menu

Hier kun je zien welke berichten OscarWilde als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Father John Misty - God's Favorite Customer (2018)

5,0
Pure Comedy, Josh Tillmans vorige album, was iets tussen tragedie en farce. Father John Misty, het al dan niet uitvergrote narcistische en misantropische alter ego van Tillman, bekeek de wereld gedurende een uur en kwartier met scherpe blik. Het resultaat was een album met interessante ideeën maar een uitvoering zonder focus en wel heel zelfgericht. Dat laatste is niet veranderd op God's Favorite Customer, maar ditmaal fileert Misty vooral zichzelf en, zo doen de teksten vermoeden, de diepe crisis waarin hij zich tijdens het schrijven van de plaat begon. De productie is kraakhelder, de melodieën zijn sterk en melancholisch en de teksten en stem van Tillman zijn ontegensprekelijk top. Dit keer heeft Tillman minder dan 40 minuten nodig om zijn verhaal te vertellen. Het komt de kwaliteit en de aandachtspanne enkel ten goede.

Albumaanraders Q2 | De Profundis - wp.me

Foals - Everything Not Saved Will Be Lost - Part 1 (2019)

4,0
Foals staat op een cruciaal punt in hun carrière. Hun eerste twee albums waren, zo heet dat in genretermen, math rock, waarbij een wirwar van instrumenten toch een mooi geheel vormen. Op de twee laatste albums, Holy Fire (met megahitje My Number) en What Went Down werd het geluid wat gestroomlijnder en meer gericht op festivals en arena’s. Het kan dan, als je je een nieuw album maakt en je de afweging moet maken welke weg je wilt inslaan, misgaan.

Foals probeert die lastige klip op twee manieren te omzeilen. Ten eerste door te kiezen voor een gespleten dubbelalbum. Everything not saved will be lost is namelijk het eerste van twee delen, met een gelijknamige part 2 in het najaar. Maar, belangrijker, ten tweede, weten ze de toegankelijke sound te behouden terwijl ze de sterkten van hun hele oeuvre weten te gebruiken. Part 1 is zo herkenbaar terrein, maar er worden wel nieuwe paden ingewandeld. Dat was al te horen op de eerste single, Exits, een funky nummer waar verschillende instrumenten door elkaar tjingelen en het toch een geweldig geheel vormt.

Die blauwdruk wordt nog het meest succesvol toegepast op Syrups dat begint met een lijzige bas en door elkaar geweven gitaren en synths meandert tot het na minuut drie plots een versnelling hoger schakelt. Nog doeltreffender is de Calypsofunk van Cafe D’Athens, dat her en der wat (mogelijks overdreven) vergeleken wordt met het oeuvre van stadsgenoot Radiohead. Op In Degrees wordt dan weer de spirit van Talking Heads opgeroepen.

Het wil niet zeggen dat het niet knalt. White Onions en On the Luna razen beiden. The synths geven het geheel een spacey gevoel, een futuristische insteek waardoor het ook bij de meer ingetogen of zweverige nummers past. Want af en toe gaat het ook rustiger, vooral op de opener en de afsluiter.

Tekstueel wordt de diepgang gezocht. Het gaat over een verwoeste planeet, over vervreemding en verval. Gelukkig weet Philippakis dat voldoende te verpakken in metaforen en niet al te directe zinnen. Anders loert het prekerige om de hoek. De zang van de kleine, bonkige Brit is wel overal top. Everything not lost will be saved part one is een gevarieerd album, waar heel oud, oud en nieuw samenkomen en een boeiend geheel vormen. Foals demonstreert de reikwijdte en de diepte van hun mogelijkheden. De moeilijke vijfde is dus al een succes. Over enkele maanden volgt worp nummer zes.

Foals – Everything not saved will be lost part one | De Profundis - jverhelst.wordpress.com

Foxygen - Hang (2017)

4,5
Stel je voor dat David Bowie Hunky Dory had opgenomen met arrangementen van Electric Light Orchestra & Sparks, met de bedoeling er een Broadwaymusical van te maken met gastrollen voor onder andere Mick Jagger, Bruce Springsteen, Elton John, Lou Reed, Marc Bolan, Roxy Music, The Kinks, The Eagles en ja, zelfs Meat Loaf. Dan zou je naar alle waarschijnlijkheid Hang van Foxygen krijgen. Het tweetal uit California stopte een karrenvracht invloeden, referenties en odes in hun nummers en lieten deze overgieten met een bijzonder muzikaal sausje, een orkest van 40 muzikanten. En het vreemde is: het werkt.

Qua duur is Hang het tegenovergestelde van … And Star Power. Foxygen heeft ditmaal maar een half uur en acht nummers nodig om hun ding te doen. Maar dat maakt dat er in de nummers zelf heel wat meer gebeurt. Openingstrack Follow the leader is relatief rechtlijnig, maar vanaf tweede track Avalon begint de dadendrang van het duo op te spelen, en zweeft de muziek tussen ragtime, musical en glamrock. Een soortgelijke schizofrenie zit er ook in het korte Upon the hill, waar het bombastische begin al snel transformeert in een soort glampolka.

