menu

Hier kun je zien welke berichten Chronos85 als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Miles Davis - A Tribute to Jack Johnson (1971)

4,0
Right Off is jam-rockjazz van de hoogste plank! Misschien is Miles Davis niet de meest technische trompettist allertijden. Een goede bandleider is hij absoluut! Hij bracht op de juiste momenten de juiste artiesten bijelkaar en gaf ze net die subtiele sturing zodat ze het best tot hun ontplooiing konden komen en zodat een coherente sfeer gecreeërd zou worden. Yesternow is mijns inziens een stukje eentoniger dan Right Off, maar ook zeker de middelmaat ontstijgend! 4*

Mumford & Sons - Sigh No More (2009)

3,0
Mumford & Sons – Sigh No More

Toen ik een paar weken geleden Mumford & Sons voor het eerst beluisterde kreeg ik het gevoel dat ik dit al heel lang zou moeten kennen. Het kwam zo vanzelfsprekend voor, alsof M. & Zonen (vergelijkbaar met Arcade Fire) al een jaar of vijf een gevestigde naam was in de indie-folkrockscene. Ik bleek er helemaal naast te zitten. Ten eerste bleek het album 'Sigh No More' hun eerste te zijn, en ten tweede bleek het album nog maar net (vanaf 9 oktober) uit te zijn. Ook bleek de band uit de Engelse (Londense) folk-scene te komen, ja écht waar een Engelse folk-scene.! Mijn eerste associaties waren meteen Mother Nature's Son, Blackbird en I've just seen the face van the Beatles, de laatste misschien wel het eerste moderne Engelse folkliedje. Uit mijn geheugen haalde ik verder de namen van slechts een handjevol artiesten: Fairport Convention, Nick Drake, John Martyn, Vashti Bunyan en ik twijfelde over Graham Nash; die werd toch meer folk-artiest toen hij verhuisde naar de V.S.. Toen ik er langer over nadacht realiseerde ik me dat ondanks dat folkmuziek 'roots' heeft in dit land vol tradities, ik toch nauwelijks folkartiesten uit Albion kon noemen.

Enfin, vanaf 2007 is er in Engeland een folk-(rock)scene in opkomst met Londen als kloppend hart. Laura Marling is tot nu toe de enige artiest die het, bij mijn weten, gelukt is door te breken in eigen land. Marling heeft tot nu toe al twee televisieoptredens op haar naam staan (bij Craig Ferguson en Jools Holland). Zij speelde ook mee op het laatste album van the Mystery Jets, en op het eerste album van de tweede exponent van deze scene, Noah & the Whale. Verder kom ik namen als Johnny Flynn, The Lightyears, Jay Jay Pistolet en Emmy the Great tegen maar nog niet écht de muzikale zwaargewichten waar wij (wij Chronos in elk geval) toch stiekem op hopen. (http://songza.fm/blog/london-folking/)

Dan hoor je anno 2009 Mumford & Sons en plaats je dit in eerste instantie niet in Engeland (behalve de stem van de zanger dan). De link met bijvoorbeeld eerdergenoemde artiesten (Fairport Convention, Nick Drake etc.) hoor ik écht niet. Waar bijvoorbeeld het Amerikaanse Fleet Foxes duidelijk uit een rijk jaren zestig verleden put (Beach Boys, CSNY, Grateful Dead, the Band), tapt Mumford & Sons uit een heel ander vaatje. De bombastische stijl met piano, strijkers en koperblazers doet denken aan the Arcade Fire, the National en Bruce Springsteen. Het is dan ook niet geheel toevallig dat het album geproduceerd is door Markus Dravs, producer van o.a. Neon Bible. Volgens een interview met Clashmusic (http://www.clashmusic.com/feature/mumford-sons-interview) hebben ze door gemeenschappelijke bewondering voor the Arcade Fire Dravs benaderd en hem gewoon gevraagd, ook hun album te produceren (vergelijkbaar met the Maccabees die hetzelfde deden). De stem van zanger Marcus Mumford, en zijn manier van zingen doen, zoals in een eerder bericht werd gezegd, denken aan die van Michael Stipe (REM) maar ook het geluid van Peter Gabriel is niet ver weg. Behalve de genoemde associaties lijkt het alsof M&S erg geïnspireerd wordt door een 'rootsier' keltisch folkgeluid: The Dubliners, the Waterboys, alleen wordt dit heel subtiel gebracht (in de intonatie van de zanger en d.m.v. de versnelde banjo/mandoline).

Men kan Mumford & Sons als een ambitieus project zien. Veel toeters, blazers, arrangementen en opzwepende tempo's. Deze muziek is niet alleen bedoeld voor de stoelzitters op het balkon in Paradiso. De spanning in nummers wordt vaak opgebouwd met soms een Arcade Firesque (mooi om dat woord eens te gebruiken) climax. Ook gitaarsolo-gedeeltes zijn bij M&S geen taboe. Dit alles wordt gecombineerd met de getormenteerde stem van Marcus Mumford. Mumford zingt alsof het zijn levensmissie betreft. Hij komt over als dominee, zendeling en heeft soms zelfs iets profetisch over zich heen. Begaafdere stervelingen dan ik kunnen daarover beter schrijven, dus de behandeling van de teksten laat ik aan anderen over. Dat Mumford & Co ook humor hebben en kunnen lachen blijkt uit (http://www.youtube.com/watch?v=UPM-8dA74h0&feature=related) een erg komisch interview voor Absolute Radio.

