Hier kun je zien welke berichten OscarWilde als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.
Marlon Williams - Make Way for Love (2018)
5,0
1
geplaatst: 21 februari 2018, 19:11 uur
Af en toe passeert er een album, zo goed als uit het niets, waarbij het vanaf de eerste luisterbeurt duidelijk is dat een plek in de hoogste regionen van het eindejaarslijstje een certitude is. Make way for love van Marlon Williams is zo’n album. Reeds vanaf de eerste galmende zanglijn op opener Come to me wordt een sfeer van nostalgie opgewekt, wat enkel wordt versterkt door de al even galmende gitaartjes, het soort reverb dat ook de betere popmuziek van de jaren ’50 en ’60 definieert.
Marlon Williams grijpt terug naar een periode in de muziekgeschiedenis die niet onontgonnen is. Vorig jaar had je, eveneens vroeg op het jaar, de zelfverklaarde croonerplaat van Cameron Avery, bassist van Tame Impala. En ook pakweg The Last Shadow Puppets grijpen graag terug naar artiesten als Lee Hazlewood, The Walker Brothers of Roy Orbison. Maar waar Avery de diepte van zijn zangstem opzoekt en The Last Shadow Puppets op hun laatste plaat misschien een tikkeltje te veel viriliteit wouden tonen, vertrekt Williams vanuit een andere invalshoek.
Hij schreef deze plaat na de breuk met Aldous Harding, de singer-songwriter die net als de zanger uit Nieuw-Zeeland komt. Uiteengedreven door het leven van de reizende muzikant, doorbrak de breuk zijn writer’s block van twee jaar, waarna hij de nummers op Make way for love in een mum van tijd neerpende. En het resultaat staat verder van de country, nu ja, van zijn debuutplaat, maar doet vanwege de pathos en de klankkleuren eerder denken aan Roy Orbison, Elvis Presley, The Walker Brothers, Chris Isaak of recenter Richard Hawley of in mindere mate M. Ward.
Maar Williams’ stem klinkt nog net dat tikkeltje tijdlozer dan die twee laatsten, en weet de melancholie die een break-up plaat moet opwekken perfect te vatten. Niet dat alles beperkt blijft tot de (heerlijke) in reverb gedrenkte tristesse, zoals op de prachtige single What’s chasing you of het mijmerende Beautiful Dress. Zo klinkt Party Boy bitsiger en zweeft The Fire of love in een iets rijker instrumentarium, waardoor het klankenpallet op het album voldoende wordt uitgebreid om de hele tijd te boeien. I know a jeweller heeft van alle nummers dan weer de grootste country vibe.
Hoogtepunt van de plaat is misschien wel het duet Nobody gets what they want anymore, voortgestuwd door enkele gitaarakkoorden, en gezongen als duet met zijn ex Aldous Harding (die hem dus heeft geïnspireerd deze plaat te schrijven doordat hun relatie stuk is gegaan). Faut le faire, maar het zorgt wel voor oprechte en oprecht mooie muziek.
En het is deze oprechtheid, samen met de geweldige stem van Marlon Williams, die ervoor zorgt dat Make way for love geen ode of pastiche is, maar ondanks de associatie met bovenstaande artiesten wel een eigen gelaat en gevoel heeft. Om die reden kan het vergeleken worden met Goon van Tobias Jesso Jr., die ook duidelijk geluisterd had naar Billy Joel, Randy Newman of John Lennon, maar toch een eigentijdse, eerlijke en consistente plaat wist te maken. Reden genoeg dus om plaats en vooral tijd te maken voor dit prachtige album.
Marlon Williams – Make way for love | De Profundis - wp.me
Marlon Williams grijpt terug naar een periode in de muziekgeschiedenis die niet onontgonnen is. Vorig jaar had je, eveneens vroeg op het jaar, de zelfverklaarde croonerplaat van Cameron Avery, bassist van Tame Impala. En ook pakweg The Last Shadow Puppets grijpen graag terug naar artiesten als Lee Hazlewood, The Walker Brothers of Roy Orbison. Maar waar Avery de diepte van zijn zangstem opzoekt en The Last Shadow Puppets op hun laatste plaat misschien een tikkeltje te veel viriliteit wouden tonen, vertrekt Williams vanuit een andere invalshoek.