Hoogtepunt van het album is waarschijnlijk mini-musical America, waar zanger Sam France soms croont, om dan Jaggeresk te schreeuwen en ten slotte zijn innerlijke Bowie loslaat. Ook de muziek gaat in dit nummer alle kanten op. Ondanks de duidelijke kitsch zijn er heel wat momenten te over waarin het duo toont dat ze erg goede songschrijvers zijn en waar de muziek ook echt raakt. Dat is zeker het geval op het zomerige On Lankershim. Afsluiten doet het album met het melodramatische Trauma en het opzwepende Rise up, dat evenwel vooral in het ingetogen tussenstuk weet te verrassen.

Tekstueel kiest France vooral voor een logische verderzetting van het concept. De grote rockclichés passeren de revue. Over onbeantwoorde liefdes, het najagen van dromen, depressie, over Hollywood en de Amerikaanse droom, en Kerstmis… Door het in een dergelijke setting te plaatsen wordt het allemaal overgoten met een sausje relativering. Hoewel deze plaat niet spek naar ieders bek zal zijn, en het ook al te makkelijk kan (en zal) weggezet worden als een grap, toont Hang veel spelplezier en knappe staaltjes songschrijven, waar in elk nummer over elk klein stukje is nagedacht. Dit wordt versterkt door de heldere productie. In ieder geval neemt Foxygen met dit bijzondere album een optie op het eindejaarslijstje van uw dienaar.

Volledige recensie: Foxygen – Hang | De Profundis - jverhelst.wordpress.com

Franz Ferdinand - Always Ascending (2018)

4,0
Franz Ferdinand is samen met Songs for the deaf en Turn on the Bright Lights de heilige drievuldigheid uit mijn prille muzikale ontwikkeling. Vanuit die drie albums, met hun eigen stijl en specifieke sound, vertrok de muzikale ontdekkingsreis. Het debuutalbum van de 4 montere, sarcastische Schotten gaf gitaarmuziek, en dan vooral in Groot-Brittannië een nieuwe impuls, een elan dat enigszins vergelijkbaar was met de Britpop van weleer.

De Franzen leenden ook duidelijk van groepen als Pulp, maar hadden eveneens duidelijk gekeken en geluister naar bands als The Kinks, Talking Heads, David Bowie of Roxy Music. Reeds een jaar na het debuut volgde You could have it so much better, misschien te snel en wat te gepolijst. In ieder geval werd elke achtereenvolgend album vergeleken met de mijlpaal die het eerste album vormde, waarbij vooral werd opgemerkt dat het allemaal wat minder fris was. Op Tonight werd voor het eerst gebouwd op een ietwat elektronische sound, en hoewel de dansbaarheid op Right Thoughts, Right Words, Right Actions niet moest onderdoen, leunde het toch weer eerder aan bij de gitaarmuziek van de vroegste jaren.

Na een zijuitstap met Sparks, onder de naam FFS, verliet Nick McCarthy, de vrolijke gitarist, de groep om zich volledig op het gezinsleven te werken. Hij werd vervangen door Dino Bardot (1990’s), als gitarist, en Julian Corrie (Miaoux Miaoux) als man achter de toetsen. Vooruitgeschoven single Always Ascending deed vermoeden dat de synths de bovenhand zouden nemen. En hoewel ze prominenter aanwezig zijn, is het vertrouwde gitaarspel nog steeds daar.

In feite is Always Ascending in zijn geheel een verderzetten van Tonight, waar al reeds met disco (Can’t Stop Feeling) en synths met weerhaken (Twilight Omens) werd geëxperimenteerd, om nog maar te zwijgen van het sonisch avontuurtje dat Lucid Dreams was. Ook op de vorige plaat had je met Stand on the horizon al een soortgelijke formule. Alleen is het hier een tikkeltje uitgesprokener en, niet onbelangrijk, is de productie door Philippe Zdar van Cassius ook beter en organischer dan de eerder plastieken sound vanop de derde.

Muzikaal zit het wel goed, met af en toe een uitschieter. Lazy Boy heeft eenzelfde hak- en takfunk als pakweg Talking Heads, net als Feel the love go, al leunt deze eerder aan bij een discosound. Maar niet alles is dansbaar of zelfs ongegeneerd opgewekt. The academy award zit eerder in het rijtje met pakweg Eleanor put your boots on. Niet elk nummer is even memorabel, maar ze hebben wel allen een bepaalde twist of een moment waarop het echt interessant wordt, zoals de passage over de "over 30's single night" op Lois Lane of de brug op Huck & Jim.

Het is dus duidelijk dat Franz Ferdinand zichzelf ook na het vertrek van een van de originele leden weet vorm te geven, een vorm die voorlopig nog niet zoveel verschilt van het eerdere werk, en minder als zij en bepaalde perslui misschien beweren. Alex Kapranos toont zich ook nog steeds een goede, sarcastische observator en lyricist. Geen heruitvinding dus, maar dit kan wel fungeren als een blauwdruk voor nieuwe horizonten.