menu

Hier kun je zien welke berichten Jazper als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Björk - Vespertine (2001)

5,0
Björk is zo'n artiest waarvan ik eigenlijk altijd hetzelfde album opzet. En dat is deze. De gedachte aan Björk staat gelijk aan de gedachte aan Vespertine. Een andere opzetten? Nergens voor nodig.

Wat me altijd opvalt aan dit schijfje, is het coherente geluid. Composities die op zichzelf staan. Maar de gemeenschappelijke deler, het geluid met de electronische klikjes, de natuurlijke melodieen, haar stemgeluid dat hier intiem en vaak ingetogen is, maken dit voor mij één geheel.

Elke keer sta ik weer verbaasd over hoe mooi alles op zijn plek valt. Het ineens invallende achtergrondkoor in Undo. De inkomende bas bij Pagan Poetry. De strijkers die hier wél smaakvol de boel komen versterken. Zo is er meer dan genoeg te horen. Details, maar ook een prachtige rust in de nummers ook al pruttelt de electronica er onderhuids vrolijk op los. Spannend en berustend tegelijk. Knap!

Hoogtepunten zat, maar favoriet zijn voor mij It's not up to you en Undo. En ach, we doen Cocoon er gewoon bij

Christina Kubisch - 24 Pictures at an Exhibition (2006)

4,0
Apart concept voor dit werk van Christina Kubisch.
Waan je even in een museum met aan de muren schilderijen. Vermoedelijk 24. Echter de verklaringen die je vaak naast de schilderijen vindt, die hangen er niet. De schilderijen ook niet trouwens, maar in plaats daarvan hoor je de teksten van de schilderijen gesproken vanuit de plek waar het schilderij zou hebben moeten hangen. Alsof je in het museum staat waar je niet naar de schilderijen kijkt, maar ze wel hoort praten. Zoiets. Dat is dus opgenomen en in de vorm gegoten zoals hier te horen.

En zowaar, het levert een interessante luisterervaring op. Ik hou wel van willekeurige stemmen in muziek. Zo ook hier dus, ik versta er niks van, want het is Zweeds. Maar ondanks de orenschijnlijke chaos, is een vanzelfsprekend geluid het resultaat. Terugkerende frasen leveren bij vlagen een ritmisch geheel op. Vreemd, maar we lekker

David Grubbs - An Optimist Notes the Dusk (2008)

4,5
Deze laatste, maar voor mij eerste van David Grubbs hakt er aardig diep in bij mij. Denk aan een combinatie van een Slint met niet zoveel vaart en Gastr del Sol, waar Grubbs natuurlijk ook onderdeel van is.

De eerste 2 nummers zijn traag, maar door het typische gitaarspel en zang (nou ja, het zit tussen praten zingen in) verveelt het geen moment. Het einde van An Optimist Declines is werkelijk prachtig.
Met Holy Fool Music komt er wat meer vaart in de plaat. De wending ergens na het midden zorgt ervoor dat de rust wederkeert. Bijna naadloos gaat dit nummer over in het mysterieuze Storm Sequence waar subtiel gitaarspel de boventoon voert. In Eyeglasses of Kentucky horen we zoals wel vaker het geval zijn aparte timing en ritme in de zanglijntjes. Het afsuitende The Not-So-Distant is een drone-achtig werkje dat de plaat op een mooie verrassende manier afsluit.

Al met al een schitterende plaat die vooralsnog bij elke luisterbeurt meer geheimen prijsgeeft. De stem zal voor sommigen misschien even wennen zijn, maar laat je er niet door afschrikken.

4,5* is het wel waard.

Dire Straits - Love over Gold (1982)

4,0
Als ik aan Dire Straits denk, denk ik aan mijn jeugd. Mijn jeugd in de zin van een jaar of 12 jaar oud. Een jaar of 3 lang heb ik gedacht dat er echt niks beters was dan Dire Straits. Alle platen (ja, de cd-speler hadden we nog niet) die ik kocht waren van Dire Straits. Veel platen had ik dan ook niet, maar het waren er genoeg. Iets beters was er tenslotte toch niet te krijgen.

