menu

Hier kun je zien welke berichten Gyzzz als persoonlijke mening of recensie heeft gemarkeerd.

Joanna Newsom - Ys (2006)

5,0
15 jaar oud is Ys alweer, en hij blijkt de tijd erg goed te doorstaan. Ik weet nog dat dit de eerste paar beluisteringen bijna 'too much to digest' was, en begrijp ook nu nog wel waarom. De plaat heeft een rijkdom (zang, muzikaal, tekstueel, opbouw, plotwendingen) die je niet zo vaak tegenkomt. De composities komen voort uit het soort virtuositeit dat vaak nergens heen gaat, maar hier ondanks de lange nummers juist doorlopend to the point is. De teksten zijn mooi in klank en opbouw zonder te volgen (maar ook als je dat wel doet). Maar je moet er, zoals bij meer van de mooiste platen, ook een beetje van jezelf in investeren.

Je kunt daarmee vanuit veel verschillende invalshoeken naar deze plaat luisteren en dat kenmerkt voor mij vaker 5*-albums. Mede daardoor behoort deze tot het zeldzame rijtje albums die na 100+ beluisteringen (hoewel de laatste jaren hoogstens 2-3 keer per jaar) nog steeds groeien.

John Beltran - The Best Of: Ambient Selections 1995 - 2011 (2011)

4,5
Normaalgesproken sla ik compilatie-albums over omdat ik liever luister naar de originele albums of EPs van de betreffende artiest. Er zijn echter gevallen waar die originelen soms nogal obscuur zijn, van wisselende kwaliteit of simpelweg onvindbaar waarin ik toch graag naar verzamelaars grijp en die vervolgens ook ga beschouwen als originele albums. Vooral binnen house, techno en electronica - genres die meer bekend staan om hun 12"s en EP's dan om full-length platen - bestaan er geweldige compilaties waarvoor ik dankbaar ben voor het concept verzamelaar. Voorbeelden zijn Classics van Aphex Twin, (nog meer) Classics van Model 500 en Elements 89-90 van Carl Craig (onder zijn Psyche en BFC aliassen).

In weer andere gevallen is de compilatie nog steeds fantastisch, maar grijp ik liever terug naar de originelen omdat die wel de uitgesponnen full-lengths bevatten of 'echter' aanvoelen. Hieronder vallen b.v. BCD en BCD2 van Basic Channel en The Secret Tapes of Dr. Eich van Paperclip People. En op het eerste oog viel ook deze 'Best Of' (wellicht mede door de ietwat saaie / makkelijke titel) van John Beltran in die categorie. Maar dat bleek een vergissing, want dit is werkelijk een prachtige plaat waarin je de ontwikkeling van Beltran heel goed terughoort, ook al staan de tracks niet in chronologische volgorde. Je hoort hoe hij in de verschillende periodes anders tegen muziek heeft aangekeken en hoewel de oudere tracks me zonder uitzondering het beste bevallen voelt dit echt als een compleet overzichtswerk.

Ik vind het erg gedurfd hoe John Beltran in zo'n klassiek "stoer" type muziek zulke kwetsbare en kleurrijke geluiden maakt. Je hoort een koude winterdag met een laagstaande zon, blauwe lucht en 5 graden onder nul rechtstreeks uit zijn muziek komen. Tijdloze en prachtige plaat dus. Een plaat die moeiteloos in het bovengenoemde rijtje classics van grote namen past. Nu is Beltran een van die schandalig onderschatte artiesten (zeker op deze site), en daarom zou ik alle liefhebbers van subtiele, kleurrijke en emotionele elektronica/techno dit album willen aanbevelen.

John Coltrane - Ascension (1966)

Alternatieve titel: Edition II

4,5
Ik beluisterde dit album in het kader van het RateYourMusic top-250 review topic - dit is de RYM #242

Veel jazz voelt aan als een zwembad waar ik met mijn A-diploma voor luisteraars de schoolslag kan doen en me de hele tijd afvraag of ik wel in de juiste baan zwem. Het bad is overzichtelijk, de regels ook, maar ik voel toch een licht ongemak. Alsof er iets van mij verwacht wordt waarvan ik zelf niet weet wat het is. Binnen dat zwembad is Free jazz de wildwaterglijbaan waar ik de bochten in de verste verte niet zie aankomen, maar wel word meegevoerd. Alsof ik word ingekapseld door het orkest word ik meegenomen in de stroming, beleef ik plezier en ervaar tegelijkertijd een hele zuiverende ervaring. Ik hoef er niet bij na te denken - sterker: ik krijg de kans niet eens – al zou ik het willen. Als bij zo’n waterglijbaan waarvan de gradient gaandeweg nog twee keer steiler wordt, word ik meer en meer meegesleurd op avontuur en kan nog geen halve minuut vooruit kijken. De vraag is dan of ik mezelf daaraan kan overgeven zonder me te verzetten (dat lukt zeker niet altijd) en of ik me tot de muziek kan verhouden zonder te proberen het te ‘volgen’, vast te pakken of af te remmen (wat onvermijdelijk direct tot enorme nervositeit leidt).

