf het slechte vertegenwoordigt.

Ook laat Slug zien dat hij nog steeds krachtig kan rappen op Just For Show en She's Enough. Deze nummers hebben zo'n beetje dezelfde functie als Shoulda Known en Your Glasshouse op When Life Give You Lemons door de elektronische insteek. Het is een goede afwisseling voor de vele gevoelige nummers.

De genialiteit van Ant is, net zoals bij Slug, te vinden in de diversiteit en afwisseling zonder aan kwaliteit te verliezen. Bad Bad Daddy en I Don't Need Brighter Days zijn voor mij voorbeelden hiervan. In het nummer Bad Bad Daddy blijft de beat zich constant ontwikkelen en het mooie aan I Don't Need Brighter Days zit hem in het tikje tussen de drum door. Door zo'n klein detail wordt het meteen beter, genialer.

Met Ain't Nobody en Your Name Here zijn er ook nog luchtige, vrolijke nummers waar te nemen. Slug maakt duidelijk dat hij niet iedereen die wat van hem wil serieus neemt. Hij verpakt dit op een erg leuke manier, waardoor ik elke keer weer de glimlach op mijn gezicht niet kan verbergen.

Is dit dan allemaal perfect. Nee, natuurlijk niet. Perfectie in de muziek is nog niet uitgevonden en zal zeer waarschijnlijk ook nooit uitgevonden worden. Zo gedraagt Slug zich ietwat vreemd op het nummer Bad Bad Daddy. Wel wordt dit gecompenseerd door de meest innovatieve beat van het album.

The Family Sign begint met een drieluik en eindigt ook met een drieluik. Ook deze drie nummers weten zeker te overtuigen, vooral Something So. Hier laat Slug zich weer van zijn rustige kant zien op een melancholische productie.

Zo komt het er voor mij op neer dat When Life Give You Lemons overtroffen is door The Family Sign. Dit is vooral te danken aan Ant en zijn "hulpjes". De rustige producties spreken mij erg aan en deze zorgen ervoor dat The Family Sign de perfectie wel heel erg weet te benaderen.


CunninLynguists - Oneirology (2011)

4,0
Ik heb dit nu vaak genoeg beluisterd om een definitief oordeel te geven. Dit is een gewoon een goed album met een duidelijk concept. Het is een goed geheel, waar ik sowieso altijd blij van word. Het gaat over dromen en daar hoort dan ook een dromerige stijl bij.

Predormitum is een erg goed nummer en een goede opener. De sample van Biggy Smalls is ook erg leuk gedaan en geeft zeker wel wat extra's aan het nummer.
Dan volgt Darkness, waarin Anna Wise een grote rol heeft. Ze heeft een mooie stem en voegt ook zeker wel wat toe aan het geheel. Het zorgt voor wat afwisseling en dat mis ik toch wel een beetje in het geheel. De beatwisseling in het nummer had van mij niet gehoeven.

Dan komt een erg hard stuk, wat in het midden ligt tussen een interlude en een normaal nummer. Phantasmata is een hoogtepuntje maar duurt jammer genoeg erg kort.

Vervolgens Hard as They Come, de single van het album. Toen ik dit voor het eerst hoorde vond ik het een heel aardig nummer, nu begint het wat te vervelen. Freddie Gibs is niet echt speciaal.
Murder is gewoon weer een goed nummer, waarbij Big KRIT het zeer verdienstelijk doet.

My Habit maakt gebruik van een stemsample en die komt zeer aardig uit de verf. Het nummer zie ik als een soort intro van Get Ignorant, wat ik het als het hoogtepunt van Oneirology beschouw. De beat is keihard, alleen ik snap niet zo goed wat het nummer met het thema te maken heeft. Kno's flow op dit nummer vind ik wel prima, alleen de teksten zijn nogal nietszeggend. Dit nummer doet mij het meest denken aan Death is Silent, met snelle drums.