Toen de cd kwam en de platenspeler opgeruimd werd, voelde ik me min of meer verplicht de platen ook op cd aan te schaffen.

En daar ben ik niet rouwig om. Ook al draai ik het niet vaak meer, als ik het luister voel ik me weer even 12.

Telegraph Road geeft mij zo'n gevoel van iets wat maar eindeloos door kan gaan en dat gaat het ook een hele tijd. Heel mooi. Het gitaarspel is smaakvol, de timing in de solo's fraai. Het drumgeluid misschien iets te dof. Mooi wordt op het eind toegewerkt naar een steeds voller geluid, zonder dat het te vet klinkt. Ik word hier door meegesleept. Jammer dat het geluid uitfadet aan het eind. Wel vaker een minpunt op het einde van Dire Straits-nummers.

Private Investigations heeft een beetje het probleem dat ik en vele met mij, het al te vaak gehoord heb. Ik vind het wel een erg origineel nummer. In gedachte is dit nummer al zo mooi dat ik het eigenlijk niet meer hoef te horen. Maar ik gun hem nu toch weer een luisterbeurt. De stem van Mark Knopfler is quasi-ongeïnteresseerd, maar schijn bedriegt hier wat mij betreft. Het geeft het nummer iets berustends mee. Halverwege het nummer begint het alom bekende door bas en hihat ondersteunde stuk. Hier boet het wat aan sfeer in vind ik, is het weer iets bedachter. Het slot waarbij het dit keer wel functioneel wegsterft is weer wel passend.

Vroeger moest ik nu de plaat omdraaien, nu gaat ie zomaar uit zichzelf verder.

Industrial disease heeft niet veel om het lijf. Is dit een poging van Mark om 'cool' te zijn? Het lijkt er soms een beetje op, hij is het niet.

Het titelnummer heeft weer dat mooie droge geluid. Somberheid troef hier. Weer dat gevoel van berusting wat ik eerder ook al voelde. Berusting die over gaat in hoop. Hoop die over gaat in bevrijding. Ja, mooie opbouw.

Met It never rains is het weer wat moeilijker. De zang vind ik hier zeurderig, de eerste minuten zijn ronduit saai. Vanaf een minuut of 2 en een half begint het interessanter te worden. Ik word meegezogen in een molen die niet meer lijkt op te houden met draaien. Nog meer dan bij Telegraph road krijg ik hier het idee dat dit nooit meer gaat stoppen. Erg fijn weer.

Al met al erg leuk dit album weer eens wat beter te beluisteren na al die tijd. Het minpunt van het album vind ik de drum, het pluspunt de sfeer. De sfeer wordt wellicht versterkt door mijn associaties met vroeger. En dat is nou juist zo mooi aan muziek. Soms brengt het je naar plekken waar je lang niet geweest bent. Zo denk ik nu aan die platenwinkel op de Nieuwe Binnenweg, we waren net op bezoek geweest bij mijn oma die daar in een verpleeghuis zat. Ik had 25 gulden gespaard en kocht een plaat van Dire Straits. Ik kon niet wachten tot we weer thuis waren.

Giovanni Di Domenico - Insalata Statica (2017)

4,5
Giovanni Di Domenico heeft op een aantal platen samengewerkt met Jim O'Rourke. En volgens de informatie bij deze plaat zou deze in de smaak kunnen vallen bij liefhebbers van The Visitor van Jim O'Rourke. Nou heb ik die op 5 sterren staan. Soms lijkt het wel of stukjes daar naadloos ingepast zouden kunnen worden. Maar dat bederft de pret geenszins. Erg mooi!

4,5*

Gnu - Srdce V Kusech Zvuku (1999)

4,0
Gnu is een Tsjechische band met een lekker smerig, gruizig en zwaar geluid. Dit walst lekker over je heen. Bruut is hier het juiste woord voor. Verstaan doe je het natuurlijk niet, want er wordt gezongen in het Tsjechisch. Maar de muziek staat als een huis. Tenminste, makkelijk om te duwen is het niet. Misschien leuk voor liefhebbers van een overstuurd gitaargeluid. Aanrader wat mij betreft.