Hij schreef deze plaat na de breuk met Aldous Harding, de singer-songwriter die net als de zanger uit Nieuw-Zeeland komt. Uiteengedreven door het leven van de reizende muzikant, doorbrak de breuk zijn writer’s block van twee jaar, waarna hij de nummers op Make way for love in een mum van tijd neerpende. En het resultaat staat verder van de country, nu ja, van zijn debuutplaat, maar doet vanwege de pathos en de klankkleuren eerder denken aan Roy Orbison, Elvis Presley, The Walker Brothers, Chris Isaak of recenter Richard Hawley of in mindere mate M. Ward.
Maar Williams’ stem klinkt nog net dat tikkeltje tijdlozer dan die twee laatsten, en weet de melancholie die een break-up plaat moet opwekken perfect te vatten. Niet dat alles beperkt blijft tot de (heerlijke) in reverb gedrenkte tristesse, zoals op de prachtige single What’s chasing you of het mijmerende Beautiful Dress. Zo klinkt Party Boy bitsiger en zweeft The Fire of love in een iets rijker instrumentarium, waardoor het klankenpallet op het album voldoende wordt uitgebreid om de hele tijd te boeien. I know a jeweller heeft van alle nummers dan weer de grootste country vibe.
Hoogtepunt van de plaat is misschien wel het duet Nobody gets what they want anymore, voortgestuwd door enkele gitaarakkoorden, en gezongen als duet met zijn ex Aldous Harding (die hem dus heeft geïnspireerd deze plaat te schrijven doordat hun relatie stuk is gegaan). Faut le faire, maar het zorgt wel voor oprechte en oprecht mooie muziek.
En het is deze oprechtheid, samen met de geweldige stem van Marlon Williams, die ervoor zorgt dat Make way for love geen ode of pastiche is, maar ondanks de associatie met bovenstaande artiesten wel een eigen gelaat en gevoel heeft. Om die reden kan het vergeleken worden met Goon van Tobias Jesso Jr., die ook duidelijk geluisterd had naar Billy Joel, Randy Newman of John Lennon, maar toch een eigentijdse, eerlijke en consistente plaat wist te maken. Reden genoeg dus om plaats en vooral tijd te maken voor dit prachtige album.
Marlon Williams – Make way for love | De Profundis - wp.me
Meilyr Jones - 2013 (2016)
4,5
0
geplaatst: 29 maart 2016, 19:37 uur
Ooit was er een tijd dat gelukkig zijn geen overweldigend levensdoel was, maar dat het net bon ton was om gekweld te worden door Ichschmerz en Weltschmerz. Deze gevoelens van reddeloosheid en zinloosheid waren vaak de inspiratiebron voor literaire en andere meesterwerken, denk maar aan de Lake Poets of Goethe. Lijden stuwden genieën in de richting van grootse verwezenlijkingen. In 2013 moet Meilyr Jones ongetwijfeld aan deze inspirerende voorbeelden gedacht hebben. Zijn relatie liep op de klippen en zijn band, Race Horses, spatte na een sterke tweede album uit mekaar. De Welshmen deed wat elke zichzelf respecterende oude ziel zou doen; hij trok naar Rome. Zijn debuut als soloartiest staat dan ook in het teken van zijn persoonlijke Grand Tour, zijn omzwervingen in de Eeuwige Stad en hoe de dwalende Jones hier opnieuw het juiste pad vond.
Meilyr Jones, klassiek geschoold maar met een hart voor popmuziek, tracht op alle mogelijke manieren zijn zielenroerselen te veruitwendigen. Soms doet hij enkel beroep op zijn breekbare stem en een piano, zoals op Refugees, soms gaat het net de tegenovergestelde richting uit, met een heus orkest, bestaande uit vrienden en vrienden van vrienden. Het is die verrassende ontdekkingsreis, doorheen de grote thema’s van het menselijke bestaan, maar eveneens doorheen de muziekgeschiedenis, die van 2013 een bijzonder en ambitieus album maakt, doordrenkt met heel veel authenticiteit en passie.