Shattered Dreams is weer zeer dromerig en klinkt zeer stabiel. Zeker geen hoogtepunt, maar past goed in het geheel. De tweede drop in het nummer klinkt erg hard, het einde is spacend en weer een soort van intro op het volgende nummer:

Stars Shine Brightest, de andere single. Deze single is veel beter uitgekozen, want het past een stuk beter in het plaatje van Oneirology. Weer een lekker dromerig nummer. De beatwisseling is eindelijk iets gewaagd en klinkt wel oke, maar niet hoogstaand.

Dan een tweede interlude (ik zie Phantasmata ook als een interlude). So as Not to Wake You klinkt zeer goed en het is weer jammer dat dit zo kort duurt. Zonde.

Enemies with Benefits is het tweede hoogtepunt. Tonedeff komt zeer dik en een space geluid door de beat heen maakt het af.

Looking Back vond ik aanvankelijk een vervelend nummer, maar dit is totaal omgeslagen. Na vaak genoeg de akoestische versie gehoord te hebben, is het kwartje gaan vallen. Anna Wise doet het fantastisch, zij is de enige artiest samen met Tonedeff die echt iets toevoegt. Veel passie en gevoel zit er in deze track.

Dan komt er iets waar ik me aan erger, Dreams. Het begin gaat nog wel, maar dan komt Tunji. Bleghh. Dit nummer had er van mij zeker af gemogen. Nou ja, de beat zelf is niet eens zo slecht, maar Tunji is gewoon hinderlijk. Het is ook nog eens het langste nummer van het album, jammer.

Hypnopomp en Embers vormen het einde van Oneirology. Embers is een zeer vet slot van wat uiteindelijk gewoon een goed album is geworden. Het had af en toe misschien wel iets gewaagder gemogen. Toch is dit een erg goed geheel, met een paar erg sterke tracks.
4*

Gorillaz - Plastic Beach (2010)

5,0
Gorillaz is voor mij zo'n beetje het ultieme wat muziek betreft. Er zit alles in, wat muziek zo goed en mooi maakt. In plaats van zich vast te klampen aan een genre, gaat Damon Albarn gewoon zijn eigen weg. Inspiratie haalt hij overal vandaan, Plastic Beach is een mengelmoes van hiphop, rock, klassieke muziek, dub en dat alles is in een electronisch jasje gegoten. Verder heeft hij van het nieuws dat er een plastic eiland ontstaat in de oceaan een eigen muziek-experience gemaakt.

Zo op het eerste gezicht als je naar de tracklist kijkt denk je: Aardig, niet meer, niet minder. Dat klopt, geniale tracks als Rhinestone Eyes, Stylo, Empire Ants en Plastic Beach worden afgewisseld door doorsnee nummers als Sweepstakes, Broken en Glitter Freeze.

En ga dit album nu eens op een andere manier beluisteren. Rook een jointje, drink een paar biertjes, ga op je bed liggen met een goede koptelefoon en zet Plastic Beach op. Ik wist niet wat ik meemaakte. Zo mooi, zo sferisch, rillingen kreeg ik ervan. Vanaf de intro tot Pirate Jet word je meegesleurd in "Another world in a universe" om maar even met de woorden van Bobby Womack te spreken.

De sferische intro, het vervolg met de lome Snoop Dogg, de fluit in White Flag, de ommekeer in Empire Ants, het spacende in Glitter Freeze, Lou Reed en het dubben in To Binge. Het is allemaal even heilig. Plastic Beach is een muzikaal feest, waarbij het lijkt alsof het wel voor mij gemaakt moet zijn. Snoop Dogg, the Lebanese National Orchestra for Oriental, Kano, Lou Reed, The Clash en Mos Def. Welke idioot kan bedenken dat deze artiesten bij elkaar op een album gezet worden, waarbij het ook nog eens een geheel is. En wat voor een geheel. Een geheel waarbij ook nummers als Sweepstakes, Glitter Freezen en Broken geniaal worden. Damon Albarn is het bindmiddel, hoe kan het ook anders. Damon Albarn is een held, zo iemand verdient een standbeeld.