Goh Lee Kwang - Moonway (2020)

4,0
Het is een taaie kluif, maar wel eentje die de moeite waard is om je tanden in te zetten.
Met geluiden die afkomstig zouden kunnen zijn uit een computerspelletje van 30 jaar geleden, wordt hier een prettig verontrustend sfeertje neergezet wat dus een kleine anderhalf uur aanhoudt.
Op een gegeven moment ben je wel gewend aan het verontrustende en kun je lekker met je hoofd meebewegen op de beat. Beat en elektronische muziek, vaak een no-go voor mij, maar dit keer werkt het.
Je zou je kunnen afvragen of dit nou echt bijna anderhalf uur moest duren, maar de muziek is wel dermate onpersoonlijk dat je maar gewoon moet accepteren dat ie is zoals ie is.

4*

H Stewart - Dora Elizabeth (2009)

4,0
DIt album verdient m.i. toch wel wat meer dan de 2 stemmen die het nu heeft!

Het begint vrij luchtig met wat speelse geluiden over een zachte drone die langzaam evolueert en iets zwaarder wordt. Wellicht een opmaat voor het ronduit voortreffelijke "A Ballad for the Lost". Zware geluiden die me aan het beste van Deaf Center doen denken.

De sfeer wordt doorgetrokken in het eveneens geweldige en iets melodieuzere "The Dirty Road", zwaar, bijna overstuurd. "Not Yet Mrs." lijkt een variant op het vorige nummer. Ondanks dat het erg zwaar klinkt ligt het niet zwaar op de maag. Het is prachtig, maar toch sta je er ver vanaf. Alsof je diep in de problemen zit zonder het zelf al te goed te beseffen.

Via het misschien wel mooiste nummer "The Elks Lodge" glijdt de spanning langzaam van je af. IJle klanken geven wat berusting waarna je je tijdens "Her Love" afvraagt of je nog wel leeft. Waarschijnlijk wel, want in "During Decades" breekt toch daadwerkelijk de lente door.

De lente heeft echter kennelijk toch niet te veel goeds in petto. "Cancer" is allerminst vrolijk. "Ever After" laat je vol vervreemding zitten.

Het is een beetje het verhaal van dit album, het vervreemdt. Een album dat je niet luistert omdat het muzikaal zo geweldig in elkaar steekt, maar omdat het je meeneemt. Op het eerste gezicht niet al te coherent, maar als je er eens goed voor gaat zitten, blijkt het verhaal toch te kloppen.

Erg mooi, 4*.

Jim O'Rourke - Eureka (1999)

5,0
Deze plaat van Jim O'Rourke is een van zijn meest toegankelijke. Dat komt waarschijnlijk door de poppy melodietjes die het herbergt. Maar het poppy karakter lijkt slechts een dekmantel.

Wat over de hele plaat opvalt is dat de mooie melodieën op de achtergrond worden ondersteund door allerlei geluidjes en melodielijntjes. Elke keer hoor je wel weer iets nieuws. Het leuke is dat geen van die spitsvondigheidjes op de voorgrond lijken te willen treden. Subtiliteit is hier de norm.