Wat ik in elk geval wil meegeven (grappig, lees net dat Predator dezelfde woorden heeft gebruikt, terwijl ik bezig was met het schrijven van mijn review): 'believe the hype!' Het is naar mijn idee terecht dat het debuutalbum 'Sigh No More', na 100 stemmen een gemiddelde scoort dat hoger ligt dan 4.10 (!). Het is muziek die mij persoonlijk flink heeft geraakt. Het ontroert, het swingt, het rockt en bovenal: het overtuigt! Mumford & Sons is absoluut geen meelifter op successen van andere bands, zoals eerder genoemd is. Zelf hebben ze gezegd in een interview dat ze ook 18 maanden geleden het album hadden kunnen opnemen maar dat ze daarmee wilden wachten tot 'de tijd rijp was'. Met het uitbrengen van twee ep's en een hoop getour hebben ze inmiddels een aardige fanschare opgebouwd waardoor het gevaar voor te snel, teveel media-aandacht en teleurstellingen na het uitkomen van het eerste volledige album, en de eerste live-shows daarna (ik noem het het Pitchfork-syndroom), vermeden wordt. De live-versies die ik op Youtube heb gehoord klinken ook veelbelovend dus ik zou zeggen: Pitchfork kom maar op!

5* (en op dit moment een positie in mijn Top 10 van het jaar 2009)

Muse - Absolution (2003)

3,5
Ik was vroeger een groot liefhebber van Muse maar inmiddels is die liefde aardig bekoeld. Noem het voortschrijdend inzicht, noem het een andere levensfase. Hoe dan ook blijft Absolution een aantal aardige nummers houden. Het nummer wat er voor mij echter bovenuit steekt is het op deze site verguisde Endlessly. Één van de weinige nummers op het album waar geen dramatische climax in zit. Aero vergeleek het met de experimenteerdrift van Radiohead. Hier zit zeker wat in, maar vreemdgenoeg vind ik de Radioheadesque nummers van Muse het best. Muscle Museum en Hate This and I'll Love You het beste. Endlessly is net als laatstgenoemde nummer een liefdesnummer, een genre waar ik normaalgesproken mee op heb. Bij deze nummers kan ik de cliché's op één of andere manier waarderen.

Ook de echte rockers, Stockholm Syndrome en Hysteria vind ik goed te pruimen. Butterflies and Hurricanes heeft mooie doch (van Rachmaninoff?) gejatte pianointerludes, de bombast van Apocalypse Please kan ik in een goede bui ook waarderen en Time is Running Out is een aardige single. De titeltrack en Falling Away with You hebben daarentegen weer een vervelende pathos over zich en ook de andere nummers vallen wat tegen.

Het album mist daarbij de eenheid van Origin of Symmetry en de jeugdige onbezonnenheid van Showbizz.

Absolution is een typisch singles-album en wat mij betreft van een aardige band (maar niet meer dan dat). Vanwege het jeugdsentiment toch nog 3.5*

Muse - The Resistance (2009)

2,5
Ayreonfreak schreef:
Na nadere bestudering kom ik tot de conclusie dat dit album weinig origineel is, maar daardoor in de popmuziek toch wel weer origineel. HUH? De songs zijn her en der uit de (klassieke, pop en film) muziek bij elkaar gejat. Riedeltjes van Queen, fragment stukken uit de filmwereld, stukken nagenoeg gekopieerd uit klassieke muziek, je kunt het zo gek niet bedenken. Maar door dit allemaal te koppelen en er toch een eigen touch aan mee te geven brengt het toch iets avontuurlijks.


Hmm, ja ik merk dit ook en snap dat het best dat Muse een eigen geluid heeft, alleen al door de stem van Bellamy. Deze valt me echter op dit album een beetje tegen. De mini-opera daargelaten vind ik het album iets te gemakkelijk gemaakt en missen de nummers stuk voor stuk de overtuigingskracht.

Ik weet niet of ik of iemand anders het al op het forum had gezet maar op NME.com was na het verschijnen van Uprising een topic geopend waarbij mensen konden aangeven op welke nummers dit nummer wel niet leek. Seven Songs That The New Muse Single Reminds Us Of - In The NME Office - NME.COM - The world's fastest music news service, music videos, interviews, photos and free stuff to win Ik zou zeggen, lees de reacties.

Voor een band, die weliswaar invloeden erkent, maar ook pretendeert meesterwerken te schijven is dit toch echt een zwaktebod. Shoot the Runner, Personal Jesus etc. Het is zowel veel vaker als veel beter gedaan. Matt Bellamy is geen Eric Clapton die traditiegetrouw Robert Johnson nadoet. Super Massive Black Hole vond ik persoonlijk een stuk overtuigender dan Uprising.

Ook het Queen-achtige van USOE is iets waar ik een aantal keer om glimlach maar na volgende week waarschijnlijk nooit meer opzet. Instrumentaal en vocaal klopt het allemaal en het pianowerk is fantastisch maar het is teveel pastiche om een lang leven op mijn Ipod beschoren te zijn.

Een opera maken ligt, zoals eerder gezegd, erg in de lijn der verwachtingen van een band als Muse. Het funky SMBH en het hypnotiserende Take A Bow vond ik daarom wel welkome afwisselingen en zelfs Starlight (niet mijn favoriet) raakte een snaar bij mij.

Ik zou er geen moeite mee hebben als het bombastische op een volgend album vervangen zou worden door een kalmer geluid. Meer acoustische nummers of meer 'funky hooks'. Matt Bellamy kan veel kanten met zijn stemgeluid op en ook de band is behoorlijk veelzijdig dus daar zal het niet aan liggen.

Waarschijnlijk klinken deze nummers en vooral de mini-opera live allemaal weer heel erg goed maar dit album als geheel is niet echt aan mij besteed ben ik bang... 3*