Het resultaat van dit alles? Een album wat ik op kan blijven zetten, al is het de hele dag. Dit zal waarschijnlijk niet snel overtroffen worden, tenzij Damon Albarn weer met iets geniaals aan komt zetten. Wie weet wat het wordt met Flee. Je weet het echter nooit, Damon Albarn doet gewoon wat hijzelf leuk vind en hij ziet wel of de mensen het wat vinden.

Een diep respect. 5*, omdat meer niet mogelijk is.

Kendrick Lamar - To Pimp a Butterfly (2015)

5,0
Toen Kendrick Lamar wat bekendheid begon te krijgen en ook hier op deze site hoog scoorde met GKMC vond ik dit totaal niet interessant. Ik zag hem kort optreden in DWDD waar hij een minuutje het refrein van Swimming Pools deed en vrienden van mij speelden een drankspel met dit nummer. Als er Drank werd gezegd moest iedereen drinken.. hahaha. Dus had ik een idee van de zoveelste rapper die geen reet geeft om teksten en makkelijk probeert te scoren. Hoef ik niet te luisteren, dacht ik toen.

Een paar jaar later hoorde ik dat Lamar de Pullitzer prijs had gewonnen voor zijn lyrics. Dus moest ik hem toch maar een kans geven. En na GKMC helemaal grijsgedraaid te hebben kocht ik de vinylversie van TPAB op de gok, wat ik normaal nooit doe maar ik dacht ik vertrouw Kendrick wel onderhand. En wat een plaat had ik gekocht. Een meesterwerk, zo weet ik nu. Een ongekend theatrale voorstelling waarin alle mogelijkheden van rap ten volle worden benut. GKMC voelde aan als een film door de interludes, TPAB is een gehele theaterproductie met een gedicht waarin elke line het thema aanduidt van een nummer. Hoe verder het album vordert hoe meer de bezoeker te horen krijgt van het gedicht dat Kendrick voorleest aan zijn idool 2PAC.

Het album verhaalt over Kendrick die zijn eerste liefde (Compton) heeft verlaten voor de roem en aandacht die hij van de wereld krijgt. Hij heeft zijn weg uit de ghetto gevonden maar de vraag die hij zichzelf stelt is of hij wel echt de leider of profeet kan zijn als hij zijn eigen roots verwaarloost. En dat hij zijn roots heeft verwaarloost wordt duidelijk tijdens de scene "u". Waar hij rapt als een dronkelap, waar je de drank hoort kletteren en de wanhoop hoort zegevieren. Waar was Kendrick toen zijn zus als tiener een kind kreeg, waar was zijn invloed die hij van zichzelf zegt te willen zijn? Waar was Kendrick toen zijn homie stierf in het ziekenhuis? Kendrick is geen leider, maar een egoïst die zijn roots verlaat voor geld en faam, aangeboden door Uncle Sam (als representatie van kapitalistisch Amerika) en Lucy himself op de interludes For Free en For Sale. Maar geld en faam maken Kendrick niet gelukkig en zelfs zijn creativiteit, rapskills en lyricism kunnen hem niet helpen van zijn "survivors guilt". Hij voelt zich schuldig tegenover de achterblijvers in de ghetto en deze struggle, deze tegenstelling tussen het willen maken en je familie niet verlaten brengt Kendrick in een depressie.. Dit raakt aan een veel groter, universeel thema dat terugkomt in het buddhisme waar de verlichte Buddha Nirvana heeft bereikt (ophoudt met reïncarneren, de rust heeft gevonden in de leegte) maar toch terug het leven in gaat om de rest van de mensen te verlichten.

En Kendrick gaat terug naar huis, terug naar zijn geloof (christelijke thema is opnieuw sterk aanwezig), terug naar zijn familie, terug naar de woorden van zijn moeder: "You ain't gotta lie to kick it, my nigga." Terug naar zijn zelfliefde in "i", maar met een wijsheid rijker die hij graag wil verspreiden, namelijk dat je geen respect kan eisen van een ander zonder zelfrespect. En dit is een boodschap voor de zwarte community in Amerika ("I'm the biggest hypocrite of 2015... ...killing a nigga that's blacker than me" van The Blacker the Berry), maar opnieuw vrij universeel te interpreteren. Al geeft Lamar zichzelf ook alle ruimte om zijn frustratie te uiten richting rascistisch Amerika, richting de politiek (Democrips versus Rebloodicans) en de rapindustrie in Hood Politics.