Zo wordt in het openingsnummer stiekem naar een climax toegewerkt. Let op de langzaam sterker worden drums, de voorzichtig stuwende bas.
Het openingsnummer loopt over in het mooie Ghostship in a storm. Dit klinkt als een lief liedje. En er gebeurt weer zoveel. Een prachtige combinatie van instrumenten. Nergens klinkt het geforceerd, niet een liedje dat doet, maar een liedje dat ís.
Hierna wordt het wat donkerder. Gitaar, bas, percussie en nog wat achtergrondgeluiden, ik hoor blazers en nog wat moeilijker definieerbare geluiden. Hier wordt naar iets toegewerkt. In spanning wacht je af wat er komen gaat. Uiteindelijk glijdt de spanning langzaam van je af. Hij maakt plaats voor een gevoel van gelukzaligheid. Cornet, trombone, trompet en viool komen de boel versterken om tot een heerlijk dromerig einde te komen.
Through the Night Softly is het meest uitgesproken nummer van de plaat. Halverwege breekt het nummer helemaal open. Alhoewel ik doorgaans saxofoon niet direct kan waarderen, past het hier goed in het geheel. Na het expliciete middendeel keert de rust weer terug aan het eind met een mooie rol voor piano die langzaam wegsterft.
In het vijfde nummer komen we de misschien wel mooiste wending van de plaat tegen. Luister maar eens bij 1:40. Wat verder volgt in dat nummer is even te mooi voor woorden
Na dit imposante stukje is de vrolijkheid ineens helemaal terug in Something Big. Ik word er zowaar vrolijk van. En ik maar beweren dat ik niet van vrolijke muziek hou. Hiervoor maak ik een uitzondering.
De vrolijkheid maakt vervolgens plaats voor de beklemming van het titelnummer. Wat mij betreft het hoogtepunt van het album. Een prachtige melodie wordt vergezeld door hoog piepende geluiden, ik weet eerlijk gezegd niet waar dat door voortgebracht wordt, maar echt belangrijk is dat niet. Ik zit hier op het puntje van mijn stoel, ook al is het tempo laag. De melodie die in het begin zo makkelijk te volgen was wordt uiteengereten en komt uiteindelijk slechts fragmentarisch terug in de vorm van vervormde blazers oid. Langzaam sterft het geluid nu weg. Nog nagenietend van deze trip die me even doet zweven, sluit het album af met het luchtige 'Happy Holidays'. We zijn weer terug op aarde.

John Illsley - Glass (1988)

1,0
Wat die eerste 3 nummers betreft ben ik het wel met je eens. Die zijn niet best. Maar in tegenstelling tot jou, stijgt het niveau voor mij vervolgens niet. We worden getrakteerd op zouteloos en glad. Waarom net zolang polijsten tot er niks meer van over is, denk ik dan. Het feit dat de enkele gitaarloopjes van Mark Knopfler het album nog enig gezicht geven, zegt voor mij genoeg over de eigenheid van de muziek van John Illsley zelf.

Ik kom niet verder dan 1 *.

Kazuki Tomokawa - A Bumpkin's Empty Bravado (2009)

5,0
In tegenstelling tot zijn vorige album gaat Kazuki hier alleen met slechts zijn gitaar te werk.
Het eerste nummer is een prachtig ingetogen treurig liedje, waar hij zijn stem niet hoeft te verheffen om de aandacht te trekken.
Hij vervolgt met een wat meer uptempo nummer waar zijn karakteristieke stem, tegen het hysterische aan, voor een wat onrustige stemming zorgt.
Inaka Mono No Kara Genki is een typisch lichtvoetig Tomokawa-liedje. Weinig om het lijf, maar o zo prettig.
Yume No Souryou begint als een niemandalletje. Ergens voor het midden haalt hij echter ineens uit. En al heeft hij dat op deze manier al zo vaak gedaan, hij heeft me weer. Steeds is het weer wachten tot dat refreintje.
Ik luister het album nu voor de vijfde keer denk ik. Musojino Buranko is het liedje dat me het meest vertrouwde gevoel geeft. Simpele melodie met maximaal effect. Gevoelig, somber, mooi.
Chansu is het eerste nummer waarbij ik een wat minder gevoel heb. Het gaat me wat te lang door op dezelfde manier. Hij weet de voorspelbaarheid die soms wel op de loer ligt hier niet te compenseren.
Dan liever Dessan. Meer dynamiek, meer gevoel, meer variatie.
Enogu No Sora heeft een beetje hetzelfde euvel als Chansu. De bekende ingredienten zijn aanwezig, maar het pakt niet.
De afsluiter is waardig. Ingetogen als het begin.

Mooi album waarmee Tomokawa bewijst dat hij niet veel nodig heeft om te imponeren. Heel verrassend is het niet, maar erg mooi.
Volgende lente komt hij waarschijnlijk naar Europa. Hopen dat hij ook Nederland aandoet. Ik ga zeker kijken

Pere Ubu - Dub Housing (1978)

4,5
Tja, een Pere Ubu plaat bespreken. Lastige taak.