Jones toont zich doorheen het hele album een liefhebber van eclecticisme. Nummers als Passionate Friend en Return to Life zijn groots en meeslepend, met orkest en koor. Rome en Love zijn eveneens klassiek instrumentaal begeleid, maar zijn eerder ingetogen en krijgen meer ruimte om te ademen. In Rain in Rome passeert een Renaissance-koor en op Olivia zorgt de explosie zowaar voor een Carl Orff moment. Meilyr Jones was in 2013 in grote nood en schuwt de grote gebaren niet om dit muzikaal van zich af te schudden. Featured Artist, leunt net zoals de openingstrack eerder tegen traditionele pop aan, maar is ook meer dan gemiddeld gedecoreerd.
2013 zal ongetwijfeld niet naar ieders smaak zijn. Jones’ stem is soms filterdun, de muziek vaak springerig en grillig. Voor de liefhebber van klassiek is het mogelijk te rechtlijnig, voor liefhebbers van popmuziek mogelijks te klassiek. Maar het is een authentiek egodocument, een moderne vertaling van de Romantische gedachte dat omgeving en ziel corresponderen en dat woord en muziek als geen ander dienen om deze woelige strijd te vereeuwigen. Alleen al vanwege de veelzijdigheid, ambitie en authenticiteit verdient dit album een hele hoop aandacht en erkenning.
Volledige recensie: Meilyr Jones – 2013: Das Leiden des Jungen Meilyr | De Profundis - jverhelst.wordpress.com
Meilyr Jones, klassiek geschoold maar met een hart voor popmuziek, tracht op alle mogelijke manieren zijn zielenroerselen te veruitwendigen. Soms doet hij enkel beroep op zijn breekbare stem en een piano, zoals op Refugees, soms gaat het net de tegenovergestelde richting uit, met een heus orkest, bestaande uit vrienden en vrienden van vrienden. Het is die verrassende ontdekkingsreis, doorheen de grote thema’s van het menselijke bestaan, maar eveneens doorheen de muziekgeschiedenis, die van 2013 een bijzonder en ambitieus album maakt, doordrenkt met heel veel authenticiteit en passie.
Jones toont zich doorheen het hele album een liefhebber van eclecticisme. Nummers als Passionate Friend en Return to Life zijn groots en meeslepend, met orkest en koor. Rome en Love zijn eveneens klassiek instrumentaal begeleid, maar zijn eerder ingetogen en krijgen meer ruimte om te ademen. In Rain in Rome passeert een Renaissance-koor en op Olivia zorgt de explosie zowaar voor een Carl Orff moment. Meilyr Jones was in 2013 in grote nood en schuwt de grote gebaren niet om dit muzikaal van zich af te schudden. Featured Artist, leunt net zoals de openingstrack eerder tegen traditionele pop aan, maar is ook meer dan gemiddeld gedecoreerd.
2013 zal ongetwijfeld niet naar ieders smaak zijn. Jones’ stem is soms filterdun, de muziek vaak springerig en grillig. Voor de liefhebber van klassiek is het mogelijk te rechtlijnig, voor liefhebbers van popmuziek mogelijks te klassiek. Maar het is een authentiek egodocument, een moderne vertaling van de Romantische gedachte dat omgeving en ziel corresponderen en dat woord en muziek als geen ander dienen om deze woelige strijd te vereeuwigen. Alleen al vanwege de veelzijdigheid, ambitie en authenticiteit verdient dit album een hele hoop aandacht en erkenning.
Volledige recensie: Meilyr Jones – 2013: Das Leiden des Jungen Meilyr | De Profundis - jverhelst.wordpress.com
MGMT - Little Dark Age (2018)
4,0
0
geplaatst: 12 februari 2018, 09:58 uur
Wie de recensies van Little Dark Age, de nieuwe plaat van MGMT, leest, krijgt meestal dezelfde eerste paragraaf voorgeschoteld. Oracular Spectacular, hun debuutalbum (of toch onder de naam MGMT), was een perfecte popparel, Congratulations was te niche en MGMT was een muzikaal fiasco. En hoera, deze vierde toont dat ze het toch nog in zich hebben om deftige muziek te maken! Iedereen die mij kent weet dat ik bovenstaande nonsens vind. Congratulations is een meesterwerk dat, in mijn bescheiden mening, qua geheel beter werkt dan Oracular Spectacular, maar geen hippe singles heeft. Dat hun derde selftitled hit and miss was, ga ik echter niet ontkennen.