En al die verschillende emoties (macht, faam, de King, wanhoop, zelfreflectie, haat) zijn een eigen personage binnen het album met een eigen stem en een eigen flow. Bovendien rapt Kendrick als het personage van de duivel in For Sale. En dit hele album is uiteindelijk een multi-dimensionale versie van het gedicht dat Kendrick heeft geschreven aan 2PAC waar hij op het eind een vraaggesprek mee heeft.

En nu heb ik het alleen nog maar over de lyrics gehad en dan ook nog puur globaal. Dit album is extreem rijk aan diepte en gelaagdheid. Niet alleen tekstueel, maar zeker ook muzikaal. Ook hier zien we de dualiteit terugkomen die in Kendrick zit. Er staan zowel oldskool boombap hiphop tracks op de plaat als newskool trap (Alright), experimentele jazz (For Free, u, afsluiting The Blacker The Berry), funkbeats (King Kunta) en een swingende groove op "i". Er zijn veel beatwisselingen die overeenstemmen met de stemmingwisselingen in de lyrics (zoals op het nummer "u" waar de beat gedempt en vertraagd wordt alsof Kendrick in een dronken waas zit) en het album staat vol met oude funk- en jazzsamples. Dit album zou puur instrumentaal al heerlijk zijn om te luisteren en daar komt de stem van Kendrick nog bovenop die zowel smooth kan klinken als rauw als een doorgewinterde blueszanger met flows en rhymeskills die ik niet ken van andere rappers.

Is het album pretentieus? Zeker, maar dan wel op weergaloze wijze en de pretentie waarmakend. Je moet er even voor zitten en echt willen luisteren, maar goed wie gaat er dan ook naar een theatervoorstelling om oppervlakkig het schouwspel te bekijken?

Kno - Death Is Silent (2010)

4,5
Death is Silent is voor mij de opening geweest naar het hele CunninLynguists oeuvre. De eerste track die ik bij de release van deze plaat hoorde was Loneliness. Dit is natuurlijk een prachtige kennismaking met een beatmaker die ik nu als de beste in zijn vak beschouw. Het was een nummer zoals ik het nog niet vaak gehoord had in Hip-Hop. Veel gebruik van stem-samples, een dikke beat, die gelijk ook heel subtiel klinkt, en een prachtig refrein. Hier moest ik meer van horen.

Daarna ben ik het gehele album gaan beluisteren. Ik had gelezen dat dit ook wel beschouwd werd als emo-hop, maar zo heb ik het eigenlijk nooit bekeken. Natuurlijk, de cover heeft zeker iets emo-achtigs, maar het is eerder gewoon heel mooi. Ook de beats vind ik niet emo. Het thema is de dood en daar horen nou eenmaal grauwe beats bij.

Het album is een zeer constant geheel met een prachtige duistere sfeer. Het is te vergelijken met The National, wat ook grauw en mooi tegelijk is. Maar om zo'n sfeer toe te passen op hip-hop had ik niet voor mogelijk gehouden.

De gast-artiesten zorgen voor een prettige afwisseling, vooral Deacon the Villain doet het fantastisch op Spread Your Wings en ook Tonedeff is aan. De gastartiesten zijn ook wel nodig, want 45 minuten luisteren naar de houterige raps van Kno is te lang. Op deze manier wordt zijn enige minpuntje gecompenseerd. Verder worden de instrumenten op een prachtige manier ingevoegd, vooral de fluit in Graveyard is verrassend en voegt zeker wat toe.