Want wat maakt dit nou zo'n leuke plaat?

Zijn de acrobatische capriolen van de zanger, is het die leuke duidelijke basloopjes, de vrolijke riedeltjes (zoals in 'On the Surface', de ietwat valse achtergrondzang in dat zelfde nummer, het enthousiasme dat er vanaf spat, de relatieve rust in het derde nummer, de ietwat valse achtergrondzang in het derde nummer, de hilariteit van Caligari's Mirror, het uitgesproken refreintje in dat nummer, de huilende gitaartje overthere, het feit dat je je afvraagt of de rest van de band net zo gek is als die zanger lijkt, dat je toch aandachtig blijft luisteren naar Thriller! ook al voelt het slechts als intermezzo aan, omdat de geluidjes op dat vijfde nummer ook zo leuk zijn, omdat de bas in I Will Wait het hele liedje bijna in zijn eentje kan dragen, het schijnbaar niet-kloppende pianootje in Drinking Wine Spodyody, de ietwat vals zingende David Thomas in dat nummer, de overgangetjes van vervreemdende stukjes muziek naar stukjes zoals we ze wél gewend zijn, de ietwat vals zingende David Thomas in Ubu Dance Party, de opvallend zuivere achtergrondzang in dat nummer, dat er een of andere mevrouw doorheen aan het praten is, dat de zanger eindelijk eens normaal zingt in Blow Daddy-O, of nee hij zingt helemaal niet!, of zou het dan tóch de plotselinge mineur in Codex zijn?

Ik weet het niet, moeilijk, moeilijk...

Pink Floyd - The Dark Side of the Moon (1973)

2,5
Pink Floyd, een naam met welhaast mythische bijklank. Toch heb ik er niks bijzonders mee. Vroeger was het de muziek die ik goed zou moeten vinden. Tenminste, het zou in mijn straatje moeten passen. Maar het heeft me toen niet gegrepen, maar wellicht nu? Nu het niet meer in mijn straatje zou moeten passen omdat mijn smaak aan wat evolutie onderhevig is geweest, misschien nu wel?

Met Speak to Me / Breathe begint het wat mij betreft niet sterk met de gedateerde vocalen.
On the Run heeft wat meer pit met de electronische inzet, maar warm word ik er niet van.
Het begin van Time doet dan eindelijk vermoeden dat er wat aan zit te komen. Na een paar minuten kakt het dan toch wat in. Voorspelbaar klinkt het. Nu hoeft dat nog niet zo erg te zijn, maar het klinkt zo bedachtzaam. Voorspelbaar en bedachtzaam zijn geen vrienden van elkaar.
Ook bij the Great Gig in the Sky heb ik meer het idee dat ze bezig zijn iets bijzonders te maken dan dat ze daadwerkelijk iets bijzonders maken. Te groots, natuurlijk als gevolg van de uitwaaierende stem van de dame.
Money begint dan als een niemandalletje met zo'n vreselijke saxofoon. Gelukkig breekt het halverwege open en is het zowaar te genieten. Alhoewel, er wordt niet doorgepakt.
Us and Them lijkt me typisch zo'n nummer waarvan je gaat zweven als je het allemaal prachtig vindt.
Mijn aandacht begint inmiddels wat te verslappen, terwijl de synthesizers in Any Colour You Like toch alleszins redelijk zijn. De bas, sowieso de zwakste schakel wat mij betreft, doet hier echter geen duit in het zakje.
Brain damage levert het me niet op hoor Zo erg is het niet.
Maar ook Eclipse tilt het album niet boven 2,5 * uit.

Sorry jongens en meisjes, ik vind er niks an.