Het antwoord op die vraag: in de meeste omstandigheden wel. Want hoewel je het grootste deel van de tijd niet weet welke kant je op gaat, voel je toch dat je ergens heen wordt gevoerd. Juist door de chaos spreekt uit deze plaat een enorme beheersing. Ondertussen is het nadrukkelijk geen ‘show-off’. Je wordt als toeschouwer bij de hand genomen en kunt meesurfen op wat er allemaal gebeurt. Omdat dat zoveel is, werkt dit album voor mij het beste met koptelefoon op in een donkere kamer in halve droomtoestand. ‘Les extremes se touchent’ blijkbaar wat betreft die toestand, want die stilte en vrijheid van welke andere impulsen dan ook werkt alleen goed voor zeer drukke of abstracte muziek (deze plaat dus, maar ik denk ook aan bijvoorbeeld Confield) of juist voor hele geaarde en minimale muziek (zoals b.v. Radiant Intervals of Nuuk). De mooiste stukken zijn voor mij wanneer de solo’s als getijden tevoorschijn komen uit de groepskakafonie en er vervolgens weer in verdwijnen. Die brengen je echt even helemaal van de wereld om er na afloop gezuiverd weer in terug te komen.

Hoe meer ik naar deze plaat luister, hoe meer ik me realiseer dat ik zozeer niet in harmonie moet zijn met jazzstructuren, met een experimentele aanpak of met drukte. Maar dat ik vooral in harmonie moet zijn met mezelf, met de huidige tijd en met de huidige omgeving. Als dat eenmaal het geval is, en ik mezelf heb toegestaan om er goed voor te gaan zitten, lukt het eigenlijk niet meer om de plaat tussentijds af te zetten. Met name in Part II maakt de mentale beleving dan plaats voor een haast lichamelijke ervaring. De spelers aldaar proberen niet iets uit te drukken of een bepaald gevoel over te brengen met hun muziek, maar de muziek drukt zichzelf uit en spreekt direct tot de luisteraar.

Zojuist gepromoveerd van 4* naar 4.5*

Jorge Ben - Fôrça Bruta (1970)

4,5
Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #217

Met Jorge Ben was ik vanuit verschillende spelletjes op deze site zijdelings bekend, waarbij ‘Oba, Lá Vem Ela’ in bescheiden tijdsbestek een (niet eens meer zo) bescheiden klassieker voor mij is geworden. Fôrça Bruta had ik dan ook al een tijd op de radar (en Spotify-download), maar tot een fatsoenlijke beluistering was het tot vorige week niet gekomen. Een week later ziet - zoals dat eigenlijk alleen in de muziek kan, en precies dat maakt muziek zo leuk - de wereld er heel anders uit, een stuk kleurrijker, en voelt het alsof ik deze plaat al jaren ken.

Sommige mensen hebben een zangerige praatstem, maar Jorge Ben heeft een zangerige zangstem. Zelfs zijn vlakkere stukken zitten vol met melodie en onderscheidbare teneur. Ik versta niet wat hij zegt en toch heb ik het gevoel beter te begrijpen wat hij bedoelt dan de meeste artiesten door zijn enorme bereik aan klankkleuren en sferen, waarbij het geheel nooit sentimenteel aanvoelt maar juist heel dichtbij lijkt. Ik verwonder me over hoe hij dit doet. Zelfs als hij in de theatrale modus gaat blijft het subtiel en zachtzinnig. Daarbij wordt hij ondersteund door zachte, sensitieve en vooral kleurrijke muziek. Vergeleken hiermee klinkt veel angelsaksische popmuziek zo grof en grauw. Er zijn maar weinig albums die voelen als een klein knus huis en niettemin het hele spectrum aan teneuren verkennen, als een ontdekkingstocht in de achtertuin van je oma terwijl je 3 jaar oud bent. Elke track wordt begonnen met een aftastend gitaartje, als een soort ankerpunt, en waaiert vervolgens in nog geen halve minuut open tot een superkleurenspectrum. ‘O Telefone Tocou Novamente’ is daar nog wel het mooiste voorbeeld van: is dit een meewarig, wiegend liedje? Wil je er op dansen? Het mooiste is als muziek totaal op zichzelf staat, een hele directe uitdrukking is van een kleur, een gevoel, een mensenleven eigenlijk. Fôrça Bruta komt daar heel dichtbij.

Met weinig platen lukt het me om zo snel een band op te bouwen met de sound, terwijl ze tegelijkertijd blijven verrassen. Ik herken dit van slechts een handvol andere artiesten, waaronder (het verder overigens totaal onvergelijkbare) Boards of Canada. Wat ze gemeen hebben: de warme, kleurrijke klanken voelden al na de tweede beluistering vertrouwd, als een behaaglijk nestje met dekentje om je in te wikkelen, waar je al jaren woont. En tegelijkertijd die enorme afgebakende ruimte waar je in kunt blijven ontdekken: wat is de teneur hier precies? Hoe sluit mijn eigen gevoel hier vandaag bij aan? En dat gevoel kan dan doorlopend veranderen, door ontwikkelen – tijdens beluistering maar ook tussen verschillende beluisteringen. Deze plaat duurt amper 40 minuten maar daarin wordt zoveel geboden, een coherente waaier van kleur.

Dat deze plaat op MuMe ten tijde van dit schrijven een luttele 32 stemmen heeft verzameld is haast absurd gegeven zijn iconische en tegelijkertijd supertoegankelijke geluid. Jorge Ben houdt nooit in, gaat eigenlijk doorlopend all-in, en maakt ondertussen toch zo’n kleine, lieflijke en kleurrijke plaat. Ik geloof zijn stem, kom tot rust, en hoef nergens heen bij het horen van dit album. Ik heb hem afgelopen week zeker 10 keer gedraaid. Het is nog wat vroeg om tot grootse gebaren over te gaan, maar ik het komende jaar nog maar 10 albums zou kunnen luisteren zo vaak als ik wil, zou deze op de shortlist gaan.

Wat een openbaring – 4.5* met verdere groeipotentie.