Is er dan helemaal niks mis mee? Nou, eigenlijk niet. Ik zou niet zomaar een aantoonbaar minpunt kunnen noemen. Na deze plaat helemaal grijs gedraaid te hebben, ben ik begonnen aan CunninLynguists. Ook tof, maar het niveau van Death is Silent wordt niet gehaald. Nou ja, misschien dat A Piece of Strange dezelfde kwaliteit biedt, maar dit thema staat mij meer aan.

Vrijwel alles klopt, producties en teksten van een hoog niveau, mooi uitgewerkt thema. 4,5*

The Doors - The Doors (1967)

5,0
Debuut van the Doors, niets minder dan een uiting van revolutie. De tijdsgeest gevangen in een plaat. Genialiteit die gepaard gaat met gekte, die hier nog prettig tot uiting komt door Morrisson. De teksten zijn poetisch, al duurt het even voordat een interpretatie ervan zich begon te vormen. Maar als het eenmaal op gang komt, komt er geen einde aan. Oneindigheid heeft hij willen creeeren en ondanks dat het album een eind heeft, lijkt het eeuwig door te gaan. Constant dat rustige getrommmel gevolgd door een uitbarsting van energie op muzikaal en vocaal vlak. Dat werkt hypnotiserend en doet me denken aan psychedlische figuren en zie gelijk een veld vol met hippies die lekker zweverig de zinloosheid van ambitie tentoonspreiden.

Father, yes son, I want to kill you,
mother, i want aaightyeah


Het losmaken van jezelf van alle opvoeding. Alles op jouw manier, zonder te weten waar het heen gaat. De dood waaruit men niet meer opstaat of het bewustzijn tijdens een trip.

Grenzen opzoeken is niet interessant. Dit album begint bij de grens en laat zich niet stuiten en toch sluit het af met the End.

The Wailers - Catch a Fire (1973)

5,0
Bob Marley & The Wailers. Fascinerend, dat is het zeker. Op jonge leeftijd leerde ik Bob Marley kennen als een legende, zoals iedereen op een gegeven moment kennis maakt met de groten der aarde. Waarom dit de de legendes zijn is mij niet altijd duidelijk. Zo ook bij Robert Nesta Marley.

Want hij is niet de enige reggae-artiest in de jaren '70 die uit Jamaica komt. Het barst er van, van de geweldige artiesten en bands die de woorden van Jah verkondigden. Toch kent vrijwel niemand een van deze artiesten, terwijl iedereen Bob Marley kent. Het maatschappelijk geengageerde woord van Marley zal ook een rol spelen in de hype. Al verkondigt hij net zoveel reggae cliches als de anderen.

Ik verdiepte me graag in de reggae, maar van Bob Marley luisterde ik eigenlijk alleen maar de hits. Het klinkt allemaal wat poppy. Misschien ook wel omdat het altijd tussen de bekende popnummers werd afgespeeld.

De aankondiging dat The Wailers vrijwel bij mij om de hoek komen optreden gaf mij aanzet om het gehele oeuvre te gaan bestuderen. Te beginnen bij Catch A Fire, de klassieker, waarmee de hype begon.

Niks van de poppy hits, dit is authenticiteit in zijn puurste vorm. Romantisch ook, wat waarschijnlijk ook wel een belangrijk aandeel heeft in de hype. Dit album laat mijn verbeelding spreken.

Ik waan me in een vruchtbaar land met weedplanten zo groot als bomen. Een soundsystem, echte roots, en wat steppende dreadlocks die genieten van de ruimte en vrijheid. De straten in de ghetto's van Kingston, waar Rastafaris geloven in vredig Zion, ondanks de criminaliteit die is gestegen tot grote hoogten. Vervolgens een slavenplantage, waar de slaven uitgebuit worden en zingen om de moed er in te houden:

Slave driver, the table is turned.
Catch a fire, so you can get burned.

Dan op het strand met een meisje genieten van de zonsondergang. De rook vervaagt voor het zicht van de oranje gloed. De heerlijke geur, het moment.

Dit alles uitgedrukt in muziek. Geluid in harmonie. Zou dit de basis zijn voor de legende? Ik weet het niet. Voor mij persoonlijk is dit de basis.

We don't need no more trouble, what we need is love