Radiohead - In Rainbows (2007)

2,5
Nou vooruit, hier mijn poging

15 steps vind ik een redelijk liedje. De gitaar vlecht leuk door de muziek heen. De drum maakt het me wat te monotoon. Het heeft een wat electronisch geluid waar ik niet zo veel mee kan. Na 2 en een halve minuut weet ik het wel, tegen het einde word ik toch wat nerveus van die stem.
Bodysnatchers met de 'heerlijke gitaar'. Het gitaargeluid in het begin is inderdaad best leuk. Later wordt het geluid me te vol. Het rauwe gaat eraf. Aan het eind komt het wel weer wat terug. Het nummer grijpt me verder niet. Moeilijk te omschrijven waar dat aan ligt.
Nude is het eerste liedje waar ik enige puurheid in herken. Ondanks de violen die in het begin niet meewerken. Als de bas invalt, vind ik het wel genietbaar
Luisterend naar Nude bedenk ik me dat het teveel aan voor mij nietszeggende aankleding, de violen, de meegalmende zang, het misschien wel saai voor me maakt. Ik hou overigens best van violen, maar in popmuziek als Radiohead en zeker als het helemaal is ingebed in de muziek, maakt het me de muziek vaak wat te glad.
Weird Fishes / Arpeggi begint alleraardigst met de cleane gitaar. De melodie van de zang is dan weer weinig memorabel. Al kan dat een kwestie van wennen zijn. Het zwelt op een gegeven moment mooi aan, maar, zo kundig, komt niet intuitief over, meer te gemaakt. Het einde vind ik dan weer wel mooi.
All I Need vind ik veel te zweverig, te veel geluid, te veel overbodigs. Soms mag het ook wel wat minder. De climax die Fugu zo mooi vindt, vind ik nu juist het minpunt. Als ik weg wil dromen, luister ik liever iets anders, want op zich hou ik op zijn tijd best van dromerige muziek
Bij Faust Arp hoop ik maar dat de tekst heel mooi is. De violen irriteren hier.
Reckoner heeft een wel heel obligate melodie. 2 en een halve minuut moet ik wachten op de wending. En dan komen verdorie die achtergrondviolen weer. Om vervolgens weer terug te gaan naar iets wat weer meer lijkt op het begin, waar ik al niet zo veel aan vond.
House of Cards, ja! Hier erger ik me dan toch behoorlijk aan de stem van Thom Yorke. Het liedje biedt verder ook weinig variatie, maar ik misschien heb ik het gemist toen ik slaap sukkelde
Jigsaw Falling into Place. Weer eens een liedje waar ik weer eens wat mensen aan het werk hoor. Maar een melodie van niks. Melodie is op zich helemaal niet nodig, maar dit klinkt me als armoe.
Videotape heeft een piano-deuntje zoals ik ze zelf ook kan maken als ik wat doelloos achter de piano zit en wat ongeconcentreerd zit te pingelen en denk, nou Jazper, verzin eens wat nieuws

Al met al kan ik er dus niet veel mee. Ik hoor best aardig wat details, maar de manier waarop die verwerkt zijn, staat me niet aan. Het wordt mij doordat er weinig ruimte in de muziek zit wat te glad. Verder mis ik gewoon een moment van 'Wauw!'. Ik heb het niet een keer gehad. Ga nou eens loos denk ik dan, laat je ware gezicht eens zien!

Mijn 2,5* laat ik dus maar staan. En aan de bonus-tracks heb ik me maar niet gewaagd

Radůza - V Salonu Barokních Dam (2007)

5,0
Puur, ontroerend. Dat zijn de 2 woorden die voor mij het meest van toepassing zijn op dit album.
Deze Tsjechische die naast een uiterst krachtige stem ook het geluid van piano en accordeon over ons heen stort, weet te ontroeren met gevoelige, zware nummers en lichtvoetiger vrolijke nummers. Maar wonderwel klopt dat gewoon, hoe abrupt het volgende nummer ineens van stemming verandert. Geen idee waar ze over zingt, want ik versta het niet. Maar ik geloof haar! Om te koesteren, welverdiende 5 sterren.