Maar uit de algemene consensus bleek dat quasi iedereen MGMT had opgegeven. Vooruitgeschoven single Little Dark Age, waarbij de synths prominent richting jaren 80 met mascara lonkten, deed het volk opnieuw hopen. Ook de andere drie nummers die op voorhand werden vrijgegeven toonden eenzelfde tendens. Gelukkig is de kern van wat MGMT zo leuk maakt gebleven, ook wanneer ze de jaren ’60 gedeeltelijk inruilen voor de jaren ’80.
Opener She works out too much toont meteen dat ze nog steeds over voldoende humor beschikken, met de catchphrase The only reason it never worked out was he didn’t work out enough,. Het eerder vermeldde Little Dark Age zorgt voor de donkere, melancholische toon, maar voor de rest is het materiaal vooral geschikt om de ogen te sluiten en te zweven.
When you die bevat dezelfde humor als het openingsnummer, al is deze hier wat zwarter. Het is een formule die zich her en der herhaalt, zoals op het (vermeende) LSD-nummer James of de halve instrumental Days that got away. Soms wordt de springerigheid opzijgeschoven voor ingetogenere zeemzoetigheid, vooral op Me & Michael, When you’re small (Op Congratulations had dit nummer waarschijnlijk twee keer zo lang geduurd) en afsluiter Hand it over. De balans tussen deze gezapige nummers en de meer springerige variant zit echter soms wat verkeerd, vooral op de tweede helft van het album.
Little Dark Age is opnieuw een sonisch avontuur, waar VanWygaarden en Goldwasser zich nog steeds laten gaan met allerlei instrumentalistische avonturen. Alleen is het verpakt in het format van een meer traditionele popplaat en hebben ze de drang om ongebonden te experimenteren voorlopig gelaten voor wat het was. Misschien hadden ze zelf het gevoel dat dit hun laatste kans was. Wat er ook van aan is, Little Dark Age is genietbaar en biedt voldoende eigenaardigheden om er opnieuw een erg fijne MGMT-luisterervaring van te maken.
Maar uit de algemene consensus bleek dat quasi iedereen MGMT had opgegeven. Vooruitgeschoven single Little Dark Age, waarbij de synths prominent richting jaren 80 met mascara lonkten, deed het volk opnieuw hopen. Ook de andere drie nummers die op voorhand werden vrijgegeven toonden eenzelfde tendens. Gelukkig is de kern van wat MGMT zo leuk maakt gebleven, ook wanneer ze de jaren ’60 gedeeltelijk inruilen voor de jaren ’80.
Opener She works out too much toont meteen dat ze nog steeds over voldoende humor beschikken, met de catchphrase The only reason it never worked out was he didn’t work out enough,. Het eerder vermeldde Little Dark Age zorgt voor de donkere, melancholische toon, maar voor de rest is het materiaal vooral geschikt om de ogen te sluiten en te zweven.
When you die bevat dezelfde humor als het openingsnummer, al is deze hier wat zwarter. Het is een formule die zich her en der herhaalt, zoals op het (vermeende) LSD-nummer James of de halve instrumental Days that got away. Soms wordt de springerigheid opzijgeschoven voor ingetogenere zeemzoetigheid, vooral op Me & Michael, When you’re small (Op Congratulations had dit nummer waarschijnlijk twee keer zo lang geduurd) en afsluiter Hand it over. De balans tussen deze gezapige nummers en de meer springerige variant zit echter soms wat verkeerd, vooral op de tweede helft van het album.
Little Dark Age is opnieuw een sonisch avontuur, waar VanWygaarden en Goldwasser zich nog steeds laten gaan met allerlei instrumentalistische avonturen. Alleen is het verpakt in het format van een meer traditionele popplaat en hebben ze de drang om ongebonden te experimenteren voorlopig gelaten voor wat het was. Misschien hadden ze zelf het gevoel dat dit hun laatste kans was. Wat er ook van aan is, Little Dark Age is genietbaar en biedt voldoende eigenaardigheden om er opnieuw een erg fijne MGMT-luisterervaring van te maken.