São Paulo Underground - Sauna: Um, Dois, Três (2006)

4,0
Bij het opzetten van dit plaatje bevalt me de vrije sfeer direct. Een sfeer die me doet denken aan de platen van Him. Iets wat na enig onderzoek niet zo vreemd blijkt. Rob Mazurek speelt mee. Wat gezien de artiestennaam ook wel weer klopt! We gaan er eens goed voor zitten

In het eerste nummer valt de subtiele wending van het vrije spel in het begin naar het wat meer rechtlijnige door bas en drums geleide einde.
Pombaral is meteen vertrouwd. Mazurek herkenbaar. Eigenlijk klinkt dit gewoon als een Him-track. Ruimtelijk, spannend, zelfs spacy. Mooi zoals we aan het eind van het nummer weer landen op de grond na het spacy middenstuk.
The realm of the Ripper lijkt wel een pauzemuziekje. Leuk, maar biedt na een minuutje niet veel nieuws meer. Wat meer opbouw of een wat kortere duur had geen kwaad gekund.
Van dit euvel heeft Olhossss... duidelijk geen last. Heerlijk samenspel van percussie, bas, vervormde cornet (?) en electronica. Van alles loopt door elkaar, maar wonderwel klopt het als een bus.
Ongemerkt gaan we door met Afrihouse. Een door een basloopje gedomineerd nummer. Eromheen gebeuren leuke dingen met gitaar, cornet en drum. Genoeg te horen, maar het gaat eigenlijk nergens heen, waar ik dat eigenlijk wél had gehoopt of verwacht.
Black Liquor, heel divers weer, leuke opmaat naar het mooie Balao de Gas. Electronica komt de boel weer versterken en dat in combinatie met de (Braziliaanse?) percussie werkt buitengewoon. Een wat ontheemde eenvoudige melodie zou je misschien niet verwachten in dit nummer. Maar het klopt.

Erg leuk plaatje, 4*

Sed Non Satiata - Le Ciel de Notre Enfance (2005)

4,0
En wederom een uitstekend screamo-plaatje uit Frankrijk. Inmiddels out of print zie ik helaas op de website. Maar gratis te downloaden van hun site.
Spirit Fuel is echt heerlijk. Geniaal einde waarin op postrock-achtige wijze de intensiteit wordt opgevoerd. Beetje vreemde conclusie als je bedenkt dat ik veel van zulke postrock maar zozo vind. Maar een pluimpje voor deze.

4*. Net geen 4,5 * omdat in het laatste nummer op bedenkelijke manier wordt gezongen, tja, zingen moeten ze helemaal niet aan beginnen. Verderop in het nummer ben ik het trouwens gelukkig alweer vergeten.

Zafka - Yong◎He (2008)

4,0
freddze schreef:
Op dat bord staat: "Mensen die de bouwwerf betreden moeten een helm dragen voor hun veiligheid"


Zou het?

Wat er ook staat, ik vind het een mooi stukje muziek. Evenwel lastig te omschrijven waarom.
De track begint met een zachte drone met daar overheen wat omgevingsgeluiden. Mooi ruimtelijk, transparant. Vervolgens stemmen, het zal wel chinees zijn, ik versta er niks van. Boeit niet, als ze opgehouden zijn blijven ze in mijn hoofd nog even zitten terwijl hoge soms snerpende geluiden het overnemen en het geheel een iets minder lieflijke uitstraling geven. Het wordt dreigender. Als de dreigende sfeer opgehouden is en ik wat kinderen een deuntje hoor zingen, en een bus voorbij hoor rijden, heb ik het gevoel dat het net nacht moet zijn geweest. Een nieuwe dag is aangebroken. Ach weet ik veel. Zo op de helft hoor ik ineens alleen een gong. En weer een chinese man praten. Pratende mensen in muziek, het liefst zonder ze te verstaan. Voorbij rijdende auto's, het liefst even toeterend. Iemand die voorbij loopt met, laten we zeggen, melkflessen (doen ze daaraan in China?). Ik hou er wel van. Ik krijg hier erg het idee ergens getuige van te zijn, al heb ik geen idee waarvan. De gong doet het nog steeds. En stromend water, vogels, nog een chinees. Prachtig.

Ik kan me zomaar voorstellen dat je nog niet direct een idee hebt hoe dit klinkt, maar daar had ik al voor gewaarschuwd
Ga het vooral luisteren als je je niet stoort aan gebrek aan structuur, en een experimentje niet schuwt. Wat mij betreft is de combinatie van electronische muziek met fieldrecordings uitermate geslaagd.

En het is nog gratis van de website te downloaden ook